Een gedicht van Carel Scharten 1878-1950
Het Smeulend Vuur
Ik min u, smeulend vuur, ik min uw stille dichtheid, waarin het sluim'rend licht leit te wachten op zijn uur!
Ik min u in de morgen, die in het Oosten staat met aarzelend gelaat en houdt haar gloed verborgen.
Ik min u in de avond, die sterft in lang verbloeden, met diepe en diep're gloeden zijn duistre moorder lavend.
Ik min u in de zang, die in zijn klare kracht betóómt de zware pracht van Hartstochts hoog verlang.
Ik min u in de kleuren, beslagen van de gloed die hen versmelten doet; en 'k min u in de geuren,
die zwemen van een mond, dat rood en vochtig ooft, wanneer Zij om mijn hoofd de schuchtere armen rondt...
Ik min u, smeulend vuur, ik min uw donker branden, dat achter bleke wanden waakt en wacht op zijn uur!
1910
|