Een gedicht van Jan Prins 1876-1948
Aan een Dichter
Dichter, van uw zachte woorden waar gij omgaat begeleid, aan de nooit betreden boorden zwervend uwer eenzaamheid,
uit de weelderige wegen van het leven tot de rots van uw vast geluk gestegen langs de paden van uw trots,
als de morgenzon gerezen boven damp en duisternis, Dichter, uit de streek der vrezen in het rijk, waar vrijheid is,
breng ons bij de forse pijnen, waar uw grote weemoed ruist, bij de bochtige ravijnen, waar uw diep verlangen bruist,
breng ons in de wijde hemel, die uw snelle licht doorschiet, waar men 't wereldse gewemel ver-omneveld overziet,
en geleid ons, waar bewogen ons uw sterke wijsheid noodt, onverschrokken, voor de hoge stille velden van de dood.
De Beweging (1909)

|