Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931
Gebondenen
Vreugd is een vogel die woont Hoog boven wolken, in 't blauw, Waar ze op het nest zit getroond, Voedend haar broedsel met dauw.
Wij, door het leed, in heur tuin, Worden te sluimren gesust, Schemer en bladeren bruin Weven de wade onzer rust.
Soms komt de zon door het grauw, Wind langs het lover gevleugd, Dan snakt ons hart in het blauw Mede te zweven met vreugd.
Maar door dit klagend gedicht Bindt ons de val der fontein: ‘Zwaar’ is de meester van ‘licht’, Tranen zijn zoeter dan wijn.
De Beweging, jrg 12, 1916

|