Een gedicht van Pieter van Nieuwland 1764-1794
Gedenk te sterven.
ô Nooitvernoegde mens, door dwaze waan gevleid, Door blinkend goud bekoord, door zucht tot eer misleid! Bedenk, dat de enkle wenk der Godheid, zo verheven, Wanneer 't haar slechts behage, u wegrukt uit dit leven; Bedenk, terwijl ge u hecht aan de onbestendige aard', Hoe ras de dood, die rang, vernuft noch schoonheid spaart, Uw levensdraad doorkerft, u stuit in al uw pogen: Zie daar dan hoop en waan in rook en wind vervlogen.
|