Een gedicht van P.A. de Génestet 1829-1861
MENSELIJK
Helaas; de zwakke mens in dit weemoedig leven, Hij heeft een weinig vreugd zo noodig voor zijn hart: Wij hijgen ras naar ’t eind van dorre lijdensdreven, En spoedig al te lang valt ons de nacht der smart.
Ook, Heer, wij trachten wel te bidden dat Uw wille Geschiede! – doch vergeef onze arme kindertaal, ’t Bedroefde hart, bij ’t vroom gebed, vraagt nochtans stille: Mijn God, geef mij een bloem en zend me een zonnestraal!
1860
Laatste der eerste
|