Een gedicht van Paul van Ostaijen 1896-1928
Twist met Grete
Hoe zo’n twist ontstaat weet niemand. Zij weet het niet, Marguerite, En ik ook, ik weet het niet. Plots voel je zijn bestaan en zonder weerstand Word je meegevoerd. Om welke reden Zo’n twist ontstaat, kan niemand weten.
Enkel is hij daar, Tussen mij en haar, Als ’n metselaar, Die plots een muur begint te bouwen In een tuin, waar elke kleur Van elke bloem, die zich ontvouwen Wil, in zachte schijn van dageraad, Een nieuwe, ongekende kleur Verraadt.
De muur, zo opgebouwd, Hij breekt de één-wijde verte Van kleuren, die rillen in d’adem Der geurende herten; Hij is als een man die, stram en oud, Leeft te midden van een heel fris woud.
Zo herrijst, traag maar zeker, de twist Tussen ons beiden; niemand gist Wat er gebeuren gaat En bouwt verder een wal rond ‘tgeen Hem lief is, tot de wal sterk staat Steen op steen. En dan zien wij die wal Herrezen en hoe ‘t moeilik zijn zal Hem weer omver te halen.
|