Voor het eerst in bijna een eeuw (sinds kardinaal Van Roey in 1926) wordt een priester die nog geen bisschop is, benoemd tot aartsbisschop. Brusselaar Luc Terlinden is dan ook nog niet erg bekend bij het grote publiek. Met hem krijgen we meteen een heel jonge aartsbisschop: in oktober wordt hij pas 55 jaar. Een steile carrière voor iemand die net heel eenvoudig in het leven staat als lid van de priesterfraterniteit van Charles de Foucauld, een Franse priester die in het begin van de 20ste eeuw onder de Toearegs in Algerije ging leven.
In 2021 werd hij vicaris-generaal voor het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Hij kent het reilen en zeilen er dus al goed.
Terlinden zette pas na zijn studies economie en werkervaring in het onderwijs de stap naar het seminarie. Hij was 31 toen hij tot priester werd gewijd. Daarna volgde hij een specialisatie in moraaltheologie in Rome. Voor zijn doctoraatsthesis bestudeerde hij geschriften van spirituele meesters als Charles Taylor en John Henry Newman. Hij deed pastorale ervaring op in parochies en de jongerenpastoraal, waar hij een blijvend engagement aan overhoudt voor de Brusselse Marollen en voor jongeren (in de studentenpastoraal in Louvain-La-Neuve en als medeoprichter van Pôle Jeunes XL in Elsene). In 2017 werd hij president van het Franstalig diocesaan seminarie en lid van de bisschopsraad.
Rechterhand De Kesel
Als vicaris-generaal van het aartsbisdom Mechelen-Brussel werd Luc Terlinden in 2021 de rechterhand van kardinaal Jozef De Kesel en een centrale figuur in het aartsbisdom. Sindsdien woont hij samen met zijn teckel Oscar in Mechelen.
Mensen die hem goed kennen, noemen hem een briljante, collegiale en hardwerkende man, die zich broederlijk opstelt en ook af en toe kan stoppen om van het leven te genieten.
In een interview in Kerk & Leven (7 april 2021) vertelde Terlinden dat de Wereldjongerendagen in Rome in het jaar 2000 een ingrijpende ervaring voor hem waren, net als een militaire Lourdesbedevaart tijdens zijn dienstplicht. Hij kreeg het geloof met de paplepel ingegoten en overwoog al vroeg de mogelijkheid om priester te worden, maar de celibaatsverplichting deed hem twijfelen.
Synode over synodaliteit
Als aartsbisschop wacht Terlinden alvast de deelname aan de synode over synodaliteit in Rome. Kardinaal De Kesel speelde op de continentale synode een belangrijke rol door zijn inbreng over de omgang met de moderne, geseculariseerde samenleving en als brugfiguur. We mogen ervan uitgaan dat zijn opvolger ook die fakkel overneemt.
De verdieping van de geest van synodaliteit gaat hem zeer ter harte.
Dat liet de persdienst van het aartsbisdom al weten bij zijn vorige benoeming. En dat blijkt ook uit zijn visie op het priesterschap: ‘Het priesterschap is allereerst een dienst van eenheid en verzoening aan de gemeenschap. Zelf kan ik bogen op mooie ervaringen met gemengde teams van mannen en vrouwen in de pastoraal. Vandaag zijn er pastoors die een vrouw als hiërarchische overste hebben. Dat brengt ons naar de kern van het priesterschap als teken van Gods Liefde.’ (Kerk & Leven, 9 april 2021)
Over het celibaat zei hij: ‘We leren ook steeds meer dat priesterschap en celibaat niet per se hetzelfde zijn. Ik geloof in de grote waarde van het celibaat, maar we vergeten vaak dat de roeping tot het celibaat een uitzondering is.
De media focussen sterk op het celibataire priesterschap, maar onze Kerk heeft in haar schoot diverse roepingen.
Het komt nu erop aan samen op weg te gaan.’
In september wacht Luc Terlinden eerst de bisschopswijding, om op 3 september zijn taak als aartsbisschop te kunnen opnemen. Kardinaal De Kesel kan dan eindelijk met welverdiend pensioen.
Klik op onderstaande link voor het eerste interview met de nieuwe aartsbisschop.
(Kerknet)