Een gedicht van Johan Danser 1893-1920
IN DE AVOND
Des avonds buigt mijn lome mijmring over Naar haar, mijn lief, en naar haar stil gemoed: Zo nijgt een boom soms wel zijn bronzen lover Over het koele water aan zijn voet.
En ik word droef. Want derft mijn ziel de tover Dier lieve stem die 't wrangst gemis verzoet Dan welkt mijn trots en ben ik naakt en pover, Alleen verschroeid door felle hartstochtgloed.
Dan troost mij niets en schrei 'k in bange klachten De helse pijnen mijner angsten uit, Dan streelt mijn smart de somberste gedachten,
Tot mij de slaap de brandende ogen sluit Om eindelijk mijn wezen traag te omnachten Met zware droom, verscheurd door geen geluid.
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/johan_danser.jpg)
|