Een gedicht van Hieronymus van Alphen 1746-1803
Wie 't Christendom verdrukt
Wie 't Christendom verdrukt, bespot, Belaagt en ondermijnt, voert oorlog tegen God! Maar zal Zijn Raad niet breken. Wat ook de bliksem vell', zij laat die ceder staan. Zijn loof hange al eens slap; de kruin blijft opwaarts gaan. De wortel breidt zich uit; de groei duurt onbezweken.
Ik sta op dit geloof gegrond. Ik weet, wie Jezus is. Die nooit beloften schond, Zal ook zijn doel niet missen. Hij is, hij blijft de steun van 't menselijk geslacht; De rots, waar ‘t smachtend volk een levens-stroom uit wacht, Die vette beemden schept in zand en wildernissen.
Verblijd u, Christenschaar! Wie keert Zijn arm, die heil verschaft, en steeds zijn rijk vermeêrt. De Koning aller volken Voert, door zijn vijand zelf, zijn plan weldadig uit. Wie wijs is, zie op Hem, eerbiedig' zijn besluit; En wachte op zijne komst, in donkerheid en wolken!
|