Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936
Ik drink mijn zonden op als rijpe wijn
Ik drink mijn zonden op als rijpe wijn Waar een kap'laan zich heim'lijk aan bedrinkt: – Hij feest zijn oog aan 't glas, dat halfvol blinkt Binnen de lichtkring van de lamp, wier schijn
Wemelt rondom en scheem'ring wordt in 't klein Vertrek, waar vóor hem zich een heir verdringt Van dromen, tot zijn hoofd halfdromend zinkt: Hij prevelt stukjes van een vroom refrein:
Hij droomt zich Kardinaal of Paus, maar houdt De grendel op de deur – zijn pausschap komt Niet verder dan de drempel van zijn cel:
De andre dag treedt need'rig en devoot De priester, die in 't oud gewaad zich kromt, Voor 't altaar en hij leidt de ritus wèl...
Mephistopheles Epicureus, II
|