Een gedicht van Jacques Perk 1859-1881
Op de top
Lig daar, mijn wandelstaf! Hier is de top, En met de blauwe wolkjes, die er krullen Rijst uit het dal de rust naar boven op, Waar zich het wolkloos ruim mee schijnt te vullen;
De bergen wijken, breed van rug en kop, Die ze in een waas van matte nevel hullen. - Uit d' afgrond lacht gezang en steengeklop... Of dan die mensen nimmer rusten zullen?
Daar zwoegen ossen voor hun zware vracht, Ginds lijmt de bij haar zoete raten dicht, En kraait een haan zijn liedje van victorie:
't Juicht alles in 't bestaan, en heeft de plicht Van vrolijk-zijn nog nooit zo blij betracht.... En 't ontevreden stadskind droomt van glorie?
Gedichten (1882)
|