Een gedicht van P.A. de Génestet 1821-1869
KINDERZIN
’t Klein volk dat buiten zich zo vrij In ’t leventje verheugde, ’t Is nu ’t weer oprukt even blij In stad wacht nieuwe vreugde!
Grootmoeder is niet wel gemutst, Daar geen der dartle klenen, Die zij bedroefd ten afscheid kust, Zelfs met één oog kan wenen.
Wie als een kind zijn dag geniet, Zal nooit zijn dag beklagen En schept, wat kome, in ’t nieuw verschiet Weer altijd nieuw behagen.
|