Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932
Nederland
O, dierbaar plekje grond, ontwoekerd aan de baren! O land van mijn geboorte en teed're kinderjaren! Waar ik mijn eerste kinderspelletjes gespeeld, Mijn eerste kunsteloze zangen heb gekweeld-
Wat heeft mijn hart geklopt bij 't horen van uw helden, Die, door Gods hulp gesterkt, de vijand nedervelden, Van Neerlands Vorstenstoet en Staten-Generaal Zo rijk in lauweren en vroomheid allemaal.
O Neêrland! u wijd ik mijn zang, mijn lied, mijn leven, Mijn wens is slechts, voor u op 't bed van eer te sneven, Bescherm, o Neerlands God! ons land en vorstenhuis En sla des vijands heer met sterke hand tot gruis.
Uit de bundel: Grassprietjes (Cornelis Paradijs)
|