God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
"Wie of wat je bent en welk geloof je ook belijdt, toon wie je bent en geniet van de goddelijke momenten want het zijn voortekenen van het hiernamaals. Wees dankbaar maar probeer ook om te gaan met tegenslagen. Ja, vraag dan maar Zijn beschermende hand. Want ik ben er zeker van dat Hij bij ons is en voor ons zorgt. En blijf ook het goede zien in de mens. Zie elkaar graag en neem het op voor mekaar. Dat is wat elke godsdienst ons leert."
RozenkransEen rozenkrans (of paternoster) is een gebedssnoer dat gebruikt wordt door de katholieken als geheugensteun bij het bidden van het rozenkransgebed. Een rozenkrans bestaat uit 5 grote kralen en 50 kleine. Bij de grote kralen hoort een Onze Vader en bij de kleine kraaltjes hoort een Weesgegroet. Wie een rozenkransgebed bidt, bidt 150 maal het Weesgegroet en 15 maal het Onzevader, met andere woorden, men doorloopt de rozenkrans 3 keer. Aan de ketting zit een staartje met een kruis eraan. Deze staan symbool voor de inleidende aanroepen, gebeden en een geloofsbelijdenis.
Mysteries of geloofsgeheimen
Het bidden van een rozenkrans gaat gepaard met het gedenken van geloofsgeheimen (of mysteries). Er zijn 15 geloofsgeheimen, telkens gegroepeerd in groepjes van 5: de blijde, glorievolle en droevige mysteries. In 2002, het jaar van de rozenkrans, voegde paus Johannes Paulus II er de 5 geheimen van het licht aan toe. De mysteries geven een soort samenvatting van het evangelie. Het rozenkransgebed is een meditatie op de mysteries of de gebeurtenissen in het leven van Jezus die ons het plan van God openbaren om de mensen te redden. Sindsdien telt een rozenkransgebed 200 Weesgegroetjes en 20 Onzevaders.
Lieve Vader in de hemel, al mijn zorgen leg ik voor U neer. Ik wil U bidden voor mijn vrienden, wilt U voor hen zorgen, Heer? Bescherm hen, sla Uw armen om hen heen. Leid hen veilig naar Uw schuilplaats en laat hen nooit, nee nooit alleen. Blijf bij hen in de donkere nachten. Blijf bij hen in de eenzame tijd. Bevrijdt hen uit de macht van zonde. Sta naast hen in hun zwaarste strijd. En als ze overmeesterd worden door ziekte, pijn, of diep verdriet, zend dan Uw Geest, om troost te brengen, want U vergeet Uw kind’ren niet. Schenk hen hoop en nieuwe krachten zodat zij strijdend overeind blijven staan. Laat hen weten dat ze ‘t waard zijn en dat ze nooit alleen hoeven te gaan. Overlaad hen met Uw liefde en met Uw rust op al hun wegen. Schenk ze steeds Uw diepe vrede, maar bovenal Uw rijke zegen…
De Belgische bisschoppen gaan in op de uitnodiging van paus Franciscus om op de 1ste adventszondag (3/12) de rijkdom van de Bijbel te (her)ontdekken.
In zijn apostolische brief aan het einde van het Jaar van de Barmhartigheid schreef paus Franciscus: Het zou goed zijn mocht de gemeenschap op een zondag door het (liturgische) jaar haar engagement voor de verspreiding, kennis en verdieping van de Heilige Schrift vernieuwen: een zondag helemaal gewijd aan het Woord van God om de onuitputtelijke rijkdom te vatten die voortkomt uit de voortdurende dialoog tussen God en zijn volk. (Brief Misericordia et Misera, nr. 7)
De geestelijke leegte is nog nooit zo grot geweest. Het christelijke gebed vraagt niet dat God zou doen wat wij willen, maar dat wij Gods wil doen. God houdt zich op in de marge. Daar waar de mens van de mislukking woont. De mens die uit de bocht vloog, die vergeten wordt, in al zijn breekbaarheid. Ja, de mens is breekbaar! Ooit komen we allemaal in de marge terecht: als we ziek zijn, oud, hulpeloos, of dement worden. God is daar om ons op te vangen. Daar moet de kerk zijn, in de rand, de marge, in de kwetsbaarheid.
God, we danken U voor het leven, voor de bloemen, de dieren, de mensen; we danken U voor hen die ons leven tot een feest maken die ons vreugde brengen in moeilijke dagen; we danken U voor de zegen van kleine dingen de lach van een kind, de wijsheid van een oudere, wij danken u voor alle mogelijkheden die we krijgen om ons samenleven een feestelijke glans te geven. We danken U voor elke knipoog van U als we het soms niet zien zitten. Help ons om steeds uw vreugde uit te stralen opdat anderen erin kunnen delen, in Jezus' naam. Amen
Kort voordat Jezus is gestorven, heeft Hij Zijn moeder aan Johannes gegeven. Maria is nu de moeder van alle gelovigen. Ze is de moeder van de hele Kerk. Als je aan een moeder denkt, dan denk je aan iemand die zorgt. Moeder is er altijd als je haar nodig hebt. Wanneer er iets ergs gebeurd is, dan loop je meteen naar moeder om het haar te vertellen. Als moeder een paar dagen weg is, dan is het vreemd in huis. Moeder hoort bij het huis. Precies zo is Maria moeder van Jezus geweest. Ze heeft voor Hem gezorgd. Ze was er altijd als Jezus haar nodig had. We zagen haar op de laatste en moeilijkste weg in het leven van Jezus, de weg naar de kruisdood.
Ik zit er niet mee in om te getuigen over datgene waar ik van leef. Niet dat ik zo’n voorbeeld ben, maar als profwielrenner kan ik mijn bekendheid in positieve zin gebruiken om te getuigen over wat ik belangrijk vind in het leven. Ik ben niet beter dan een ander. Ik wil niemand iets opdringen, wel uitnodigen. En dan moeten ze zelf maar zien of ze zich willen laten inspireren. Ik vind het alvast belangrijk mijn geloof een plek te geven in mijn leven en ernaar te handelen.
De oktobermaand is vanouds Mariamaand. Leven vanuit een verbondenheid met de Moeder van de Heer, Maria die een groot voorbeeld is van leven en geloven. Van een gelovig vertrouwen dat er Een is die oorsprong, doel en zin van alle leven is. Bij God ligt dat begin. Maria opende haar hart en haar schoot: opdat God mens kon worden. Door en met Maria mogen wij dichter bij die Levensbron komen.
Voor elke vluchteling die onder erbarmelijke omstandigheden bij ons terecht komt, een arm om haar of hem te omarmen: Kom maar bij ons. Hier kun je veilig tot rust komen; totdat de wereld het klaar krijgt om de situatie in je thuisland zodanig te klaren dat je terug kunt.
En als dat te lang duurt, kun je hier blijven. We kunnen best iets van je leren, denk ik. We kunnen veel van elkaar leren, weet ik.
In China staat op een strandje aan een baai in Honkong een machtig beeld van de godin Guanyin; de “godin” met de duizend armen.( Godin van Barmhartigheid) Ze heeft ook vaak vier gezichten, zodat ze iedereen, in alle vier de windstreken, kan helpen.
Onze Maria. Zij heeft ook duizend titels, duizend armen: ivoren toren, ark van het verbond, morgenster, heil van de zieken, toevlucht van de zondaars, troosteres van de bedroefden, ……..
Heer, wanneer wij uw kruisweg niet begrijpen, maak het dan stil in ons hart, en leer ons inzien dat gebed en daden van liefde zoveel beter en heilzamer zijn dan agressie en geweld. Omhels ons met uw kruisgenade, met uw Geest van 100% geweldloosheid, gelovend dat deze weg Vrede en opstanding brengt in een wereld die dorst naar U.
Ze zijn zeldzaam geworden in ons midden: mannen met een lange grijze baard en pijp, sterke vrouwen, priesters en religieuzen, missionarissen. Om de drie of vijf jaar waren ze op de parochie: gastvrij onthaald bij vader of moeder, broer of zus. Enthousiast vertelden ze over verre landen en vreemde culturen. Een houten beeld, een exotische vrucht, wat koperwerk of kleurrijke postzegels, en een avond met lichtbeelden over het oerwoud of het missieschooltje kleurden hun fantastisch verhaal tot een brok boeiend avontuur. Maar het was meer dan dat... Diep in hun ogen blonk de vreugde van het dienen. In hun hart klonk de onweerstaanbare roepstem: ‘Kom, en volg mij. Ik zend U.' Mannen en vrouwen met een zending: 'Ga uit over de hele wereld en verkondig het evangelie aan heel de schepping.' Vandaag zijn ze er nog. Wat minder talrijk en misschien minder kleurrijk, nauwelijks gekend en gewaardeerd. Maar hun zending is dezelfde: in Zijn Naam stem geven aan de stemlozen, gehoor geven aan hen naar wie niemand luistert, teken van hoop zijn voor hopelozen. Met jonge kerken bouwen ze aan de toekomst van Gods droom op aarde. Met hun leven voeden zij het religieuze zoeken van elke mens naar een God die Liefde is. Missionarissen, mannen en vrouwen, woordvoerders van de Heer die zegt: “Ik ben gekomen opdat zij het leven zouden bezitten, en wel in overvloed. “
(Don Bosco kalender 1995, achterzijde september 1995)
neemt een belangrijke plaats in de Franciscaanse spiritualiteit in. Toen Franciscus knielde en bad voor dit kruis, werd hij door de Gekruisigde aangesproken: 'Ga en herstel mijn huis'. Het werd een keerpunt in het leven van Franciscus. 'Het gebed voor de gekruisigde' dat is toegeschreven aan Franciscus, is de eeuwen door talloze malen herhaald door vele gelovigen.
GEBED VOOR HET KRUIS
Hoogste, luisterrijke God, verlicht de duisternis van mijn hart en geef mij het juiste geloof, de vaste hoop en de volmaakte liefde, het besef en de kennis, Heer, om uw heilig en waarachtig gebod te kunnen volbrengen.