God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Wees gewoon die je wezen mag: zoutkorreltje, lichtgevertje!
We kennen allemaal wel mensen die de sfeer maken..., op je werk, in een vriendengroep, in de sportclub. Iemand die met zijn vriendelijkheid de stemming bepaalt op familiebijeenkomsten of tijdens een busreis
Zo heb je dus ook de zonnetjes-in-huis, de mensen die smaak geven aan de avond, aan het etentje, de camping of de wandeling. Eén is genoeg. Je hebt aan één smaakmaker, een lichtgever genoeg voor een gezellige buurt, voor een fijne flat of een prettige afdeling in het ziekenhuis.
In het evangelie noemt Jezus deze mensen ‘het zout in de pap’.
Zout en licht zijn er voor de omgeving. En dan is het niet onduidelijk hoe de smaak van het zout moet zijn: het moet naar Jezus smaken!
En het is ook duidelijk welke kleur het lichtt moet hebben: het moet de glans van Christus verspreiden!
Het gaat erom, dat de mensen dwars door mijn daden, door heel mijn leven heen zien wie Gód is. Door zó te schijnen in deze wereld ontdekt men hét Licht: God.
Zout en licht … het zijn op zich maar kleine dingen. En toch belangrijk! Zijn ze er niet dan missen we ze! Het is erg bemoedigend dat je zout niet over het hoofd kunt proeven en dat je licht niet over het hoofd kunt zien.
Wees gewoon die je wezen mag: zoutkorreltje, lichtgevertje!
Wees waakzaam, want voor je het beseft heeft de consumptiewereld met je diepste dromen een loopje genomen en je verlangen naar geluk netjes ingepakt in koopgedrag.
Wees waakzaam, want voor je het beseft zijn je vragen verstomd, en zie je niet meer hoe het onrecht wordt goedgepraat, en ben je aangepast aan wat 'de gewone gang van zaken' heet.
Wees waakzaam, want voor je het beseft praat je mee met wat ze allemaal zeggen: dat het elk voor zich is in het leven, en dat jij toch ook maar één keer leeft.
Wees waakzaam, want voor je het beseft leef jij ook ten koste van anderen, ook al heb je de mond vol van kiezen voor de zwaksten.
God van vreugde, we storten ons uitbundig in de roes van de vakantie. Zon en lange dagen lokken iedereen naar buiten. Water, bos en bergen zijn gevuld met leeggelopen steden.
Ik mijmer. Zouden licht en warmte ook het hart van mensen vullen.......
Ik bid. Mogen handen, zwaar van ´t werken, nu tot tederheid verzachten. Mogen geesten, volgepropt met weten, nu tot wijsheid bezinken. God reis met ons mee.
Elk ogenblik van de dag of de nacht kan ik Jezus roepen. Hij kijkt altijd naar me uit, Hij luistert naar mijn roep. Wat een wonderlijke zegen. Geen nood aan telefoon of e-mail. Voor Hem is mijn fluisteren genoeg.
Ik weet: mijn redder leeft, en hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen. Hoezeer mijn huid ook is geschonden, toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen. Ik zal hem aanschouwen, ik zal hem met eigen ogen zien, ik, geen ander, heel mijn binnenste smacht van verlangen.
God van liefde en trouw, wij danken u, omdat wij mogen leven van uw genade, van deze aarde, van brood en licht, van mensen om ons heen; wij danken U, omdat wij leven hier en nu, soms met intens verdriet, soms vol vreugde; wij bidden U: laat geen toekomst en geen dood ons scheiden van Jezus Christus, vandaag en alle dagen tot in uw eeuwigheid.
Petrus was door Herodes gevangen genomen en sliep tussen twee soldaten aan wie hij met twee kettingen (de 'banden') was vastgeketend. Er verscheen een engel die hem wakker maakte en hem zei om hem te volgen. De ketenen werden verbroken, twee wachtposten werden gepasseerd, en de ijzeren poort van de gevangenis ging vanzelf open. Toen ze op veilige afstand waren, verdween de engel en merkte Petrus dat het bezoek van de engel geen droom was, maar zich werkelijk had afgespeeld. De kettingen werden tot cultusobject van de vroege christenen. Ze zouden door patriarch Juvenalis van Jeruzalem geschonken zijn aan de verbannen keizerin Eudoxia. Deze verdeelde de banden over de twee hoofdsteden van het Romeinse Rijk, namelijk Constantinopel en Rome. De laatste stad, waar Petrus werd vermoord, bezat reeds de boeien waarmee hij tijdens zijn laatste gevangenschap geketend was. De San Pietro in Vincoli-kerk te Rome werd in 439 in gebruik genomen om genoemde voorwerpen te vereren.
Je kan de liefde van Christus al eenvoudig doorgeven in je dagelijkse contacten, door bijvoorbeeld een goeie dag te zeggen op straat. Maar daarnaast is het ook een opdracht om te doen, waar je in gebed om vraagt. Als je in een gebed vraagt om brood, deel het brood dan ook uit aan de anderen.
Het grote Christuisbeeld boven het altaar in de parochiekerk van Krakau, zegt bisschop Van Looy, staat op mijn netvlies gebrand. Vooral de handen zijn veelzeggend. Ze zeggen zowel: 'Kom' als 'Ga maar'. Hij riep de jongeren op om er met hun smartphone een foto van te nemen zodat ze er ook thuis kunnen naar kijken. Laat je door Christus bekijken.
Heer van hemel en aarde, Schepper van al wat bestaat, ongrijpbare God Ik heb je gezocht in de bomen van het bos, in de golven van de zee, in zilver, goud en diamant, in beelden, schilderijen, in eenzaamheid. Ja, overal heb ik naar jou gezocht en tenslotte heb ik je gevonden in het mooiste wat je ons gaf: in de mensen, in hun liefde en goedheid. Dank je wel, God.
God, Schepper van al wat bestaat, van de ruimte en de aarde, van de zeeën en het land, van de gewassen en de dieren: heel uw schepping zingt van uw zorg. U kent ons als geen ander, U bouwt voor ons een huis, U bereidt voor ons een herbergzame plek en verjaagt voor ons de chaos. Daarvoor danken wij U God, en wij vragen: wijk niet van ons in nacht en duisternis, blijf bij ons, vannacht, morgen en al de dagen van ons leven, want 'Ik-zal-er-zijn' is immers uw Naam.
Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven. Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is daar loopt de mond van over.
Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.