God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Hoop is het vierde en laatste onderdeel van de oproep van Maria. Het ontbreekt de mens van vandaag aan vele dingen, maar het ontbreekt hem vooral aan hoop. Iemand zonder hoop leeft zonder toekomst. Wat voor leven heeft iemand zonder hoop op toekomst, of dat nu voor zichzelf is of voor zijn relatie met anderen? Zo’n leven eindigt vaak noodlottig. De kardinaal verwijst naar het hoge aantal zelfmoorden bij jongeren, omdat het leven voor hen vaak geen betekenis meer heeft. Het ontbreekt hen aan hoop, vooruitzicht op een toekomst. Maria vraagt van de mens van vandaag een diep geloof, hoop, onderlinge broederschap - die vandaag in grote mate ontbreekt - en vrede, nodig voor een waardig leven. De boodschap van Fatima is niet alleen relevant voor de Kerk. Zij is voor haar ook een opdracht en een plicht. De boodschap van Fatima is voor de hele mensheid bestemd. De drie herderskinderen kregen van Maria een uitzonderlijke, onherhaalbare zending. Een ondanks het feit dat zij slechts kinderen waren, hebben zij de boodschap van Maria met hun offers en gebeden over de hele wereld uitgedragen. De heiligverklaring vandaag benadrukt daarvan het belang.
Het derde thema van de boodschap van Maria is de oproep tot vrede. Maria heeft met de kinderen vaak over vrede gesproken en zij heeft hen gevraagd om voor vrede te bidden. Ze formuleerde dat verzoek op een moment dat legers wereldwijd in de Eerste Wereldoorlog waren verwikkeld. Maria riep op tot boete en tot gebed voor vrede omdat de mensheid anders zou verdwijnen, zoals duidelijk werd in het visioen van de kinderen over de hel en de zielen die daar in angst verblijven. Maria beklemtoonde de absolute, dringende noodzaak van vrede, om te vechten voor de vrede, om God om vrede te vragen. Die oproep blijft vandaag even actueel, want de mens heeft vele noden maar hij heeft vooral nood aan vrede voor zichzelf en voor anderen.
De tweede oproep van Maria, die bijzonder belangrijk is, is de oproep tot bekering. Maria vertelde de kinderen herhaaldelijk dat de mens zich moet bekeren. Hij moet sterker verbonden zijn met God en met zijn broeders en zusters. Tijdens de zes verschijningen bemoedigde Maria hen om dagelijks de rozenkrans te bidden en om offers te brengen ter compensatie van zonden. Tijdens haar derde verschijning vroeg Maria aan de herderskinderen om zich op te offeren voor de zondaars. Maria vroeg hen om bij elke offer te bidden: O mijn Jezus, het is uit liefde voor U, voor de bekering van de zondaars, en tot herstel voor de zonden begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria.
Deze Mariaverschijningen in Fatima zijn een historische gebeurtenis met een buitengewone betekenis. Die betekenis is niet alleen godsdienstig, maar ook maatschappelijk en politiek. Kardinaal Martins
Geloof
De Maagd Maria roept allereerst op tot geloof, zegt kardinaal Martins. Die oproep blijft actueel, want we leven helaas in een tijd waarin het aantal gelovigen blijft dalen en het ongeloof toeneemt. Er wordt steeds minder belang gehecht aan het katholieke geloof, het geloof van de evangeliën. Vele mensen hebben een abstract geloof, maar dat geloof maakt niet langer deel uit van hun concrete leven. Daarom heeft deze oproep van Maria ook na honderd jaar nog steeds een groot gezag. Kardinaal Martins vindt dat het ook voor niet-gelovigen van belang is te erkennen dat de mens niet aan de basis ligt van zijn eigen oorsprong. De mens is niet autonoom. Hij dankt zijn oorsprong aan God.
Barmhartige en liefdevolle Vader, vanaf U ons mensen hebt geschapen, bent U met ons bezig en houdt U ons vol liefde in uw hart. U bent immers oorsprong en doel van ons leven, fundament van ons bestaan. Wij danken U dat U ons leven draagt en koestert, dat wij er mogen zijn. Wij vragen u: maak ons vrij voor U, schep in ons stilte en ruimte temidden van het lawaai van alledag, zodat wij uw stem kunnen horen. De stem die ons roept tot een waarachtig leven in liefde geleefd. Amen.
Barmhartige God, ik heb spijt over al mijn zonden, omdat ik Uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ik U, mijn grootste Weldoener en het hoogste Goed, heb beledigd. Ik verfoei al mijn zonden en beloof met de hulp van Uw genade, mijn leven te beteren en niet meer te zondigen. Heer, wees mij, zondaar, genadig!
Niet alleen God is onzichtbaar. Soms moet een mens ook zoeken naar Maria.
Toen wij lang geleden ons huis kochten, groeide er een wingerd tegen de muur van ons stadstuintje. In de herfst kleurden de bladeren rood en vielen daarna af. Toen pas ontdekten we in een hoek een verweerd Mariabeeldje. We wisten niet goed wat we ermee aan moesten. Het was nog voordat retro hip werd en we wilden liever niet uitpakken met een stuk geloof dat in onze ogen eerder oubollig was. Dus lieten we de wingerd elk jaar weer zijn gang gaan.In de zomer was onze Maria onzichtbaar, maar ze was er wel.
Ze luisterde naar alle gesprekken die passeerden: de warmte en drukte van gezinsmaaltijden, de kwinkslagen als er vrienden op bezoek waren, de stille zorgen over de kinderen, de kleine ergernissen van het werk, de analyse van de meest uiteenlopende wereldproblemen. De idealen werden in de loop van de jaren wat kleiner, maar de hoop bleef taai.
En Maria bleef glimlachen.
In de loop der jaren leerde ik dat Maria op God lijkt. Ze is er altijd. We mogen haar vergeten, maar ze laat ons niet in de steek. Ze heeft alles gehoord, maar ze zet ons niet onder druk. Alleen af en toe vangen we een glimp van haar op. En misschien haalt ze dan het beste in ons naar boven.
De laatste jaren zie ik haar vaker dan vroeger.
Misschien wordt de wingerd oud, of ben ik het zelf?
Binnenkort ga ik vast met haar praten. Voor sommige onderdelen van je geloof heb je nu eenmaal een heel leven nodig.
Er zijn bomen en bomen. Aan de ene boom komen drie appels, maar aan een andere manden vol. Die laatste, dat is pas een boom. Daar heb je wat aan! Dat is een goede boom. Dat kun je zien aan zijn vruchten.
Er zijn mensen en mensen. Gelukkig zijn er ook goede mensen. Daar heb je wat aan! Misschien ben jij wel zo'n goede mens. Misschien zorg jij wel voor vrede om je heen. Misschien zorg jij voor mensen - dichtbij of ver weg - die niet voor zichzelf kunnen zorgen.
Maria is zij die een grot voor dieren weet om te vormen tot een thuis voor Jezus, met eenvoudige luiers en een overvloed aan tederheid.
Ze is de kleine dienstmaagd van de Vader die het van vreugde uitjubelt.
Zij is de vriendin die er steeds over waakt dat het in ons leven niet aan wijn ontbreekt, zij wiens hart werd doorboord met een lans, begrijpt alle leed.
Als moeder van allen is ze teken van hoop voor de volken die kreunen onder barensweeën in afwachting van de komst van de rechtvaardigheid.
Zij is de missionaris die dicht bij ons staat om ons in het leven te begeleiden en die ons hart opent voor het geloof in een moederlijke genegenheid.
Mei is in de Katholieke traditie de Mariamaand. Naast belangrijke dagen als Hemelvaart en Pinksteren staat Maria centraal in de kerk. Parochies besteden in de meimaand extra aandacht aan de devotie tot Maria. Het Mariabeeld krijgt vaak een plek op het altaar. Ook wordt Maria tijdens de vieringen geëerd door het bidden van het Weesgegroet. In veel plaatsen in het land worden de rozenkrans en het rozenhoedje gebeden en soms Mariaprocessies georganiseerd. Ook is mei de maand bij uitstek van bedevaarten naar bijvoorbeeld Lourdes, Kevelaer, Oostakker, Dadizele...