Een gedicht van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk
Ik die had kameraadschap uitgegeven
Ik die had kameraadschap uitgegeven tot levenswachtwoord in mijn jong getij, ik word nu door de makkers uitgedreven en kan geen schred meer houden met hun rij.
Er is geen plaats in het broederlijk leven, bij 't volk der makkers is geen plaats voor mij: nu moet ik mij in d'eenzaamheid begeven en hullen in herin'rings grauwe pij.
Daarom omfloerst nu waas van smart mijn ogen, ik zie mij door de leege jaren zwerven die liggen voor mij een verlaten veld;
en zie de bronnen van mijn kracht uitdrogen, mijn hart verdorren in dit levend sterven: ik had mijn zaak op broederschap gesteld.
De vrouw in het woud (1912)
|