Een gedicht van J.J.L. ten Kate 1819-1889
DE ZEVENTIENDE NOVEMBER (1863)
Wijze: Wilhelmus.
„Wilhelmus van Nassouen!" Zo klinke 't oude Lied, Want, God van ons betrouwen! Uw trouw veroudert niet. Nu half een eeuw herboren En bloeiende in Uw hand, Doen wij de Jubel horen: „Oranje en Nederland!"
Wij lagen diep gezonken, De voetveeg eens Tirans, In slavenboei geklonken, Verneêrd, onteerd, en — Frans! Maar Hij die 't lijden lenigt, Verbrak de beulenband: Gij reest, verjongd, herenigd, Oranje en Nederland!
En sedert vijftig jaren Heeft menig storm gewoed: Wat Volken in gevaren! Wat tronen omgewroet! De springgetijden kwamen, Maar onze rots hield stand: Onscheidbaar wiest gij samen, Oranje en Nederland!
Ons bruist de dank door de aadren, U, bron van heil en troost! U, God van onze vaadren En Vader van ons kroost! Behoed ons, o Almachte! En juiche 't langs ons strand In 't duizendste geslachte: „Oranje en Nederland!"
|