God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Wie de rozenkrans bidt, overweegt de grote mysteries van het heil dat God voorheeft met alle mensen en dat Hij in Jezus Christus toont. Maria heeft dit heil gedragen en gevoed, zij heeft ‘Ja’ gezegd met heel haar leven aan Gods wil. Zij is de eerste gelovige van het nieuwe verbond en zij gaat met ons mee wanneer wij de rozenkrans bidden. De weg van de blijde, de droevige, de glorierijke en de lichtmysteries. Maria was er destijds bij en heeft het gezien met haar blik van het geloof. Zij gaat nu ook met ons mee doorheen al die goddelijke en menselijke ervaringen van heil en helpt ons te kijken met de blik van het geloof.
Zo willen wij verbonden met elkaar als kerkgemeenschap, als veelgiefde kinderen van God, als mensen van goede wil met Maria bidden en geloven dat Gods wil ook vandaag het beste is over ons leven en samenleven.
Er wordt veel gebeden, gelukkig maar! Bidden is immers antwoorden op de genade die God ons geeft en het kanaal openhouden waardoor zijn liefde stroomt. Bidden is uitdrukking geven aan ons geloof dat Gods wil over ons leven en samenleven het beste is. Aan dat geloof en vertrouwen ontbreekt het ons echter meer dan we zouden willen. We zien met onze menselijke blik zo veel en zo vaak wat verkeerd gaat, wat anders verloopt dan we wensen en nog meer dat anders is dan wat Jezus in het evangelie toont aan Rijk Gods. Het is goed en zalig om dan ons beperkte geloof te hechten aan het geloof van Maria en met haar te bidden.
Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden en heeft hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten.
Mogen ook wij op onze beurt goedheid en menslievendheid rondstrooien!
Wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen.
Lof met uitstelling en monstrans; elke avond thuis de rozenkrans. Priesters, broeders in het lang, een Hoogmis met gregoriaans gezang.
Op feestdagen een drie-heren mis en vrijdags nergens vlees, maar vis. Volle aflaat en veertig quadragenen, geen korte rokjes en vooral geen blote benen.
Een priester met de rug naar het volk, heel veel engeltjes op een wolk. Dood, oordeel, hemel of hel, een misdienaar met een altaarbel.
Antoniusbrood, Hubertusbrood, de kerk met haar moederschoot. Veel wierook in een wierookvat, een zieltje waar een vlek op zat.
Processie met baldakijn, en lid van de H. Familie zijn. 's Zondags vespers of completen, en vooral je kerkboek niet vergeten.
Voor alles krijg je genade van staat, een schietgebedje kan ook geen kwaad. Geloof, hoop, liefde en berouw, op het priesterkoor vooral geen vrouw.
De suise met "eerbied in Gods huis", leef vroom en zedig, rein en kuis. Hoogeerwaarde, Zeereerwaarde, Eerwaarde, kruisdagen voor de vruchten der aarde.
Te Deum Laudamus een pauselijke zegen, Christoffel beschermer op alle wegen. Een priester met een bonnet, de mis begint met een voetgebed.
's Zondags mag je beslist niet breien, en in de vastentijd niet vrijen. Vijf geboden van de kerk, zilverpapier voor het missiewerk.
Af en toe op bedevaart, St. Jozef wordt gevierd in maart. 1e schaal, 2e schaal, 3e schaal, met een cent begint het kapitaal.
Ridder van het Heilige Graf, met kap en degen, zondaars die het schuifje kregen. Donderpreek met veel Latijn, een misdienaar zit aan de wijn.
Missionarissen die zwartjes bekeren, drie keer daags de Engel des Heren. Openen en sluiten met de christelijke groet, een moeder die haar kerkgang doet.
Een bisschop slaat je op de wang, de vastentijd was toch zo lang! Antonius voor verloren zaken, de-gelovigen-zijn-verplicht-de-hun-bekende- huwelijksbeletselen-waarin-niet- is-gedispenseerd-ten-spoedigste aan-de-pastoor-bekend-te-maken.
Een zegen met de wijwaterskwast, een drietal beelden op de kast. Portiuncula op Allerzielen, op een of twee knieën knielen.
Engel van God die mij bewaart, heeft de duivel wel of niet een staart? Een retraite voor het volle leven, een missiepreek om van te beven.
Van de zuster een heel mooi prentje, de knikengel dankt al voor het centje. St. Cecilia op het koor, en ga zo maar door, ga zo maar door.
Een madeliefje plukken, en dan één voor één de bloemblaadjes er uit trekken: Hij houdt van me, hij houdt niet van me...., hij houdt van me, hij houdt niet van me.... En uiteindelijk wist je het dan eigenlijk nog niet zeker. Voor sommige mensen werkt het met God's Liefde net zo: Hij houdt van me, Hij houdt niet van me..... Maar we mogen het zeker weten: God houdt van ons, met een onvoorwaardelijke Liefde. Hij, die er was, die er is, en die er altijd zal zijn, houdt van jou !!! Nu vraag je misschien, waarom ik dat zeker weet. Zeg nou zelf: Als je uit Liefde je eigen Zoon laat sterven, dan moet je toch wel heel veel van de mensen houden waar je dat voor over hebt.
Heb je er wel eens over na gedacht, wat er gebeurt als je door een kerkdeur naar binnen gaat? Heb je wel eens aan de lijve ondervonden, dat zo een deur een verbinding is van twee werelden? Aan de ene kant van de deur ligt het rumoerige, dagelijkse leven van werken en zaken doen. Het leven met zijn zorg en zijn gezelligheid, het leven waarvan wij genieten met zoveel goeds en ook met zoveel kwaads, narigheid, leugen, bedrog en achterdocht. Aan de andere kant, de ruimte waar wij, met al onze onrust en onze zorgen, tot rust kunnen komen. In die ruimte is het licht anders. Het wordt getemperd door gebrandschilderde ramen, door de sfeer van beschouwing en gebed, van dieper en anders zien. Die ruimte is indrukwekkend door haar sterke muren, de oprijzende pilaren en de hoge gewelven. We zijn in het huis van God, waar alles wijst naar zijn goedheid, naar zijn barmhartige liefde. Dat is de ervaring van vele toevallige bezoekers, pelgrims en toeristen. Het moge de ervaring zijn van elke kerkganger, die door de kerkdeur naar binnengaat.
Ik vraag me af of er een alternatief bestaat voor de heersende opvatting dat alles maakbaar is en afhangt van menselijke inspanning.
Wat een zware last en schuld legt de mens op zijn schouders door te denken dat alles afhangt van zijn eigen inspanning. Ik vraag me af of een andere manier van denken mogelijk is. Anders is in ieder geval de religieuze houding tegenover de werkelijkheid. Of die een alternatief kan bieden voor de fixmentaliteit weet ik niet. Maar deze 7 rebelse religieuze inzichten die je voorbije dagen kon lezen, zetten wel aan het denken.
Dit is misschien wel het moeilijkste religieuze inzicht van allemaal. Ik ben al vrij om te beminnen. Hemel en aarde zijn al verzoend in Christus. Ik mag die ruimte van de verzoening binnengaan. Ik mag die ruimte in mij toelaten en zich laten ontvouwen als een vuist die haar greep op de dingen lost. Ik mag geloven.
Eerlijk: de ander liefhebben, is iets wat ik vaak niet kan. Niet zoals God dat doet. Dat is een pijnlijk besef waar ik door moet als ik de weg van de liefde wil gaan. Er zijn momenten dat het me tot wanhoop en scrupules dreef. Tot ik besefte dat de onmacht een zalige grens is om op te botsen. Recht in de armen en de schoot van de Almachtige.
‘Weet je met jezelf geen blijf, doe dan iets voor een ander’, zegt m’n vrouw wel eens als ik weer eens niet te pruimen ben. Daar zit veel psychologische wijsheid in. Maar dit religieuze inzicht waarschuwt ook tegen te veel dadendrang. Er staat niet ‘doe iets voor een ander’, er staat ‘heb hem lief’. Dadendrang kan leiden tot verbetenheid, vals plichtsbesef, in orde willen zijn, per se de goedzak uithangen. Liefhebben betekent soms: gewoon luisteren naar de zorgen van een ander, haar al mijn aandacht geven zonder haar probleem te willen fixen, haar in mijn hart het beste toewensen… Vanuit die houding zal me wel ingegeven worden wat er te doen valt.
M’n eerste pogingen om te luisteren geven geen vrede, maar confronteren me met een kakofonie van stemmen. Innerlijke stemmetjes. Uiterlijke stemmen die me door de media toeschreeuwen en in m’n herinnering weerklinken. Vluchten of verdoven is dan mijn eerste reactie. Maar dan mis ik ook de roep van het enig noodzakelijke. Die hoor ik pas als ik afdaal onder het rumoer. Als ik leer wachten op wat er uit de diepte bij mij aan waarheid en leven opborrelt.
Wat te doen als alles (of toch veel) leeg en voorbijgaand is? Het eerste is: luisteren. Stil worden en luisteren. Luisteren breekt m’n ik open. Ik laat de mogelijkheid toe dat ik geraakt word door de ander, door de Ander. Luisteren is moeilijk. Het vereist dat ik m’n dadendrang even ‘in de wacht’ zet. Dat is het zware werk van stil worden.
Ook dit tweede inzicht helpt me onthechten van bijkomstigheden. Veel van m’n zorgen zijn morgen al vergeten. Ja, ook m’n ikje gaat voorbij. Gekoesterde en bevochten identiteiten zijn maar tijdelijke verblijfplaatsen. Soms is het pijnlijk om daarmee in het reine te komen. Een beetje sterven voor ik sterf. Maar vreemd genoeg opent dat ook een perspectief naar iets van eeuwigheid.
Alles is ijl en ijdel, grijpen naar wind.(Prediker)
Alles? Toch best veel als ik erop begin te letten. Om me heen. Bij mezelf. Hoeveel drukdoenerij wordt niet veroorzaakt door ijdelheid, door ikzucht, door individuele of collectieve identiteiten. Het ik heeft voortdurend bevestiging nodig. Dat opmerken, is het begin van onthechting. Onthechten is niet me iets ontzeggen wat ik heel graag heb. Wel inzien dat iets meer schade veroorzaakt dan vrede brengt. Bij mij, bij de mensen rond me, bij de samenleving, bij de aarde. Het is een grote opluchting dat te mogen laten vallen.
De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.