Op 23 mei 1917 werd Gefreiter Messerschmidt van de 3e Kompanie Landsturm-Infanterie Bataillon Marburg in Moeskroen-Risquons-Tout door zijn gevangenen Charles-Louis Vanhonacker en Gustave Lebrun beroofd van zijn wapen en zwaar mishandeld. Beide gevangenen waren kort daarvoor wegens weerspannigheid tijdens de verplichte werkdienst onder bewaking van bovengenoemde Gefreiter geplaatst. Gustave Lebrun ( ° 12-4-1896) was een zoon uit een gezin van tien kinderen uit Wevelgem en woonde met zijn ouders sinds 1912 in Moeskroen , in de Chaussée du Risquons-Tout nr. 372. Charles-Louis Vanhonacker (° Wortegem 5-6-1890) was in september 1898 vanuit Kortrijk een eerste keer in Marke komen wonen. Samen met zijn ouders Désiré, landwerker en koopman in vodden, en Elisa Simaeys en met de overige kinderen uit het jonge gezin, vestigde hij zich toen in de Kardinaalstraat nr.7 in Marke. Dit moet ongeveer de locatie zijn waar bij het begin van 1914 Louis Claerbout en Pharaïlde Darthoo woonden. In 1903 trok het gezin Vanhonacker met negen kinderen, waarvan twee geboren in Marke, naar Halluin, waar het zich nog uitbreidde met twee kinderen. Vader Désiré werd er groentehandelaar.In 1914 keerde de jonge kracht Charles-Louis terug naar Marke als landbouwersknecht, om in 1916 definitief naar Moeskroen, Chaussée du Risquons-Tout nr.242 te vertrekken. Het is moeilijk uit te maken wat het motief was van die snelle 'mutatie'...Opeising? War er ook van zij, beide jongelingen bekochten hun volhardende opstandigheid met hun leven: op 21 juni 1917 werden ze door een veldgerecht van de Etappen Kommandantur van Moeskroen tot de doodstraf veroordeeld. Een kleine twee maanden later, op 16 augustus 1917, werden Vanhonacker en Lebrun in de kazerne van Kortrijk door de Duitsers gefusilleerd.
Dezelfde dag nog werd het nieuws op intimiderende wijze aan de bevolking kenbaar gemaakt door middel van een affiche in het Duits en het Nederlands: "Charles- Louis Vanhoenacker en Gustave Lebrun zijn vandaag door den Kop Geschoten"...
De inschrijving in het register van de burgerlijke stand gebeurde op 30 januari 1920.