Een gedicht van Johannes Reddingius 1873-1944
SCHEMERLIEDJE
Schemerliedje, tintel-fijn, buiten zilvert maneschijn, buiten staan de bomen te dromen.
Sterren beven in ’t fluweel, ijl-hoog suist muziekgespeel, ‘k sta te zien en luister in ’t duister.
Schemerliedje, tintel-fijn, mocht ik met uw wijsje klein, geven stil verblijden wie lijden.
Uit de bundel: Johannneskind (1907)
Illustratie: het gerestaureerde graf van Reddingius in Bennekom.
|