Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831
Vroeg en laat.
't Open roosje, rijk van blad, Zei aan 't nog gesloten knopje, Dat aan 'tzelfde steeltje zat: Zie eens, dik onaartig propje, Zie, hoe luisterrijk en schoon Sprei ik al mijn schat ten toon! -
't Knopje zweeg en hoorde 't aan; Maar de middag kwam haar wreken, Deed haar boezem opengaan, En de volle roos verbleken. Hoop en dartelend Genot! Zie uw beeld en 't menslijk lot!
|