Een gedicht van Hermanus Asschenberg(h) 1726-1792
De hoveling
Een zekre koning maakte een jammerlijk gedicht, En gaf 't een hovling, om te zien of 't wierd geprezen. Dees sprak: wat weetniet, welk een zot, heeft dit verricht? 't Is een ellendig vers, niet waardig om te lezen. De koning zeide: Ik heb 't gemaakt. Hoe! gij, mijnheer? Hernam de hoveling: 'k wil zweren, op mijn eer, Dat gij 't met voordacht, dan zo slecht hebt willen maken: Uw majesteit is toch bekwaam tot alle zaken.
1793
|