Een gedicht van Victor A. dela Montegne 1854-1915
HONEY-MOON.
Als kinderen hadden ze samen zo lang het hun heugde, gespeeld, - als kinderen hadden ze samen hun wel en wee gedeeld.
En onder het stoeien reeds, noemde het meisje de makker haar man, - hij haar zijn klein, lief vrouwke: Zo bouwden ze een hele roman.
Ras gingen de dagen, de jaren in wentlende vlucht voorbij ; - zij, groeide tot bloeiende jonkvrouw, tot flinken jongeling, hij.
En zonder zij zelve het wisten, was jeugdiger vriendschap gevloôn, en sloeg in hun harten de liefde al juichend en zingend haar troon.
Dra was nu het zoete geheimnis voor beiden geen heimenis meer, en lag aan zijn zwellende boezem schaamrood haar hoofdeken neer.
Nu komt er geen storende duena, geen hartloze voogd in het spel : ze hadden malkander lief en ze huwden en hadden het wel.
Zij wonen in het lachende huisken vol bloemen en zonneschijn, - dra zal er in 't mollige nestje een piepend jong vogelke zijn.
Gedichten (1913)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/victor_a._dela_montagne.jpg)
|