God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Samen aan tafel gaan is tijd maken voor elkaar. Het is kauwen op het leven van elke dag. Het is de smaak van vreugde proeven, maar ook slikken wat bitter is.... Wie er de tijd voor neemt, krijgt energie om weer aan de slag te gaan, om weer de handen in elkaar te slaan.
Met God op weg gaan is tijd maken voor Hem en voor elkaar. Je mag kauwen op zijn Woord en ervaren dat gebroken brood en gedeelde wijn de smaak van het leven versterken. Wie er de tijd voor neemt, zal bevrijding en verbondenheid proeven en merken dat er energie vrij komt die nieuwe toekomst mogelijk maakt.
Samen door het leven gaan is zeggen tegen elke mens: "Kom en zie! Voor jou staat de tafel klaar. In jouw leven proef ik iets van God. En dat smaakt naar meer..."
Het klinkt zo eenvoudig, alsof er altijd een antwoord komt, gevonden wordt… geen deur die gesloten blijft. Zo eenvoudig is het niet. De vraag van de leerlingen: ‘Heer, leer ons bidden.’ is zo’n vreemde vraag nog niet. De sleutel hier is voor mij het vragen om de Geest. De Geest zal ons leren de juiste vragen te stellen, de antwoorden te verstaan, de weg te vinden, de juiste deur. De Geest zal mij de moed geven om het gebed dat Jezus ons gegeven heeft te bidden en mij te geven aan deze woorden – aan het door God gegeven Woord, Zijn Naam, Zijn Koninkrijk, Zijn Wil te doen en te vergeven aan een ieder die mij iets schuldig is.
In Oktober als de zomer traag is doodgegaan... bloeit een andere krans van rozen in het bidden van vele handen.
Gij hebt Maria altijd met een glimlach 't oor geneigd naar dit herhaalde noemen van uw naam. Bij de mysteries die door al die rozen gaan zijt Gij betrokken En ze reiken U door dat gebed een regenboog gedenken aan. In de rij van deze krans bidt gij een deel uit alle "Onze Vaders" mee. Gij wordt met heel uw wezen diep en schouwend een doorklaarde zee wanneer het "Glorie zij…" door dat brevier van vele leken gaat. In oktober als de zomer traag is doodgegaan bloeit de rozenkrans waarin het Evangelie staat.
Wij bidden voor alle blinden en slechtzienden dat techniek en wetenschap hen nuttig materiaal mag aanreiken. Dat velen de ogen openen voor hun zorgen, en hen in de gemeenschap aanvaarden als volwaardige medemensen.
Wij bidden voor alle kleine en grote mensen, dat we niet leven alsof we een paardenbril dragen of blind zijn, maar elkaar zien staan en aankijken met vriendelijke en dankbare ogen.
Laten wij geschiedenis schrijven door compassie te hebben met mensen op de vlucht. Compassie wil zeggen: opvang en gastvrijheid. Het zal niet altijd gemakkelijk zijn en het stelt ons voor grote opgaven en uitdagingen. Echter het kan ook betekenis hebben voor de toekomst van het land en de samenleving. Vreemdelingen en vluchtelingen zijn niet uitsluitend een probleem, maar brengen nieuwe krachten in een ‘oude’ samenleving.
En vanuit Bijbels perspectief... Achter elke vreemdeling kan God schuil gaan, en aan het begin van zijn leven gingen Maria en Jozef met Jezus op de vlucht voor het geweld van Herodes. En Herodessen zijn er nog steeds in onze dagen.
‘Ik sloeg mijn ogen op en had een visioen: Ik zag een man met een meetlint in de hand. Ik vroeg: ‘Waar gaat u heen?’ Hij antwoordde: ‘Ik ga Jeruzalem opmeten om te kijken hoe breed en hoe lang het zal worden.’ Toen verscheen weer de engel die met mij sprak en een andere engel kwam hem tegemoet. Deze zei tegen hem: ‘Vlug! Zeg die jongen daar dat Jeruzalem open moet blijven, niet ommuurd, vanwege de vele mensen... en dieren die in de stad wonen. Ikzelf zal voor haar – godsspraak van de heer – een muur van vuur rondom haar zijn.’ (Zach. 2, 5-9a)
Ik moest denken aan de vluchtelingenstroom, aan de hekken en muren die er soms worden gebouwd om hen buiten te sluiten. Het visioen van Zacharias raakt mij. Willen we ooit dat er vrede komt, dan moeten we geen muren bouwen maar muren afbreken, om te beginnen de muur van angst die om ons hart zit. Het visioen van Zacharias raakt mij om de godsspraak van de Heer, dat Hij zelf een muur van vuur zal zijn, een beschermende muur rondom de stad Jeruzalem en haar bewoners.
“Christen zijn betekent dat wij in elke mens Jezus zien en naar zijn gelaat zoeken bij diegenen die normaal vergeten worden. Zelfs te midden van de smog is God aanwezig, omdat Hij er door de straten blijft wandelen.”
Onze Vader van hemel en aarde, wij verlangen naar uw hemel op aarde maar vaak maken we het leven hier tot een hel door onze machtsstrijd, waardoor mensen beschadigd worden, letterlijk en figuurlijk, door onze grootheidswaan waardoor mensen gekleineerd worden, door onze competitie geest waardoor mensen in de hoek gedrukt worden.
Schenk ons uw Geest van wijsheid en kracht opdat we ons nooit te groot voelen om ons dienstbaar te maken aan iedereen met wie wij het leven delen, vooral aan de kleinen en de zwakken.
Maar ook woorden die aan elk van ons worden gericht.
"Jezus ziet u heel graag en Hij laat u nooit in de steek. Hij heeft u lief vanuit het diepste van zijn hart. Ook als wij Hem teleurstellen blijft Hij ons steunen, hoop geven en schenkt Hij nieuwe kansen en nieuw leven."
Wie altijd op de wind let, komt nooit aan zaaien toe; wie altijd naar de wolken kijkt, komt nooit aan maaien toe. Je kent de wegen van de wind niet, je kent het kind dat in de moederschoot groeit niet, zo ken je ook de daden niet van God, die alles maakt.