God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Eén van de meest gewijde, folkloristische broden is dat van Sint Hubertus, patroon van de jagers die zijn feestdag vierde op 3 november. Vroeger leidde men jachthonden de kerk in om ze te laten zegenen op Sint Hubertusdag. Dit werd gezien als voorbehoedmiddel tegen hondsdolheid. Om diezelfde reden at men die dag de door de kerk gewijde Sint Hubertusbroodjes.
Vrienden van God. Dat is de magnifieke omschrijving voor de heiligen en voor ons allemaal. Je hoeft niets te doen om Gods vriend te zijn. Je wordt het zomaar, uit pure Liefde.
Jezus is duidelijk. Hij vat de hele Wet samen in één woord: bemin!
Bemin God. Bemin uzelf. Bemin uw naaste.
Ze staan gelijkwaardig naast elkaar en zijn met elkaar verbonden. Ik kan God niet beminnen als ik mezelf of mijn naaste haat. Ik kan mijn naaste niet beminnen, als ik mezelf haat. God is liefde. Waar liefde is, is God.
God, liefde is zoveel meer dan zoete, romantische gevoelens die komen en gaan. Liefde is een keuze: telkens weer ‘ja’ zeggen tegen de ander zoals hij is, ‘ja’ zeggen tegen mij, zoals ik ben, ‘ja’ zeggen tegen U, zoals U bent. Help me, vanuit uw ‘ja tot ons’ te leven.
Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend. Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid.
Op Allerzielen, 2 november, vindt op de parochies een bijzondere viering – een eucharistieviering of een gebedsdienst - plaats waarin de parochianen die het afgelopen jaar zijn overleden, worden herdacht. Meestal worden hun namen één voor één afgeroepen en wordt voor elk van hen een kaarsje aangestoken. Het kruisje dat tijdens de uitvaart van de overledenen van het voorbije jaar in de parochiekerk op een herdenkingswand of herdenkingstafel werd gelegd, wordt tijdens die dienst overhandigd aan de nabestaanden die het dan mee naar huis kunnen nemen. De liturgische kleur is paars (of grijs).
Elk jaar viert de rooms-katholieke Kerk op 1 november het feest van Allerheiligen. Centraal staat het leven na de dood. In de feestelijke eucharistieviering die dag wordt het leven van de heiligen en martelaren, gekend en ongekend, herdacht. Allerheiligen wordt gevierd als een zondag. Er is niet zoveel onderscheid met de vieringen op de andere zondagen, zij het dat het om een hoogdag gaat met eigen accenten in de liturgie (eredienst). De liturgische kleur is wit.
Een literair en sociaal project waarbij dichters eenzaam gestorvenen begeleiden naar hun laatste rustplaats. Een project dat niet zou moeten, maar we kunnen niet om die verschrikkelijke waarheid heen. Vandaar gelukkig dat er mensen zijn die op deze of gene wijze toch een laatste eer betuigen aan de overledene.
Je hoort het in de media hoe vaker hoe meer en dan wijst men nogal vlug naar de ongevoelige egoïstishe maatschappij. Maar heb je er al bijgestaan dat, al had de overledene heel wat familie, deze geen enkel contact wou, ook al was ze amper een paar maanden voor de dood nog bij eigen broer geweest? En helaas is deze mens in alle eenzaamheid gestorven en kreeg ze een eenzame uitvaart, niet begeleid door poëzie of lied, maar door vier betaalde dragers....
"Wie of wat je bent en welk geloof je ook belijdt, toon wie je bent en geniet van de goddelijke momenten want het zijn voortekenen van het hiernamaals. Wees dankbaar maar probeer ook om te gaan met tegenslagen. Ja, vraag dan maar Zijn beschermende hand. Want ik ben er zeker van dat Hij bij ons is en voor ons zorgt. En blijf ook het goede zien in de mens. Zie elkaar graag en neem het op voor mekaar. Dat is wat elke godsdienst ons leert."
RozenkransEen rozenkrans (of paternoster) is een gebedssnoer dat gebruikt wordt door de katholieken als geheugensteun bij het bidden van het rozenkransgebed. Een rozenkrans bestaat uit 5 grote kralen en 50 kleine. Bij de grote kralen hoort een Onze Vader en bij de kleine kraaltjes hoort een Weesgegroet. Wie een rozenkransgebed bidt, bidt 150 maal het Weesgegroet en 15 maal het Onzevader, met andere woorden, men doorloopt de rozenkrans 3 keer. Aan de ketting zit een staartje met een kruis eraan. Deze staan symbool voor de inleidende aanroepen, gebeden en een geloofsbelijdenis.
Mysteries of geloofsgeheimen
Het bidden van een rozenkrans gaat gepaard met het gedenken van geloofsgeheimen (of mysteries). Er zijn 15 geloofsgeheimen, telkens gegroepeerd in groepjes van 5: de blijde, glorievolle en droevige mysteries. In 2002, het jaar van de rozenkrans, voegde paus Johannes Paulus II er de 5 geheimen van het licht aan toe. De mysteries geven een soort samenvatting van het evangelie. Het rozenkransgebed is een meditatie op de mysteries of de gebeurtenissen in het leven van Jezus die ons het plan van God openbaren om de mensen te redden. Sindsdien telt een rozenkransgebed 200 Weesgegroetjes en 20 Onzevaders.
Lieve Vader in de hemel, al mijn zorgen leg ik voor U neer. Ik wil U bidden voor mijn vrienden, wilt U voor hen zorgen, Heer? Bescherm hen, sla Uw armen om hen heen. Leid hen veilig naar Uw schuilplaats en laat hen nooit, nee nooit alleen. Blijf bij hen in de donkere nachten. Blijf bij hen in de eenzame tijd. Bevrijdt hen uit de macht van zonde. Sta naast hen in hun zwaarste strijd. En als ze overmeesterd worden door ziekte, pijn, of diep verdriet, zend dan Uw Geest, om troost te brengen, want U vergeet Uw kind’ren niet. Schenk hen hoop en nieuwe krachten zodat zij strijdend overeind blijven staan. Laat hen weten dat ze ‘t waard zijn en dat ze nooit alleen hoeven te gaan. Overlaad hen met Uw liefde en met Uw rust op al hun wegen. Schenk ze steeds Uw diepe vrede, maar bovenal Uw rijke zegen…
De Belgische bisschoppen gaan in op de uitnodiging van paus Franciscus om op de 1ste adventszondag (3/12) de rijkdom van de Bijbel te (her)ontdekken.
In zijn apostolische brief aan het einde van het Jaar van de Barmhartigheid schreef paus Franciscus: Het zou goed zijn mocht de gemeenschap op een zondag door het (liturgische) jaar haar engagement voor de verspreiding, kennis en verdieping van de Heilige Schrift vernieuwen: een zondag helemaal gewijd aan het Woord van God om de onuitputtelijke rijkdom te vatten die voortkomt uit de voortdurende dialoog tussen God en zijn volk. (Brief Misericordia et Misera, nr. 7)
De geestelijke leegte is nog nooit zo grot geweest. Het christelijke gebed vraagt niet dat God zou doen wat wij willen, maar dat wij Gods wil doen. God houdt zich op in de marge. Daar waar de mens van de mislukking woont. De mens die uit de bocht vloog, die vergeten wordt, in al zijn breekbaarheid. Ja, de mens is breekbaar! Ooit komen we allemaal in de marge terecht: als we ziek zijn, oud, hulpeloos, of dement worden. God is daar om ons op te vangen. Daar moet de kerk zijn, in de rand, de marge, in de kwetsbaarheid.
God, we danken U voor het leven, voor de bloemen, de dieren, de mensen; we danken U voor hen die ons leven tot een feest maken die ons vreugde brengen in moeilijke dagen; we danken U voor de zegen van kleine dingen de lach van een kind, de wijsheid van een oudere, wij danken u voor alle mogelijkheden die we krijgen om ons samenleven een feestelijke glans te geven. We danken U voor elke knipoog van U als we het soms niet zien zitten. Help ons om steeds uw vreugde uit te stralen opdat anderen erin kunnen delen, in Jezus' naam. Amen
Kort voordat Jezus is gestorven, heeft Hij Zijn moeder aan Johannes gegeven. Maria is nu de moeder van alle gelovigen. Ze is de moeder van de hele Kerk. Als je aan een moeder denkt, dan denk je aan iemand die zorgt. Moeder is er altijd als je haar nodig hebt. Wanneer er iets ergs gebeurd is, dan loop je meteen naar moeder om het haar te vertellen. Als moeder een paar dagen weg is, dan is het vreemd in huis. Moeder hoort bij het huis. Precies zo is Maria moeder van Jezus geweest. Ze heeft voor Hem gezorgd. Ze was er altijd als Jezus haar nodig had. We zagen haar op de laatste en moeilijkste weg in het leven van Jezus, de weg naar de kruisdood.
Ik zit er niet mee in om te getuigen over datgene waar ik van leef. Niet dat ik zo’n voorbeeld ben, maar als profwielrenner kan ik mijn bekendheid in positieve zin gebruiken om te getuigen over wat ik belangrijk vind in het leven. Ik ben niet beter dan een ander. Ik wil niemand iets opdringen, wel uitnodigen. En dan moeten ze zelf maar zien of ze zich willen laten inspireren. Ik vind het alvast belangrijk mijn geloof een plek te geven in mijn leven en ernaar te handelen.