Een gedicht van Arnold Sauwen 1857-1938
Dies irae.
De doodsklok galmt met doffe slagen, een naar gelui, dat dorp en gouw de droeve mare melden zou: een dode wordt ter kerk gedragen.
Traag volgt de stoet van vriend en magen, in 't zwart gekleed, de ziel vol rouw om hem die heenging, plichtgetrouw des levens last droeg en zijn plagen.
De boetpsalm jammert... smekend teer hoort men het Miserere klagen: ach! wees der ziel genadig, Heer:
Dies irae... wil niet versagen, daagt eens de kwaadste van de dagen, arm hert, dat angstig vraagt: wanneer?
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1928

|