God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
In een wereld waarin mensen medemensen doden, wijst U, Heer, ons de weg naar echte vrede. Als een verre stem klinkt U in ons bestaan,... roept U ons om niet ons eigen heil te zoeken, maar warmte te geven en onderdak, om zelf licht, hand, wegwijzer, broer en zus te zijn.
Wees de bron die het kind in ons wakker houdt. Dan zullen wij klein kunnen worden aan onszelf en groot aan overgave aan anderen, en zal er toekomst en vrede mogelijk zijn voor iedereen op aarde, een huis voor iedereen, samen op weg in de voetsporen van Jezus, Uw mens-geworden Zoon. Amen.
"God is naar ons toegekomen. Dat is de echte betekenis van Kerstmis." Dat heeft Jozef De Kesel, de nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel, kort na middernacht gezegd tijdens zijn homilie in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in Brussel. "Hij heeft zich niet laten kennen door blijk te geven van macht en rijkdom. Hij heeft dat gedaan onder de vorm van een kind voor wie er geen plaats is. Onder de vorm van een vreemdeling die niet ontvangen wordt."
In een verwijzing naar de huidige vluchtelingencrisis waarmee Europa worstelt, vroeg De Kesel "niet alleen hen die ons genegen zijn" met liefde en eerbied te benaderen, "maar ook hen voor wie geen plaats is, die we als vreemdelingen benaderen, van elders komen, anders zijn, er niet bij horen. Op de vlucht voor een geweld dat geen naam heeft."
Het kind dat in Bethlehem geboren wordt, is "van een heel bepaalde soort", aldus de aartsbisschop. Heel zijn leven zal hij een vreemdeling blijven. "Hij zal niet eindigen als overwinnaar, maar als een veroordeelde, gehangen aan de schandpaal (...) Niet om te heersen is Hij gekomen, maar om te dienen. Niet om te tonen hoe ver Hij boven ons verheven is, maar om bij ons te zijn, één van de onzen, mens als wij. Solidair met hen die niet meetellen."
Op het einde van zijn homilie lanceerde De Kesel, die eerder dit jaar André-Jozef Léonard afloste als aartsbisschop, de oproep om "onze deuren niet te sluiten en onze grenzen niet te beschermen". "Anders riskeert het echt koud te worden. Een harde wereld, ieder voor zichzelf, onverschillig voor hen die buiten zijn."
Mochten we er ook binnen drie maanden, tijdens de zomer er nog bewust van zijn! Maar vergeten kunnen wij dat toch niet als we dag in dag uit barmhartig zijn voor elk-ander!
Barmhartigheid staat nu wel heel dicht in deze dagen voor Kerstmis.
Barmhartigheid betekent voor mij in de complexiteit van het samenleven en in ons eigen leven steeds zoeken om het hart, het positieve en zinvolle durven te zien en te beleven.. Begrip opbrengen, vergeven, opnieuiw beginnen met anderen en met jezelf. Dat vraagt vaak heel veel innerlijke kracht en soms is het een lange en lastige weg. Ons vertrouwen in een barmhartige Vader, zoals Jezus ons leerde, is gelukkig een steun. Barmhartigheid maak je in de praktijk door zoveel als kan met jouw hart naar mensen te luisteren,en door in de liturgie Gods liefde, Gods glimlach en vergeving aan te brengen.
Barmhartigheid is een thuis en een plek met een hart aanbieden.
Naar André Monstrey, rector van de basiliek Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, Dadizele.
In die dagen kwam Elia na een tocht van een dag in de woestijn bij een bremstruik.
Hij zette zich eronder neer. Hij verlangde te sterven en zei:
“Het wordt mij teveel, HEER, laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn vaderen.”
Daarop ging hij onder de bremstruik liggen en sliep in.
Maar opeens stiet een engel hem aan en zei tot hem:
“Sta op en eet.”
Hij keek open daar zag hij aan zijn hoofdeinde een koek, op gloeiende stenen gebakken,
en een kruik water.
Hij at en dronk en legde zich weer te ruste.
Maar opnieuw, voor de tweede maal stiet de engel van de HEER hem aan en zei:
“Sta op en eet; anders gaat de reis uw krachten te boven.”
Toen stond hij op, at en dronk
en, gesterkt door het voedsel,
liep hij veertig dagen en nachten
tot hij de berg van God, de Horeb, bereikte.
In het zoeken naar nieuwe vormen van gebedshuizen kwam men op het idee een kapel die ooit toebehoorde aan een paterorde, om te vormen tot een stilteplaats, en daarvoor koos men de naam DE BREMSTRUIK naar analogie met het verhaal hierboven.
Op de keper beschouwd is een mirakel een vorm van religieus dienstbetoon. Zoals men vroeger soms op voorspraak van een lokale politicus iets gedaan kon krijgen in Brussel, zo kan men op voorspraak van iemand die in de hemel vertoeft soms iets gedaan krijgen van God – aan sommige hemelbewoners kan God immers niets weigeren.
Te Lourdes doet God aan dienstbetoon door in zijn plaats mensen voor medemensen dienstbaar te stellen. Meer dan in gelijk welk bedevaartsoord ziet men duizenden zieken met om en rond hen hun begeleiders. Dokters, vrpleegkundigen, brancardiers en helpers, bedienaars van de vieringen en gebedsdiensten zijn er om mensen dienstbaar te zijn in hun gebed, ja zelfs om samen met hen te bidden.