Een gedicht van Christiaan Huygens 1596-1687
Nieuw jaar
Nog eens ten einde 't oude en voor aan 't nieuwe jaar, en tel ik tachentig op negen maanden maar! Waar zijn die zeventig en negen jaren henen? Als nieuwe dromen elk verschenen en verdwenen, en nu de volle som: maar ene oude droom. Wanneer zal 't einde zijn? Hoe lang staat de oude boom op taaie wortelen en weert zich, onder alle die daags bij duizenden rondom hem nedervallen? Hoe lang en wankelt mijn onafgesleten kracht niet meer als and'ren meest ter halver wege placht? Gij weet het, Heer, alleen; en houdt het mij verborgen. Laat die onkunde mij tot meer en meerder zorgen gedijen, om een eind, 't zij nog ver of nabij, o goedertieren God, dat U gevallig zij.
1 januari 1676
|