Een gedicht van Albert Verwey 1865-1936 Bij de dood van een kind
Zij kwam een poos en zag met open oog De wereld aan. Toen is zij heengegaan. Wij wisten nooit wat haar het meest bewoog.
Soms is het of een kind Verdwaald is naar het leven. Het gaat alsof het zich bezint, En denkt: waar is mijn vroegre huis gebleven? Wie weet of ik het straks niet vind.
Soms schijnt het bij zijn komst alreeds volgroeid. Gelijk een zoete vrucht. Beweegt het schomlend door de voorjaarslucht. De huid is warm, die een rijp bloed doorvloeit. Het sterft, zo weinig nog vermoeid? Maar 't raadsel dat het in zich sloot Was de nabije dood.
Gevallen in de chaos als een vonk, Heeft haar gestalte ons kort bekoord. Een vonk - die weer verslonk. Nu tasten wij naar verf en woord En voeden onze herinnering Met een gedicht of tekening.
De Getilde Last (1929)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/albert_verwey.jpg)
|