Een gedicht van Jan.E.F. Celliers 1865-1940
De tempel der reinheid.
(Hollands).
Ik droomde mij in wolken-landen; het blindend blank der zonnewanden al zwevend in 't rein azuur, als lenig marmer reuze-krullend, de dalen schaduw-purper vullend, - en goud-gekopt de stapel-muur.
En 'k zag 'n zaal vol schone vrouwen, het blank en blauw, in lange vouwen omhangend los de slanke le'en, in nauwe lijne-sluiting kozend om malse vormen rose-blozend, - en blanke voet op marmersteen.
'k Hoor stemmen als kristallen klokjes, in 't ruim gestrooid als wolken-vlokjes, bij scherts en blij-zang ongetoomd; waar vol-geteugd de boezems zwellen, in 't levend blauw der ether-wellen - door wijde ramen ingestroomd.
Die vlakte en andere gedigte (1908)
|