God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Deze woorden, maar dan vooral in het Engels, zie ik vaak opduiken maar dan wel niet langer bij ons dan veel eerder 'in den vreemde'. Zijn wij dan zo ver afgedwaald? Misschien, al durven velen van ons zich nog richten tot Jezus, maar het omgekeerde, zeg maar het feit dat Jezus zelf van ons houdt, lijkt ons haast wereldvreemd, onmogelijk, een utopie of hoe je het ook wil noemen.
En toch, God heeft ons vanaf het begin lief gehad en dat belijden wij telkens opnieuw in alle toonaarden, elk naar zijn eigen gesteldheid. Daar voelen we ons goed bij. En het gebeurt ons ook vaak dat wij ons via Jezus tot God richten, maar dat Jezus van ons houdt komt ons, Westerse mensen, zo vreemd over, ongemakkelijk zelf. En foto's als deze die ergens het meest essentiële weergeven van Zijn Liefde voor ons durven wij niet langer meer doorsturen, toch niet aan vrienden of bekenden, als je deze al vindt! Het is zoals zoken naar Kerstkaarten waar nog de echte boodschap van Kerstmis wordt weergegeven; ook deze moet je zoeken met een vergrootglas.
En toch zijn of waren het deze woorden die voor velen dé inspiratiebron zijn/waren om zich een leven lang te wijden aan de Heer Jezus.
Als we het al eens stil durven en kunnen maken in onszelf en enkel deze woorden overwegen: 'Jezus houdt van je', dan weten wij dat dit maar al te waar is, dat twij ons heel gelukkig mogen achten, dankbaar alles in Zijn handen te mogen leggen en zo in vrede verder te gaan ...
De Italiaanse christendemocraat Mario Mauro zegt dat Europa zijn ogen niet langer kan sluiten voor het fenomeen: Duizenden bisschoppen, priesters, religieuzen en gewone gelovigen kwamen door de vervolging van christenen om het leven in Irak, Egypte, Pakistan en talrijke andere landen. Wij mogen dit beschouwen als een van de meest dramatische fenomenen van onze tijd. Christenen zijn zonder meer de meest vervolgde religieuze minderheid. Volgens Mauro worden de christenen in deze landen vaak ook al te snel geassocieerd met het westen. Maar dat is een hertekening van de geschiedenis, want vaak zijn zij al duizenden jaren in deze landen aanwezig.
In een letterlijk bovenste lade ligt een gebed dat ik helaas nooit lees, laat staan bid. Misschien omwille van de lengte van dat gebed. De titel : 'Gebed tot de ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA voor het MIRAKULEUSBEELD TE DADIZELE'. De lengte van dit gedrukte gebed beslaat namelijk maar liefst acht pagina's in bijzonder kleine druk zonder niet één enkele afbeelding, en dit op een formaat van acht bij vijftien centimeter. Dit gebed werd voor de eertste maal uitgegeven op 5 oktober1866!.
Mocht dit gebed niet zo lang zijn, dan zou ik graag de tekst met jullie delen.
Maar wat we misschien wel mogen onthouden is wat onderaan gedrukt staat, en nu vertaal ik dit vrij naar het gebruikelijke Nederlands van vandaag: "Uw gebed zal verhoord worden indien jullie dit gebed biden met de vereiste gesteltenis".
Inderdaad, ook ik moet me vaak op de borst kloppen, want hoe afwezig ben ik bij het eenvoudig bidden van een Weesgegroet of van welk morgen- of avondgebed dan ook. We denken reeds aan de berichten op onze pc ...
Als mensen vandaag in een dipje zitten, er hen iets tegengaat, dan is het misschien omdat wij ook vandaag weer eens geen tijd genomen hebben om het even stil te maken om te bidden. Het hoeft daarom geen ellenlang gebed zijn zoals bovenstaande, als het maar 'met de juiste ingesteldheid' gebeurt.
Geef in mijn handen, Heer, het graan van jouw liefde en toon mij het veld waarop ik zaaien mag. Met jouw genade zal ik gaan, jouw liefde zaaien in smalle voren van het mensenhart.
Wil, Heer, mij geven wat een goede zaaier nodig heeft: een groot geloof, een rustig hart, een eindeloos geduld en veel, zeer veel edelmoedigheid. Amen.
Omdat ik weet dat Gij mijnaderbrengt tot U en tot mijzelf zoals ik ben, wees dan even mild, o God. Ik bid U: hoor mij aan. Bij U herwon ik levensmoed als ik niet wist waarheen, waartoe. Wees nu, dan even mild, o God. Ik bid U, hoor mij aan.
Psalm 4,2
Bij het overdenken van deze psalm dacht ik aan Mgr. Vangheluwe die misschien ook nu deze woorden richt tot zijn Heer...
Drie koningen zagen een sterre, een sterre van wondere pracht; de sterre van Jacob, het teken, zolang aan de hemel verwacht. Zij repten zich heen in 't geleide der ster, die zij hadden aanschouwd, naar 't land van de Joden met giften van mirre, van wierook en goud.
Toen zij te Jeruzalem kwamen, verdween er de sterre meteen; zij gingen naar koning Herodes, en vroegen: waar moeten wij heen? Waar is er de Koning geboren, wiens sterre wij hebben aanschouwd? Wij zijn ter aanbidding gekomen met mirre, met wierook en goud.
En toen zij daar hadden vernomen; naar Betlehem moet ge dan gaan, vertoonde zich weder de sterre, en reisden zij blijde weer aan. Zij vonden het koninklijk Kindje en knielden aanbiddend terneer, met goud en met wierook en mirre en keerden vol dankbaarheid weer.
Dat was het gevoel wat me overkwam toen ik, na een tijdje uit de running te zijn geweest, terug de functie als lector op me nam in onze parochie. Het is pas dan, ook al wist ik het al langer, dat het opvalt hoe het kerkbezoek is geminderd, want vooraan heb je een mooi overzicht, maar dat terzijde of juist niet; ik verklaar me straks nader. Er was voor mij ook veel meer te 'lezen' dan vroeger. Ik moest er dus mijn aandacht bijhouden en misschien mis je zo wel een deel van de misviering zelf. Naasthet voorlezen van de eerste lezing en de voorbeden, mag ik nu ook de viering openen door de mensen welkom te heten, hen uitnodigen voor de samenzang, de offergaven aanbrengen met een paar (niet te vinden) gegadigden ..om tot slot ook nog de communie te helpen uit dragen - al dan niet met bevende hand ... Neen, waar ik naartoe wil is het feit dat k ondertussen meer dan dertig jaar lector ben, dat altijd graag heb gedaan en dat ik het ook vanzelfsprekend vond, net zoals de kerkgangers dat wellicht ook maar gewoon vonden. Maar in de korte tijd dat ik het lectorenschap terug heb opgenomen is me nooit in het verleden voorgevllen wat ik nu in korte tijd al een paar maal heb meegemaakt, nl. dat voor mij onbekende mensen blijven wachten tot na de mis om me te feliciteren ... Dat doet iinderdaad veel deugd, want er was meer, veel méér dan het 'voorlezen'. Die mensen waren blijkbaar van begin tot einde gegrepen. Achteraf dacht ik bij mezelf dat dit misschien de nieuwe kerk in wording is. mensen die bewust naar de eucharistieviering komen, en de medewerkers dan ook heel gemeend een duwtje in de rug geven. Het weze zo! Zou een mooi nieuw jaar zijn, ook in en op onze parochies. En neen, het waren gee oude mensen, maar jonge gezinnen!
Op dit feest van de heilige familie willen we bidden:
Bidden wij dat ouders steeds met hun kinderen mogen verbonden blijven, maar hen niet aan zich zouden binden. Dat kinderen hun eigen wegen mogen gaan, ook in het zoeken naar U, God.
Bidden wij dat onze christelijke families huiskerken mogen zijn die de huisgenoten meetrekken in de dynamiek van het Rijk Gods.
Bidden wij voor ouders met moeilijke kinderen en voor kinderen met moeilijke ouders. Voor gebroken relaties en ontwrichte families: om de kracht van Gods Geest, die niet twijfelt en niet wanhoopt, maar blijft zoeken naar toegangswegen voor de liefde.
Misschien is geloven helemaal geen kwestie van geloven in het geloof van een kerk. Misschien heeft God wel die droom naar het goede in ons gelegd; misschien is geloven wel op de eerste plaats trouw aan mezelf. En dan is geloven, zelfs geloven in het geloof van de kerk, gewoon dankbaar zijn om te weten dat het Kind geboren werd en bereid was het vol te houden ten einde toe.
Zijn vader, Zacharias, werd vervuld met heilige Geest en profeteerde:
'Gezegend de Heer, de God van Israël, want Hij heeft zich het lot van zijn volk aangetrokken, en het bevrijd. Hij heeft voor ons een reddende kracht opgewekt in het huis van David, zijn dienaar, zoals Hij van oudsher gezegd had bij monde van de profeten.'
De keuze is gemaakt, ik kies het wonder dat uitstijgt boven alles wat ik weet, al loop ik klem, al ga ik hieraan onder, al beeft mijn adem, bonst het in mijn kleed.
Ik zie de twijfel branden in je ogen. Ik kan niet anders. Jozef, wij, ons plan Je zult geen mededinger ooit gedogen, maar t is niet wat geen licht verdragen kan!
t Is God. Het was een engel van hierboven, veel groter dan mijn kleine eigenheid. Wat moet ik zeggen dat je kunt geloven? Jouw angst wordt die van mij, ik raak je kwijt!