Een gedicht van Noco van Suchtelen 1878-1949
Spinoza
Wijd wijkt de vale hei: mijn peilende ogen turen Rusteloos door de mist die deint alom in t rond. Ik zie niet waar ik sta, ik zie niet waar ik stond, Omvangen te allen kant door onvatbare muren.
Ik ben niet bang: vast treedt mijn voet de ruwe grond: Ik deins niet zo een wolk van weemlende figuren Welt uit het nevelwaas als schimmen die niet duren; Niets blijft, alles vervloeit
onzeker dwaal ik rond.
Maar vóór mij zie ik plots een lichte lijn opblinken, Als boven t grauwe duin vér streept de zilvren zee; Dit is de weg en k ga, zacht fluitend, weltevree.
Zo dool ik door de neevlen die rondomme zinken Op wetens sombre hei; maar doemt, Spinoza, mij Uw glanzend pad, hoe ga k dan rustig, licht en blij!
Illustratie: Spinoza
![schrijver](http://www.gedichten.nl/images/184887.jpg)
|