God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Voor Jezus is er maar één maatstaf, de liefde. Voor Hem moet liefde in elke situatie het referentiepunt zijn. Voor Hem moeten we oordelen en reageren vanuit de liefde. Als dat zo is, dan zijn wij in staat om te relativeren, d.w.z. dan plaatsen wij medemensen en gebeurtenissen in relatie tot de liefde. Dat is het wat Jezus bedoelt. Daar geeft Hij ons voorbeelden van, zoals: slaat men op je rechter¬wang, bied je linker aan; dwingt men je een mijl te gaan, ga er twee; neemt men je onderkleed af, geef ook je bovenkleed ... Op die manier maak je duidelijk hoe waanzinnig het is om ongenoegen met ongenoegen of geweld met geweld te beantwoorden. - In deze vastentijd, tijd van ons keren tot God die Liefde is en van meer toeleg op de liefde, worden wij opgeroepen om de woestijn in te trekken; om in stilte bij God na te denken over ons omgaan met elkaar, over de bekoring om te oordelen over goed en kwaad.
Help ons om onze roeping te verstaan en help ons om onze roeping te verstaan en help ons om alles te volbrengen wat U van ons vraagt. Vul ons leven met Uw nabije aanwezigheid en mag Uw Heilige Geest onze blijvende gezel zijn in alle dagen van ons leven. Dit is ons gebed door Christus onze Heer.
In uw gulle liefde vragen we meer zegen over al onze geloofsgenoten, de zieken en de zwakken. Inspireer ons door Uw genade altijd trouw te blijven aan onze belofte. Begeleid onze stappen op de weg van de liefde en redding. Stort uw goddelijke gaven uit over ons, bescherm ons tegen alle kwaad en onthul oons Uw heilige wil.
Een godsdienstleraar had uitgelegd bij het bidden God aan te spreken vanuit het
hart. Toen kregen de leerlingen een stille tijd. Hendrik schreef : 'Goede
Vader, ik word dikwijls bespot om de andere kleur van mijn haar. Meestal raakt
het mij niet maar soms ligt het zwaar op mijn hart. Ik dank u omdat gij mij
helemaal neemt zoals ik ben. Dat vind ik tof.'
VADER VAN DE HONGAARSE ARENDSJONGSKES ISTVÁN REGÖCZI OVERLEDEN
Istvan Regöczi, de Hongaarse priester en vader van de Arendjongskens, is op donderdag 28 februari overleden.
BRUSSEL (KerkNet) - Istvan Regöczi, de Hongaarse priester en vader van de Arendjongskens, de weeskinderen voor wie hij zich zijn hele leven lang heeft ingezet, is op donderdag 28 februari overleden. Hij was 97 en kort na Pasen 2011 ernstig ziek geworden. Regöczi werd in 1943 in Poperinge tot priester gewijd. Kort na Pasen 2011 werd hij ernstig ziek. Hij kon sindsdien geen mis meer opdragen.
Istvan Regöczi, geboren op 5 oktober 1915, kwam onder de naam Paller István in 1926 samen met zijn broer met een kindertrein naar Poperinge. Hij verbleef 6 maanden bij de toenmalige deken Vervaeke van Poperinge. In Budapest rijpte bij hem in 1932 het idee om terug naar Vlaanderen te komen om er voor priester te studeren. Op 14 juni 1933 vertrok hij van Budapest naar Vlaanderen .... te voet. Hij kwam opnieuw bij deken Vervaeke terecht. Na zijn priesterwijding in Brugge in 1943 vertrok Stefaan tegen het advies van zijn vele vrienden in Vlaanderen terug naar Budapest. Voordien had hij met zijn boek Als Vlaanderen terugroept! (Davidsfonds 1939) een bestseller geschreven. Priester Arnold Ghesquière had heel de Hongaarse gemeenschap in West- en Oost-Vlaanderen gemobiliseerd en er ontstond de Hongaarse vriendenkring, die tot op vandaag nog steeds twee keer per jaar samenkomt.
Tijdens de bedevaart in Lourdes ontvangt iedereen van de Heer de nodige genade en kracht om de poort van het geloof te zien en binnen te gaan. Elke genade mag dan wel uniek zijn, maar zij heeft altijd te maken met God, met de anderen en met onszelf, de drie relaties die het geloof voldoende inspireert, verenigt en uitdiept om op een andere manier te leven, om een nieuw leven te ervaren, achter de ...poort van het geloof.
'En het is daarom zo belangrijk om eenzaam en oplettend te zijn als men bedroefd is, omdat het ogenschijnlijk gebeurtenisloze en stilstaande ogenblik waarop onze toekomst in ons treedt, zo veel dichter bij het leven staat dan dat andere luidruchtige en toevallige tijdstip waarop onze toekomst zich, als van buitenaf, aan ons voltrekt. Hoe stiller, geduldiger en opener wij in ons verdriet zijn, des te dieper en des te vastberadener komt het nieuwe in ons...'
Laten wij een stoel bijzetten, een bord meer aan tafel, een toegangskaartje in de ontspanningszaal en wat wij voor die 'afwezige' spenderen, delen wij gul met een vreemde familie, die met haar karige middelen ditzelfde voor ons zou doen, als wij hen gingen bezoeken.
Wie moet letten op zijn lijn, moet maar eens naast zich kijken naar een arme die daar geen moeite mee heeft. Wie zijn calorieën op de weegschaal moet leggen, lette er eens op of hij evenwichtig omgaat met de kansarme. Wie een gezonde honger voelt in zijn lichaam, begrijpt beter wat een derde van de wereld moet missen.
Veertigdagentijd beleven is geen kaartspel. Onze inzet voor de armen in de Derde Wereld verzekert ons geen onmiddellijke intrest. Het is een lange termijnrente die mensen van de straat helpt en aan het werk en osn alvast gelukkiger kan doen leven.
In zijn boodschap voor de veertigdagentijd vraagt de paus aandacht voor vier themas: geloof als antwoord op de liefde van God, naastenliefde als uitdrukking van het geloof, de onlosmakelijke band tussen naastenliefde en geloof en tot slot de voorrang van het geloof en het primaatschap van de liefde. "Zich openstellen voor de liefde van God betekent toelaten, dat Hij in ons leeft en ons er toe brengt met Hem, in Hem en als Hij lief te hebben."