Een gedicht van P.C. Hooft 1581-1647
Zang (Rozemond, hoor je spelen noch zingen?)
Rozemond, hoor je spelen noch zingen? Zie de dageraad aan komen dringen, Dartele duiven en zwanen en mussen Zouden de vaak uit uw ogen wel kussen, Zo ‘t u lustte de dode te ruimen Om de lust van de levende pluimen.
Alle weiden, alle duinen en dalen, Hunne aêm met verheugen ophalen, 't Heugelijk jaar met zijn vrolijke tijen, Is rechtevoort op zijn kwikste te vrijen. Kruien, bloemen en bomen veroveren, En zich sieren met levende loveren.
‘t Welig vee op zijn grazige zoden, O mijn min, ons te bruilofte noden. Al haar gezicht, haar gebaar en haar spreken, Lopen in ‘t end van de minnelijke treken. Op, op, op, eer de zon in de dauw schijn’. Laat ons alle gedierte te gauw zijn.
|