Een gedicht
De eerste regel is om te beginnen. De tweede is de elfde van beneden, De derde is om wat terrein te winnen. De vierde moet weer rijmen op de tweede.
De vijfde draait u plotseling een loer. De zesde heeft het twaalftal gehalveerd. De zevende schijnt zwaar geouwehoer, De achtste bloedserieus. Of omgekeerd.
De negende vertelt nog eens hetzelfde. De tiende is misschien een desillusie. De elfde is niets anders dan de elfde. De twaalfde is van niets de eindconclusie.
----------------------------------------- uit: Maagdenburgse halve bollen (1968).
|