Een gedicht van René de Clercq 1877-1932
LEUS
Waar zielen krachten zijn en krachten daden worden, Waar uit het stoute brein een wond're wereld stamt, Waar grote menschen slaan en stormen uit hun orden, Gelijk, ten bergop uit, de bergenziele vlamt;
Waar felle boodschap brandt uit goudgevuurde borden, Waar rode razernij op zwarte muren ramt, Waar heldenhanden hoog het heldenzwaard omgorden, En naberouw noch spijt de slaande arm verlamt;
Daar staan wij, eigenvast, geschoord op beide voeten, Getroost met onze kop onz' koppigheid te boeten, En lachen op die spuwt en spuwen op die lacht!
Daar staan wij, taai en trots, bij zelfgenade vorsten, Die durven, één alleen, wat duizenden niet dorsten, En zwaaien door de wind de losse vaan der kracht.
De Noodhoorn (1940)
|