Een gedicht van Rosalie Loveling 1834-1875
DE GROOTVADER.
Gij spreekt wel soms van al zijn lijden, Die oude man met sneeuwwit haar; Maar meest zit hij in zich verzonken, En stil en zwijgend nevens haar.
Zij wordt wel groot, maar is zo tenger; Hij legt de hand soms op haar hoofd : Zo ze eenmaal in mijne oude dagen Door vroege dood mij werd ontroofd!
Dan lacht ze op hem met stille weemoed, Terwijl ze zwijgend hem aanschouwt, En denkt: ‘hij zal niet lang meer leven, Hij wordt zo stram, hij is zo oud!’
Wie zal het eerst van beiden sterven, Zo diep beducht thans voor elkaar — Het meisje in de bloei van 't leven, Of de oude man van tachtig jaar?
Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling (1889)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/rosalie_loveling.jpg)
|