Marke
Inhoud blog
  • HOEVE 'PRIESTERAGE' (HOEVE VLIEGHE).
  • DE HOEVE 'LEIEMEERS' (Verbetering).
  • DE HOEVE 'DE WITTEN JAN'.
  • DE HOEVE 'KLARENHOEK' ( HOEVE TERRYN).
  • HOEVE 'TEN BEUGHELE' (HOEVE VAN HAUWAERT).
  • AANVULLING AAN ARTIKEL 'Het oud Kerkhof rond de Kerk en de Commotie errond'
  • DE HOEVE 'LEIEMEERS' (Hoeve David).
  • HET CRAEYPOELHOF (HOEVE GERARD HOLVOET).
  • HET GOED TER ELST (HOEVE CALLENS).
  • HET GOED TE TOLLENAERS. (HOF TER 3 GEMEENTEN)
  • ARTHUR VANNESTE,DE EERSTE DOKTER IN MARKE.
  • HET GOED BRUWINGHE OF HOEVE DUHEM.
  • BEZOEK VAN PRINS ALBERT AAN DE WEVERIJ 'ERN.DE WITTE-VISAGE' IN MARKE IN FEBRUARI 1966.
  • BEZOEK VAN PRINSES PAOLA IN 1981.
  • DE VRIJWILLIGE BRANDWEER MARKE ,EEN OORLOGSPRODUCT.
  • OPENSTELLING VAN HET ONTMOETINGSCENTRUM EN DE BIBLIOTHEEK OP 22 FEBRUARI 1974
  • DE ROLBAREEL OF 'DE BARRIERE'.
  • DE OPENING VAN DE VERBLIJFSHOEVE IN 1981.
  • OPENING VAN DE VAN CLE KINDERBOERDERIJ IN 1976.
  • Wijziging in het artikel 'Van De Keizer tot Au Pré Vert.'
  • OPENING VAN HET MARKEBEKEWANDELPAD IN 1979.
  • VAN HOEVE RODENBURG NAAR HOEVE NIEUWENBURG.
  • OPENSTELLING RINGLAAN (R8) MARKE -BISSEGEM in 1978.
  • DE 'KEIZERSBERG' EN DE 'KOEKELBERG'.
  • HET WERELDRECORD DRUMMEN.
  • K.F.C MARKE CURRICULUM VITAE.
  • VOORLOPERS VAN HET KONINKLIJK SINT-BRIXIUSKOOR VZW.
  • LIJNWAADWEVERIJ SA. DERYCKERE FRERES & VANDERMEERSCH
  • DE VINKENMAATSCHAPPIJ 'DE LEIEZANGERS'.
  • KERMIS MARKEBEKE.
  • HET OUD KERKHOF ROND DE KERK EN DE COMMOTIE ER ROND.
  • CAFE 'DE KARDINAAL' IN DE KARDINAALSTRAAT.
  • WAT HEIBEL BIJ DE AANLEG VAN DE NIEUWE STEENWEG (KASSEIWEG)-REKKEM-LAUWE--MARKE -KORTRIJK IN 1859.
  • BOEK 'MARKE TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG'
  • HET BEZOEK VAN KONINGIN FABIOLA AAN DE KINDERBOERDERIJ OP 10 MAART 1980
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE HANDBOOGGILDE SINT-SEBASTIAAN VANAF DE TWEEDE WERELDOORLOG TOT 1979.
  • DE OUDE PASTORIE AAN DE 'WATERPOEL' EN DE NIEUWE IN DE MARKTSTRAAT.
  • CAFE 'IN DE GOUDE LEERZE' IN DE KLOOSTERSTRAAT.
  • VAN ' DE KEIZER' TOT 'AU PRE VERT' Torkonjestraat.
  • CAFE 'AU LION D'OR' OP DE POTTELBERG.
  • DE STRAATNAMEN VAN MARKE ANNO 1910.
  • DE EERSTE LEIEBRUG TUSSEN MARKE EN BISSEGEM
  • CAFE 'CHÂLET DU POTTELBERG' POTTELBERG MARKE
  • 'DE LUSTIGE ROOKERS' MARKE 1912.
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA VANAF 20e EEUW TOT 1979.
  • DE MECANICIEN VAN OBLT.KURT WOLFF VAN JASTA 11.
  • DE VLASBAZENBOND IN MARKE.
  • HOOG BEZOEK BIJ LEUTNANT WERNER VOSS LEIDER VAN JASTA 10.
  • DE MECANICIEN VAN MANFRED VON RICHTHOFEN.
  • DE VIADUCT AAN DE 'IJZERENPOORT'.
  • CAFE "IN DE STERRE".
  • Café "DEN BEER" in de Kloosterstraat.
  • EEN AANVARING MET MANFRED FREIHERR VON RICHTHOFEN 100 JAAR GELEDEN
  • HET ONDERWIJS IN MARKE MET DE BROEDERS VAN DALE VAN 1894 TOT 1965 (DEEL 3 laatste deel)
  • HET ONDERWIJS IN MARKE MET DE BROEDERS VAN DALE VAN 1894 TOT 1965 (DEEL 2)
  • HET ONDERWIJS IN MARKE MET DE BROEDERS VAN DALE VAN 1894 TOT 1965 (DEEL 1)
  • 100 JAAR VLIEGVELD MARKEBEKE
  • DE BUNKER OP DE MARKEBEKE in MARKE.
  • DE BRIEF DIE SCHOOLMEESTER EMIEL DEBEURME DE NEK BRAK.
  • MARKE IN DE EERSTE WERELDOORLOG. Uit het schrift van Maurice Holvoet.
  • DE HANDBOOGGILDE SINT-SEBASTIAAN VAN 1836 TOT DE TWEEDE WERELDOORLOG.
  • DE TWEE STEENBAKKERIJEN IN OPEN LUCHT VAN HECTOR ISERBYT.
  • DE JASTA 10 IN MARKE.
  • EHRENFRIEDHOF NR.179 - Een Duitse militaire begraafplaats in Marke
  • HET RECHT TREKKEN VAN DE BUURTWEG Nr.5 OF DE VAGEVUURSTRAAT.
  • DE GEDENKPENNINGEN VAN F.C. MARKE
  • DE PANNENFABRIEK of 'S.A. DES TUILERIES DE MARCKE-LEZ-COURTRAI. Het eerste decennium.
  • 'FLUGPLATZ MARKEBEKE'
  • DWANGARBEID als ZIVIL ARBEITER (Z.A.B.)
  • Een Spoorweg door Marke. Wanneer de trein bleef 'stille' staan.VERVOLG.
  • Een Spoorweg door Marke. Wanneer de trein bleef 'stille' staan.
  • DE BOERENKRIJG IN MARKE (BIJVOEGSEL)
  • DE BOERENKRIJG IN MARKE.
  • HET EEUWFEEST VAN DE BELGISCHE ONAFHANKELIJKHEID.
  • BOOGSCHIETEN OP LIGGENDE WIP: DE LEERZESCHUTTERS.
  • JAMES H. BIRTWELL - EEN KACHEL WERD HEM FATAAL.
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA TOT HET EINDE VAN DE 19e EEUW (2)
  • DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA TOT HET EINDE VAN DE 19e EEUW.
  • HET ONTBREKEND OORLOGSVERSLAG.
  • een Granaatinslag op 16 maart 1944 in het Klooster van Don Bosco (Kortrijk)
  • DUIVEN ,GEËERDE KOERIERS IN OORLOGSTIJD
  • Een Vrouw dood gevonden in Marke in 1908
  • Een schrikkelijke Moord in 1905
  • Het Oorlogsdagboek van Jean Verhoye (8 jan.1917 tot 30 juni 1917)
  • Een Onopgehelderde Moord in 1908
  • De Wielrijdersgilde (Veloclub) St. Catherine
  • DE TONEELGROEP "GEEN RIJKER KROON DAN EIGEN SCHOON"
  • De Toneelgroep "ONTWAKENDE JEUGD",
  • HET TONEELGEZELSCHAP "PALLIETER"
  • DE MOEIZAME OPRICHTING VAN HET OORLOGSMONUMENT OP MARKEPLAATS
  • De Toneelkring "Door Taal en Deugd naar Hooger Leven" had een dubbele Taak
  • HET ONDERWIJS IN MARKE TOT EINDE 19e EEUW
  • De Lijst van Cafés in 1941
  • HOE BELEEFDE MARKE 1940-45
  • PLAN met DE KOEKEBERG en TRACE van de SPOORWEG
  • De Kortrijkse Burgerwacht houdt schietoefeningen aan de Koekeberg in Marke
  • De Popp-kaart en de Legger van Marke
  • Het Pionierswerk van Pater Emiel Callewaert
  • Van Café tot Café in Marke
  • Van "Maetschappij van Rhetorica" tot "Alles met den Tijd"
  • Onze Markse Lieve-Vrouwkapelletjes
  • De Markse Cafés in 1914
  • Honderdjarige Regina-Sophie Bels ingehuldigd op 8 sept.1907
  • De Moord op Edouard Algoed in 1863
  • De Moord op Laurent Theys in 1918
  • De Zaak van Marcke 1894 annex
  • De Zaak van Marcke 1894
  • De Turngilde "Voor Outer en Heerd" Deel 1
  • De Turngilde "Voor Outer en Heerd" Deel 2
  • De Turngilde "Voor Outer en Heerd" Deel 1
  • DOOR DEN KOP GESCHOTEN
  • Flugplatz Markebeke
  • Verordening caféhouders 1917
  • Een stoomtram doorsnijdt Marke
  • Oorlogsgedenktekens in Marke
  • Marke onder Duits regime.
  • Een misvatting over Manfred von Richthofen
  • Het eerste Jagdgeschwader in wording
  • DE NIEUWE DRIEDEKKER FOKKER DR.I IN MARKE

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    11-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA TOT HET EINDE VAN DE 19e EEUW (2)

                                                VERVOLG VAN DEEL 1

                                              ____________________

    ( 12) De smidse stond in de Markekerkstraat tussen de kerk en café “De Anker” ,bewoond door Emile Levecque.
    Joannes Baptist Robbe was hier smid sinds 1764. Hij werd in 1807 opgevolgd door zijn schoonzoon Romanus Delembre (1783-1855), die getrouwd was met zijn dochter Sophie Robbe. Karel ( 1819-1879), zoon van Romanus , werd smidsbaas en bleef ongehuwd.
    Joannes Dewilde (+1905) trouwde in 1861 met Adèle Delembre (+1902) zuster van Karel. Diens schoonzuster Sophie Delembre was medestichteres van het klooster. De zonen Karel en Valère Dewilde mochten het smidsambt van Karel Delembre overnemen. Het hele gebouw werd , spijts een smeekschrift van de gebroeders Dewilde aan de familie de Bethune,in 1906-07 afgebroken. Beide smeden trokken naar Lauwe.

    ( 13) De “Boondriesmolen” lag op de Pauvre Leute, naast het hoevetje ten noorden van de Watervalstraat. Een kleine watervijver is het resultaat van het verdwijnen van de grondvesten. Het was een staakmolen. Hij heeft ook nog gediend als schietoord voor de boogschuttersgilde Sint-Sebastiaan. Hij verdween in 1889.

    (14)De kerk van Bissegem lag toen zeer dicht bij de Leie.

    (15)Aloïs (Maurice) Levecque (Marke 1893 – Lauwe 1986) :”mijn vader Emile was op het einde van de 19e en begin 20e eeuw bedienaar van de 2 kanonnen.Wij woonden toen in café “De Anker” in Markekerkstraat, naast de smidse van Dewilde. De kanonnen konden afzonderlijk gebruikt worden. Vooraan en achteraan waren 2 wielen. Ze werden gebruikt bij speciale evenementen. Hij stak langs voor papier en “poer” en een hete staaf werd langs achter tegen het “poer” gedrukt. Begin 20e eeuw stonden die kanonnen nog op grond van Brasseur op de hoek van de Van Belleghemdreef. De kanonnen werden bij het begin van de eerste wereldoorlog in de wal van de oude pastorie gegooid, opdat de Duitsers ze niet zouden opeisen.”

    (16)Het perceel waarop het café stond , behoorde in grotere oppervlakte toe aan Emile Florin (Kortrijk). In 1873 kochten Edouard en Henri Vanhoenackere, vlaskooplieden, een perceel en bouwden twee huizen met een “suikerijast”,en Eduard werd biertapper rond 1883 . Zijn café kreeg als logo “Het Hof van Commerce” . In 1889 verliet Edouard Marke en verkocht het huis aan brouwer Théophile Vander Ghinste-Salembier uit Rollegem (Brouwerij Bockor). In 1889 verscheen als uitbater Ivo Petit- Marie Ghyssel . Na zijn overlijden in 1905 tapte zijn weduwe voort tot haar overlijden in 1922.

    (17)Op zondag 28 oktober 1798 was er schuttersfeest in Marke. In onze gemeente waren geen Franse soldaten gelegerd, wel in de Magdalenastraat in Kortrijk. ’s Nachts trokken drie Markse schutters van de gilde Sint-Barbara (Joannes Steenhuyse, Petrus Tack van het Goet te Tollenaers en een Soete), waarschijnlijk overmoedig geworden door het drankgebruik, naar Kortrijk, waar ze in de Magdalenastraat enkele schoten losten. Ze werden achtervolgd door de Franse ruiters. De drie Markse helden verstopten zich onder de Markebekebrug (grens met Kortrijk) en de Fransen trokken richting Marke. Bij die razzia werden drie brouwersgasten gedood: Joannes Carlier (21j), Augustin Vromant (38j) en Jan-Baptist Vromant (27). Carlier was getrouwd met de dochter van Pieter Ducastel, eigenaar van de stokerij. Gelukkig voor de rest van Marke geraakten de Fransen niet verder, want in de stokerij vonden ze hun bekomste.
    De stokerij, waarvan sprake, was gelegen waar later café “Hendrik Conscience” (Zacharias Lepere), het levenslicht zag. De herdenkingssteen van 1899 zat niet op de juiste plaats!

    Raadpleging van de gildeboeken en persoonlijk archief.
    1/ Foto vlag van 1803 : 1 mei 1979 ter gelegenheid van de inhuldiging van de geautomatiseerde schietstand ( Roger Faillie).
    2/ Foto van de koninklijke halsband (Roger Faillie).
    Vragen en reacties zijn altijd welkom.









    11-04-2016, 00:00 geschreven door Michel Markenaar

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN DE SCHUTTERSGILDE SINT-BARBARA TOT HET EINDE VAN DE 19e EEUW.

    De Geschiedenis van de Schuttersgilde Sint-Barbara tot het einde van de 19e Eeuw.

    ___________________________________________________________________

    In dat artikel zult u merken hoe de hele dorpsbevolking meeleefde en meevierde bij de koningsschietingen en feesten. De karabijnschuttersgilde was immers één van de oudste verenigingen , zo niet de oudste van onze gemeente. Ook de boogschuttersgilde Sint Sebastiaan mag op die eer bogen. Maar die geschiedenis volgt later.

    De schuttersgilde Sint-Barbara legde de wapens neer in september 2010. De meeste leden sloten zich achteraf aan bij Sint Barbara Gullegem. Anderen maakten zich lid in Zwevegem (medegedeeld door gewezen voorzitter Lucien Segers ). De gilde had laatst haar schietstand in de Marktstraat achter haar lokaal café “De Reisduif”. (1)
    Er bestaat veel onduidelijkheid over het ontstaan van de schuttersgilden.
    Vele schuttersgilden zagen het levenslicht in een verschillend tijdperk. Voor wat de Markse vereniging betreft, tasten wij ook in het duister. Het archief van vóór het jaar 1800 is verdwenen. Ofwel heeft de archivaris van de gilde zijn verantwoordelijkheid genegeerd, ofwel werden de documenten vernietigd tijdens de verschillende perioden van oorlogsgeweld . Men zegt “de geschiedenis is het geheugen van de mensheid, maar dat geheugen is soms ook ‘cette faculté, qui oublie’". Ons dorp ,voorheen onder Oostenrijkse voogdij, viel in 1794 in Franse handen. In de vorige eeuwen waren het vooral ook Franse soldaten die zich schuldig maakten aan plunderingen en verwoestingen, aan roof en brand.(2) ( zie ook blz.34-35 van “Heemkundig Kijkboek Marke “Het onheil der Franse Revolutie. 1982 ,M. en R. Faillie).
    Uit een document nagelaten door de “Slossekring”( verdwenen heemkundige kring, onder leiding van dokter Arthur Vanneste en onderpastoor Leo Verstraete) blijkt dat onze gilde al bestond in 1669, toen werd deelgenomen aan een schietwedstrijd tussen Kortrijk, Marke en enkele andere parochies van binnen en buiten de Kasselrij. Dat document zou in het Rijksarchief Kortrijk berusten, maar persoonlijk, heb ik het niet opgezocht.
    In het archief van Sint-Barbara berust een brief ,gedateerd van 17 april 167(3)6, waarin een zekere Ieperse magistraat Blondel de versterking vraagt van 25 “pionniers” gewapend met vuurwapens. Hij zou zelf zorgen voor de munitie. In dezelfde brief wordt gewag gemaakt dat de “Bosschieters” altijd trouw hun dienst bewezen hebben aan zijn Majesteit(3) en hij hoopte op een gunstig antwoord, zo niet zou hij zich verplicht zien, langs militaire weg, maatregelen te treffen. De authenticiteit kon niet bevestigd worden en het is ook moeilijk uit maken of de brief werkelijk voor de Sint-Barbaragilde bestemd was.(4)Verder kon nog worden achterhaald dat in 1752 onze “Bosseniers”in Kortrijk verschenen om er op een groot schuttersfeest met de gilden van Roeselare,Izegem,Gullegem,Lendelede,Hulste ,Harelbeke en Lauwe mee te dingen naar de eerste prijs ( "De Geschiedenis der Stad Kortrijk" door Frans de Potter, Gent 1874 in 4 delen).

    Onder impuls van Zacharias Van Belleghem ,(5) werd de gilde Sint-Barbara heropgericht. Hij startte ook het archiefboek met een woordje historie : “Gilden-Boeck van d’Oeffenaeren van het Bosch-schietspel binnen de Prochie van Marcke nevens Cortryck. Begonnen met den 4 Xbre 1800. St.Barbaradag.
    Ik Zacharias Van Belleghem filius Pieter, Meyer ende inwoonder van de prochie van Marcke, op d’ofstede (Het Hof te Marke of hoeve Dekimpe) competerende aen den gewezen heere (6)dezer prochie, wenschende en begeerende van in haeren voorigen staet, haer stelt te zien de Gilde van de H. Barbara geseyt Bosch-Schieters de welke geexcerceerd en in wesen was binnen deze voornoemde prochie , voor den hoorloge in de jaren 1790 tot ende met 1798 tusschen de Vereenigte Mogentheden, die bestonden in den Keyzer van Duydsland, den Koning van Engeland,Holland, den Keyzer van Russenland, emmers bijnae alle de Mogentheden van geheel Europa, tegen de Fransche Natie, de welke in Revolutie waeren tegen hunnen wettigen Koning Louis 16, ende zijn Koninginne, zij en wilden hem niet meer voor hunnen Koning, zij deden hem en zijne vrouwe in egtenisse steken, zijne Prinsen en Lijfwagten wiert door die natie vermoort.Ende de Koninglijke familien en edeldom retireerden hun uyt Vrankrijk. Zij beschuldigden hunnen koning dat hij oorzacke was van hoongersnood en dat hij de borgerije van Parijs hadde willen doen vernietigen, zij maekten zijn proces en de rechters riepen dat hij een verraeder was, dat hij moeste sterven. En op den 21sten january 1793 verkeerdelijk 1792).heeft den voornoemden koning Louis 16 wel geequipeert in eene voiture vertransporteert geworden naer(Zacharias schrijft hier  verkeerdelijk 1792) het bloedig tonneel binnen Parijs alwaer hij onthoof wierd op een schafout ofte nieuw instrument het welke men heden noemt guiliotinne, dit vonnis geschied onder een groot gedruys van musicke instrumenten. Eenigste maenden naer dien heeft de koninginne het zelve lot moeten onderstaen. Zij wierd van de gevangenisse sittende op eenen mes waegen naer de geseyde guiliotinne gevoert en aldaer onthoof…….Op den 26 april 1794 zijn de Fransche legers tussen de stad Meenen en de gonne van Doornijck in Vlaenderen gekomen ende naer enige veldslaegen omtrent Cortrijck en omliggende prochien zijn de geallieneerde legers hun moeten retireren. U kont wel denken beminde lesers in wat staet de inwoonders hier waeren, bijnae alle de menschen van deze en nabeurige prochien naemen de vlugt, mede nemende een kleen deelken van hunne meubelen ende bestiaelen ende het resterende grootste deel bleef voor proye voor de fransche soldaeten, verschijde houde menschen die thuys gebleven waeren wierden gedood en het vrouwvolk onteert, alles wiert verwoest en geplundert, meenigvuldige hofsteden en huysen verbrand en afgebrocken, alle de vrugten op het land gefourageert, zoodaenig dat de resterende menschen die thuys gebleven waeren een deel van slegten mondkost en alteratien gestorven zijn, zoo dar er van gelijken vernietig is geweest de registers, trommel, vaendel en andere eerteekenen , ten reserve van den koninglijken alsband van 1780 van de gemelde gilde van de H. Barbara ( gesmeed in zilver en versierd met het Gulden Vlies en het Boergondisch Kruis, schuin gekruiste knoestige stokken). Ende naer dien de inwoonders dezer prochie hunder vlugt van omtrent de twee maenden wederom quaemen, hun ontbloot vindende bij nae van alle hunne goederen en met het sterven van omtrent 95 menschen ten zelven jaere 1794, die bestond in het 9e deel inwoonders dezer prochie, had’er niemand meer goest ofte yver om de gemelde gilde te frequenteren. Ik eyndig dit gedenkschrif op den 4en Xbre 1800 wesende den dag van de H. Barbara verscheyde overblevende confraters (gildebroeders) ende andere inwoonders vergaedert zijnde in het Bossenhof bewoont ende competerende aen Augustinus Callens , coeymeester ende vleeshauwer op de plaetze van Marcke met naemen als volgt (”café Sint-Barbara “)."

    Een groot deel van de stichters was al lid van de vroegere gilde en overleed ook al vóór 1820 . Zij waren met 35 bij de heroprichting op 4 december 1800:
    ______________________________________________________________
    -Petrus Franciscus Van Belleghem, gewezen baljuw (+1813 , 101 jaar oud). Hij was getrouwd met Maria Francisca Dujardin (+ 1763, 40 jaar oud). Ze waren de ouders van Zacharias.
    -Jacobus Soete, rentenier te Kortrijk (+1805).
    -Martinus Verhamme, laatste en huidig keizer van de gilde (+1825, 87 jaar).
    -Joannes Baptist Veraex, wagenmaker (+1813, 78jaar, sinds 1760 in Marke)(7) getrouwd met Isabelle Vercaemere.
    -Joannes Jacobus Soete, brouwer en olieslager op de “Pottelaerenberg” bij Kortrijk (+1849) (8).
    -Guillaume Dhaleweyn (D’Halewin), gewezen officier en nu “garde champêtre” genaamd(+1804).Hij was de eerste veldwachter in de moderne gemeente. Hij werd op 23 thermidor jaar 11 (18 maart 1803) wegens zijn hoge leeftijd vervangen door Nicolas Baptiste.
    -Joannes Christiaens (+1805, 78 jaar).
    -Martinus Deschamps (+1805, 75 jaar, sinds 1786 in Marke).
    -Joseph Dhaleweyn (D’Halewin), landsman op de hofstede naast de pastorie in de Marktstraat (+1803, 73 jaar)( hoeve Priesterage).
    -Petrus Steenhuyse (+1805, 83 jaar, pachter op de hofstede bij de “Blauwe Croone” (hoeve "Goed te Kiekens" op de westhoek van Rekkemsestraat en de Aardweg) .
    -Rogier Vanneste,landbouwer op Kortrijk-buiten (+1806).
    -Joannes (+1805, 33 jaar)en Petrus Tack (+1825, 53 jaar), landbouwers op het Goed ter Tollenaers .
    -Joannes Van Belleghem (+ 1844, 81 jaar Hof ter Elle , nu OC in de Hellestraat), zoon van Carolus (+ 1790). Oscar Van Belleghem was zijn kleinkind.
    -Jacobus Josson (+1853, 79 jaar).
    -Joannes Steenhuyse, zoon van Petrus, te Marke.( hofstede bij de “Blauwe Croone”).
    -Martinus Veraex (+1806, 31 jaar), wagenmaker in Marke, zoon van Joannes Baptist .
    -Stephanus Libeer, timmerman (+1803, 47 jaar).
    -Augustinus Lievens, meubelmaker te Kortrijk.
    -Judocus (Joos) Soete( +1803, 49 jaar) , vaandeldrager van de gilde, en zijn vrouw Roalie Steenhuyse (+ 1850 ,96 jaar). Hij was een zoon van koster Joannes Baptist en Maria Anna Bekaert en broer van Joannes (Jan ,+1804, 56 jaar, zie wat verder), bakker en koster in Marke
    -Joseph Kins en zijn vrouw Marie-Anne Dhaleweyn (D’Halewin), landbouwers ( Joseph + Izegem 1814). Sinds 1789 in Marke.
    -Petrus Van Neste, molenaar op de “Cleenen Molen”(+1829, 71 jaar)(9).
    -Joannes Soete (+1804, 56 jaar) bakker en koster, zoon van Joannes-Baptist (+1760), koster op Markeplaats. Natalia (1816-1881) getrouwd met onderwijzer Felix Benoot, was een kleindochter van Joannes (Jan). Zij was de dochter van Petrus Ignatius Soete ( + Uitkerke 1856, nog koster van Marke in 1812)en Rosalia De Veughel (Deveughel) ( +1854, 73 jaar).(10)
    -Augustinus Callens, beenhouwer-herbergier op Markeplaats, ( “Bossenhof” café “Sint-Barbara “ ,+1814, 51 jaar).
    -Jacques Van Caelemberghe, brouwer op de Markebeke, sinds 1798 (+1822).
    -Louis Bekaert, houthandelaar te Marke (+ 1826 te Menen-buiten).
    -Jean-Baptiste Van Neste, gewezen officier van Groeninge (+1818, 68 jaar).
    -Petrus Van Neste, broer van de voorgaande Jean-Baptiste. Petrus Van Neste overleed in de gevangenis te Kortrijk op 10 maart 1812.
    -Joannes Masselis, zoon van Engelbert, wagenmaker en timmerman bij de “Cleene Leute” in Marke: “op 10 december 1804 ten 12 ½ uren in de nagt is Joannes Masselis( 72 jaar) dood geschoten, staende voor sijn bedde besig sijnde met sijne sieke vrouwe te besorgen, hij heeft de scheute ontfangen aldoor de glaese vensters van een fusicke ofte pistole die gelaeden was met vier ballen, volgens gedaene schauwinge”.
    -Augustinus Maroo ( sinds 1786 in Marke), schoenmaker in Marke.
    -Joannes Lamon (+1808), schoenmaker en gildeknecht.
    -Zacharias Van Belleghem, meier van 1801 tot 1820 ( naar het Frans “maire”) van Marke en zijn vrouw Marie-Josephe Vanden Bogaerde.

    Ter info : het is voor pastoor Joannes Franciscus Coucke (Kortrijk 2 december 1740 - Marke 12 augustus 1829) dat het eerste "doodsprentje" voor Marke gedrukt werd. De begrafenis had plaats op 13 augustus.

    Iedereen garandeerde dat de gilde weer zou floreren zoals vóór de oorlog . Na zijn woordje geschiedenis noteerde Zacharias , vooraleer de “doodschulden” in te schrijven, de voorwaarden en de reglementen waaraan iedere “confrater” moest voldoen en onderworpen zijn.De belangrijkste richtlijn naast sport en vermaak was discipline.
    Alle twee jaar , veertien dagen vóór Sinksen, werd de koningsvogel geschoten met “den karabin” op “eene perse ofte molen”. Dat gebeurde op de “Cleenen Molen” ( Vannestes molen of molen Glorieux). Het lid dat de koningsvogel afschoot werd koning of chef genaamd. En elk lid was verplicht aanwezig te zijn in het “Bossenhof” voor de viering en moest 7 stuivers betalen aan de winnaar, die getooid werd met de koninklijke halsband.
    De koning werd echter verplicht binnen de maand , op zijn kosten, op een “perse” of molen, vijf prijsvogels te plaatsen. Diezelfde dag werd een feest gehouden in het “Bossenhof” (café Sint-Barbara op Markeplaats, verdwenen in 1923 om plaats te maken voor het monument van de gesneuvelden).
    De koning moest onmiddellijk of ten minste binnen de acht dagen, nadat hij koning werd, voor twee jaren ,vijf “bequaeme members” aanstellen, die eerste deken of ontvanger en hoofdmannen genoemd werden. Zij moesten zorgen voor de giften, de uitvoering van de “doodschulden” en ook scheidsrechter spelen bij geschillen.
    Een koning die voor de tweede maal de koningsvogel afschoot werd “dobbelen koning” genaamd. Als de actuele dobbelen koning weer de koningsvogel afschoot werd hij keizer gekroond, maar had geen recht op de halsband. Om hem te vereren werden alle “ confraters” verzocht om binnen de 14 dagen , op hun kosten, te zorgen voor een gedenkteken van “drij silvere gaeyen“ ter waarde van vijftien franken . Zijn erfgenamen waren verplicht, na zijn dood, de waarde van het gedenkteken terug te betalen aan de gilde.
    De koning en alle andere gildebroeders moesten op kerkwijdingen, kermissen of andere plechtigheden van deze parochie aanwezig zijn in het ” Bossenhof” vóór de hoogmis. Gezamenlijk met trommel en vaandel trokken alle schutters met de gekroonde koning in stoet naar de hoogmis. Hetzelfde gold voor de processies.
    Op 4 december van elk jaar , zijnde St. Barbara, moest de koning met alle gildebroeders aanwezig zijn om 9 uur in het “Bossenhof”, om met trommel en vaandel naar de plechtige mis te trekken. Hierna werd een noenmaal geserveerd in het “Bossenhof” en werd van elk lid 3 ½ stuivers “Vlaams geld” als jaargeld ontvangen.
    Ieder confrater was gehouden de reglementen van het gildeboek te ondertekenen, alsook de formule van “doodschuld” te laten inschrijven, die niet minder dan drie guldens , maar wel meer mocht bedragen.
    De gildebroeders lieten, ten laste van de gilde, binnen de 14 dagen na het overlijden van een lid, een mis celebreren : een uitvaart genaamd “drije lesse”(het onderscheid tussen de verschillende diensten berust op de hoeveelheid was (kaarsen) en licht of het gebruik van een zilveren of koperen kruis..een "negenlesse " bestond ook. Leiegouw jg.13 1971 blz.27).
    Het geld , dat de ontvanger bijhield, moest dienen voor: nieuwe trommel, nieuw vaandel, “gaeyperse”, “doelstokken”, eretekens, intredes van pastoors of andere buitengewone evenementen.
    Het was verboden vóór het “klinken van de belle” de “veurlonte te leggen aen den doelstok”, noch met “tabakveur” in het schiethuis te komen, of daar tabak te roken. Het was verboden God te blasfemeren , op boete van 2 ½ stuivers Vlaams.
    Iemand die de dwaasheid beging om te schieten in het doelhuis of aan te leggen om te schieten, vooraleer de bel of de waarschuwingsklok luidde moest een boete betalen van zes guldens, waarvan de helft voor de gilde en de andere helft voor de armen van de parochie.
    Ieder ongehuwd lid moest 21 jaar oud zijn. Onder de 21 moest een toestemmingsakte door de vader, de moeder of de voogd ondertekend worden.
    De leden die onder elkaar twistten of vochten en niet wilden luisteren naar de oversten van de gilde , werden aanstonds uit het gildeboek geschrapt en de uitsluiting werd onmiddellijk door het slaan van de trommel openbaar gemaakt.
    De voorwaarden en reglementen werden door iedere confrater ondertekend voor goedkeuring op 13e frimaire 9e jaar van de Franse republiek ( 4 december 1800).
    -De eerste doodschuld die in het gildeboek vermeld staat is die van Petrus Franciscus Van Belleghem. Hij overleed op 15 mei 1813, aan de ouderdom van 101 jaar. Zijn erfgenamen waren 9 guldens verschuldigd en alle
    gildebroeders waren ,op de dag van de uitvaart ,uitgenodigd op de rouwmaaltijd.
    -Martinus Verhamme, ongehuwd, keizer in de voorgaande gilde verplichtte zijn erfgenamen om de som van 12 gulden te betalen aan de gilde voor het verbruik van drank de dag van zijn uitvaart. Hij werd bestempeld als “zonder middelen” om aan zijn doodschuld te kunnen voldoen.
    -Joannes Soete, geneverstoker,brouwer, olieslager op de “grooten steenen molen op den Pottelaerenberg bij Cortrijck” gaf als opdracht binnen de eerste veertien dagen na zijn overlijden een ton “groot” bier, een hesp en brood te laten betalen door zijn weduwe of erfgenamen.
    -Bij Martinus Deschamps en Petrus Steenhuyse bleef het bij een halve ton “groot” bier.
    -Joannes Van Belleghem gaf ten voordele van de gilde een ton bier, een hesp en brood voor een rouwmaaltijd.
    -Petrus Van Neste, molenaar op de “Cleenen Molen” liet 10 guldens na voor vertier op de dag van zijn uitvaart.
    -Judocus Soete en zijn vrouw Rosalie Steenhuyse stelden voor doodschuld elk een halve ton bier, te betalen door de langstlevende en na de laatste door de erfgenamen (Zacharias Duquesne ,+1823, 45jaar ,trouwde met weduwe Rosalie Steenhuyse , +1850, 96 jaar. Ze baatten samen het “Communael Huys” uit van 1808 tot 1820)
    -Stephanus Libeer, timmerman te Marke , liet zijn weduwe of erfgenamen een halve ton bier en een uitvaart in de kerk van Marke “geseyt drije lesse tot laevenis zijner ziele” betalen. Maar er werd niet voldaan aan de doodschuld, omdat er meer schulden dan goed waren.
    -Jacques Van Caelemberghe, brouwersbaas op de Markebeke, beloofde een ton bier, een hesp en brood bij een rouwmaaltijd.
    -Joseph Kins en zijn vrouw Marie Anna Dhaelewijn (D’Halewin) stelden voor doodschuld een ton bier, een hesp van “vijfthien ponden gewigte” en brood en voor elk een uitvaart in de kerk van Marke, genaamd “drije lesse”. Joseph verminderde zijn doodschuld met 1 croone keyzer, omdat hij dat bedrag als aandeel betaald had op 22 mei 1803 voor het nieuw vaandel.
    -Jacobus Josson uitte de belofte om “2 keizerse croonen” , een hesp en brood met rouwmaaltijd te laten betalen de dag van zijn begrafenis.
    -Zacharias Van Belleghem en zijn vrouw Marie Joseph Van den Bogaerde eisten van hun erfgenamen de betaling van een rouwmaaltijd in het “Bossenhof” of elders. Bij de begrafenis van ieder van hen was de gilde verzocht een “drije lesse” te laten celebreren, en op die dag werd ook een ton bier geserveerd.
    -Augustinus Callens van het “Bossenhof” gaf voor doodschuld 7 guldens en een “stoop” jenever.
    -Joannes Soete, bakker, hield het bij een halve ton bier.
    -Augustinus Maroo, schoenmaker wilde, dat door zijn erfgenamen 6 guldens vlaams, betaald werd om binnen de 14 dagen een “drije lesse” te laten celebreren.
    -Joannes Masselis : aan de doodschuld, een halve ton bier en een genaamde “drije lesse” werd voldaan.
    -Joannes Lamon , schoenmaker, was benoemd tot gildeknecht. Hij wilde dat de gilde hem voorzag van een behoorlijk uniform. Daarenboven wilde hij ook functioneren als trommelslager.
    Volgens de wet van de Franse Republiek was men gehouden de Franse tijdrekening te respecteren op alle akten en contracten(de Napoleontische kalender).
    De eerste koningsschieting had plaats op zondag 20 floréal 9e jaar (10 mei 1801). Er werd geschoten volgens de traditionele lottrekking en iedereen betaalde 7 stuivers ten voordele van de koning. Vanuit het “Bossenhof” trokken de gildebroeders gezamenlijk met alle eretekens en hun “schietgeweer” naar de “Cleenen Molen” te Marke. De schieting duurde ongeveer 1 uur en de hoofdvogel werd neergehaald door Jacques Van Caelemberghe, brouwersbaas. Hij werd getooid met de koninklijke halsband, en onder het geschreeuw “vive den koning” werd hij, onder het luiden van de klokken, vereerd met de erewijn.
    De gekroonde koning benoemde op 11 mei Jean Baptiste Veraex tot deken en ontvanger en Zacharias Van Belleghem, Petrus Tack, Joseph Kins en Joannes Soete werden respectievelijk 1e ,2e,3e en 4e hoofdman.
    Op 1 september 1801 werd een verklaring door de beoefenaars van het “boschschietspel” getekend ,waarbij iedereen de belofte aanging zich te laten inschrijven “ zoo haest de omstandigheden zullen toelaeten een societeyt, gemeensaemheyd ofte gilde te formeren”.
    Op 31 mei 1801 tekenden Jean-Baptiste Josson(11) en Zacharias Duquesne (van het "Communael Huys") (+ 1823), kerkbaljuw, hun doodschuld.
    Joannes Baptiste Dobbelaere, jeneverstoker sinds 1792 in “De Fonteyn”aan de Markebekebrug, vervoegde de gilde op 31 mei 1801 en zijn doodschuld bedroeg“ 5 ponden groote courant”. In 1819 trok hij met zijn gezin naar Kortrijk. De geneverstokerij met 2 aaneenhoudende huizen grensde ten oosten aan de Markebeek, ten noorden en ten westen aan de heer François Van Ruymbeke, ten zuiden aan de Heerstraat , in totaal 200 roeden oude Kortrijkse maat.
    Nieuwe leden op 4 december 1801:
    _____________________________
    -Petrus Joseph Libberecht, te Marke (+ 1809) : doodschuld van “drije ponden grooten”, een ton bier met een hesp en brood, een avot bloem en daarboven nog een stoop jenever, voor zij die hem “ter aerde draegen”. Doch bij zijn overlijden werd overeengekomen met de weduwe om de doodschuld te reduceren tot een halve ton en een stoop jenever, omdat zij het met haar kinderen, niet te breed had.
    -Petrus De Kimpe (+1844), trakteerde met een halve ton bier en tien ponden hesp en wenste de celebratie van een “drije lesse”
    Nieuwe leden op 4 december 1802:
    _____________________________
    -Matthias Roisse (+1822) en zijn vrouw Joanna Thérèse Crupelant , (+1828) landbouwers te Marke op de hofstede competerende aan het hospitaal (later bekend onder de hoeve Vannieuwenhuyse): 60 stopen bier en 15 ponden hesp met brood om na hun uitvaart in het “Bossenhof” een rouwmaaltijd te houden.
    In 1794, bij de inval van de Fransen, ontstond brand op de hoeve.De schuur werd gevrijwaard , maar brandde af op 20 juni 1898, dus 100 jaar later.
    -Jean Pierre Demarote, ( + 1819) geboortig van Dottenijs en “domestiek” in Marke: 4 stopen goed bier, naast een gewone hesp en een uitvaart “drije lesse”in de kerk van Marke.
    In de vergadering van 5 december 1802 werd beslist een nieuw vaandel aan te schaffen. Gezien de kas leeg was werd gevraagd dat ieder ,naar zijn beurs, een gift deed. 24 Leden legden hun steentje bij : Zacharias en Petrus Franciscus Van Belleghem, Joannes Soete (geneverstoker) en Joannes Tack waren de koplopers. Het nieuw vaandel , daterend van 1803, verving het oude vaandel ,dat vernietigd werd tijdens de Franse Revolutie. Zacharias Van Belleghem werd gemachtigd het vaandel te laten maken in Rijsel. Het werd op 24 april 1803 aan de rechterkant van het altaar geplaatst en plechtig gewijd door pastoor François Almeye (Ingelmunster 1751 – Marke 1812) . Almeye was onderpastoor in Marke van 1779 tot 1781 en pastoor van 1800 tot 1812. Tijdens dezelfde plechtigheid werd Zacharias Duquesne vaandeldrager benoemd.
    Op 15 mei 1803 werd gestreden voor de koninklijke halsband. Naar oud gebruik werd de hoofdvogel door koning Jacques Van Caelemberghe opgesteld en mocht hij ook de eerste scheut lossen. De hoofdvogel werd afgeschoten door Zacharias Van Belleghem, die in de voorgaande gilde tweemaal koning werd. Inmiddels werden de klokken geluid en kwamen zeer veel mensen de plaats opgelopen om de koning te vereren (“men hoorde seffens de klocken luyen, men zag veelvuldige menschen naer de plaetze loopen en quaemen tegen met den wijn van eere…”). Dat was het geval bij iedere koningsschieting. Joannes Baptiste Veraex werd voor een termijn van twee jaar deken en ontvanger gekozen en Petrus Tack,Joseph Kins,Joannes Van Belleghem en Jacobus Josson waren respectievelijk 1e,2e,3e en 4e hoofdman.
    Op 4 december 1803 werd Regina Lemahieu (+ 1815, 70 jaar), huisvrouw van Joannes Robbe, smid in de Markekerkstraat ( 12 ) ,lid en stelde als doodschuld een halve ton bier en twee ponden kaas, en een “drije lesse”. Op dezelfde datum werd Eugenia Van Damme( +1842, 66 jaar), huisvrouw van Jacobus Josson lid en ze beloofde “ twee keizerlijke croonen “ en een hesp. Barbara De Fraeye (+ 1806), huisvrouw van Joannes Van Belleghem kwam uit met een ton bier en een behoorlijke maaltijd.
    Nieuwe leden in 1804:
    -Op 4 december 1804 werd Francisca De Lo (+1839, 71 jaar), huisvrouw van Augustinus Maroo ingeschreven en schonk een “croone en alf fransch”.
    -Marie Anna Catheaû (+ 1824, 85 jaar), huisvrouw van gildeknecht en trommelslager Joannes Lamon , was arm en vroeg de celebratie van een “drije lesse”.
    -Coleta De Groote, huisvrouw van Augustinus Callens, schonk als doodschuld ten gunste van de gilde een halve ton bier en 13 ponden hesp.
    -Mathias Stanislaus Verhelst (+1837, 83 jaar) en zijn vrouw Isabelle Rosa Verschoore (+ 1847, 74 jaar), landslieden in Marke gaven elk 7 gulden courant, die de gilde moest gebruiken naar goeddunken voor de rouwmaaltijd en een uitvaart “drije lesse”.
    -Petrus Vandewiele,zoon van Anthone, vlaskoopman in Marke , gaf als doodschuld 7 guldens dienende om een “uytvaart”te laten celebreren binnen de veertien dagen na het overlijden.
    -Jacobus Van der Zyppe, zoon van Joannes, te Marke engageerde zich voor 7 guldens voor een “drije lesse”.
    -Pierre François Delbar (+1859, 93 jaar) en zijn vrouw Amelia Doutreluingne (+ 1847, 76 jaar), wonende te Marke op de hofstede “gecompeteert hebbende aen d’abdije van groeninge van zuyden de Cleenen Molen”stellen ten gunste van de gilde elk een ton bier de dag van hun begrafenis.( hoeve te Rodenburch, nu O.L.Vrouw Ten Spiegele)
    -Jacobus De Fraeye en zijn echtgenote Clara Derveaux, uitbaters van “Het Communael Huys” of “Wethuys” (later café “Gemeentehuis”) stelden elk een halve ton bier en een behoorlijke hesp voor doodschuld. Er was brood in overvloed. Jacobus overleed op 28 juli 1807 en Clara op 18 februari 1808. Zij was weduwe in eerste huwelijk van Judocus Duhem.(Judocus was er herbergier vanaf 1791 en overleed in 1799, zijn vrouw Cathérine Delembre stierf in 1798. Judocus hertrouwde in 1798 met Clara Derveaux, die op haar beurt in 1800 hertrouwde met Jacobus De Fraeye). In 1808 werd het “Communael Huys” verkocht aan Joannes Soete,stoker,brouwer en olieslager op de “Pottelaerenberg” bij Kortrijk.
    -Joseph Maeyaert, werkman in Marke, overleed op 1 december 1813 (66 jaar). Hij presenteerde als doodschuld een halve ton goed bier voor zij die present waren op de begrafenis. Binnen de acht dagen moest ook een “drije lesse” gecelebreerd worden.
    Vergadering van 22 mei 1804:
    De koning Zacharias Van Belleghem en de hoofdmannen Jean-Baptist Veraex, Petrus Tack, Joseph Kins, Joannes Van Belleghem en Jacobus Josson beslisten een nieuwe “keteltrommel” te laten maken of te kopen “tot sieraad dezer gilde” met geld van de gilde. Maar aangezien de gilde slechts over drie à vier “Franse croonen” beschikte, betaalde Zacharias het tekort. Joannes Lamon, “trommelslaeger van de gilde” werd samen met Martin d’Hespeel, die fungeerde als tolk, naar Rijsel gestuurd. Er werd een “keteltrommel” gekocht voor de som van 21 gulden 15 stuivers en 6 deniers ( 40 francs tournoys) aan Fr. Prille , handelaar op de Grote Markt te Rijsel.
    Nieuwe leden op 23 mei 1805:
    _________________________
    -Anne Catherine Tack, jonge dochter van Joannes en Marie Catherine Ghellinck, wonende te Marke, overleed in de pastorie op 25 juni 1809. Zij stelde voor doodschuld een ton” groot” bier en een achterhesp van een varken. Zij steunde erop dat haar dood lichaam zou vergezeld zijn van trommel en vlag en dat er binnen de acht dagen na haar overlijden een “drije lesse” zou gecelebreerd worden.
    -Joannes D’ Hespeel ,jonge man, koopman in vlas in Marke stelde ten voordele van de gilde een halve ton “groot “bier en brood met hesp .Binnen de acht dagen na zijn overlijden moest de gilde op haar kosten een “drije lesse” laten celebreren.

    Op 26 mei 1805 werden alle gildebroeders opgetrommeld door de gildeknecht om zich om 13 uur te begeven naar het “gildenhof” Sint-Barbara om na de vespers de koningsvogel af te schieten. Er werd geloot om te schieten volgens beurt en iedereen betaalde zijn 7 stuivers. Om 4 uur vertrokken 26 leden met karabijn op de schouders en in het gelid naar de “Cleenen Molen”, waar de koningsvogel opgesteld werd door koning Zacharias. Volgens oud gebruik werden de twee eerste scheuten gelost door Zacharias, de eerste in “qualiteyt” van meier en de tweede als actuele koning. Na drie uren werd de vogel in twee stukken geschoten en gans gepluimd, maar hij was nog niet volledig van de “sprange” geruimd. Men vreesde dat de koningsvogel niet zou worden afgeschoten, want het was bijna avond en men beschikte praktisch over geen “poûr”en geen “loot” meer. Ten slotte werd de koningsvogel afgeschoten door Petrus Tack. Zacharias tooide de winnaar onmiddellijk met de koninklijke halsband en onder het geroep van “Vive den Koning” en het luiden van de klokken werd de erewijn gedronken.
    Nieuwe leden op 4 november 1805:
    _____________________________
    -Joannes Bekaert en zijn vrouw Marie Joseph Van Neste (+1821) werden gildebroeders.
    -Pieter Ignaas Sonneville , koopman in vlas, woonde in Marke sinds 1772. Hij overleed op 15 maart 1821.
    -Joannes Algoet, landsman in Marke, overleed in februari 1811.
    -Martinus Vandewiele , “vlasmarchand”en zijn vrouw Marie-Anne Masselis, wonen in Marke. Marie-Anne overleed op 29 maart 1830.
    -Ignaas Pykerelle en zijn vrouw Rosalie Deltour, landslieden , wonende langs de Leie in Marke.
    -Joannes De Borgraeve, kleermaker in Marke.
    Op 16 februari 1806 werd Joseph Algoet, landman in Marke lid. Hij overleed op 26januari 1815 ( 83 jaar).

    Nieuwe leden op 4 augustus 1822:
    _____________________________
    -Ferdinand Denijs, burgemeester sinds 24 mei 1820 werd op 4 augustus 1822 lid. Hij overleed op zijn landgoed op de Markebeke op 19 juni 1839.Het goed bestond uit een lusthof, met woonhuizen voor hovenier, stallingen en remise... 1 ha 21a 4 ca .Zijn enige erfgename Adelaïde Denijs verkocht het goed in 1840 aan Joseph De Backer-Corneille advocaat te Kortrijk.
    -Petrus Franciscus Van Belleghem, landman op de hofstede (Het Goed te Marke) van de gewezen heer van Marke ( Julien Bidé de la Grandville), werd ook lid op 4 augustus 1822. Hij overleed op 13 mei 1867 (82 jaar).
    -Petrus Van Neste (°1797), zoon van de “Cleenen Molen”sloot zich aan.
    -Joannes Van Neste, zoon van Petrus en broer van de voorgaande, wonende met zijn ouders op de “Cleenen Molen” engageerde zich ook als trouwe gildebroeder.
    -Petrus Ignace Soete, gewezen koster in de kerk van Marke en momenteel bakker op Markeplaats ( zuidelijke hoek Markeplaats en de Van Belleghemdreef) werd lid. Hij overleed in 1856 te Uitkerke. De doodschuld werd voldaan op 4 maart 1858 (4 gulden courants).
    -Joseph Opsommer, jonge man, landman, zoon van Charles, wonende op de hofstede beneden de Boondriesmolen ( 13) (hoeve 'te Sorys').
    -Leonard Duhem ( +1875, 76 jaar), zoon van Petrus Joseph, wonende met zijn ouders op de hofstede langs de kassei van Kortrijk naar Aalbeke, nabij “d’oude smisse” aan de “Prinse”, voegde zich bij de gildebroeders (het Goed ter Bruwinghe rechtover “De Prinse”)
    -Joannes Roisse (+1844, 44 jaar) , zoon van Matthias en van Joanne-Therese Crupelant, wonende in Marke op de hofstede van het hospitaal van O.L.Vr te Kortrijk.
    -Joannes Soete, zoon van Judocus en Isabelle Steenhuyse ,wonende in het “Communael Huys”op Markeplaats maakt zich ook lid.
    -Marcellinus Duhem, zoon van Petrus Joseph, wonende met zijn vader op de hofstede langs de kassei van Kortrijk naar Aalbeke, bij “d’oude smisse”.Hij overleed in 1867.
    -Jean-Baptiste Delbar (+1853,85 jaar),landbouwer op de hofstede, niet ver van de St.Annestraat in Marke ( Goed te Rodenburch ,nu O.L.Vrouw Ten Spiegele).

    Het valt op dat er tussen 26 mei 1805 tot en met 4 augustus 1822 geen koningsvogel geschoten werd. De oorlogen van de geallieerde mogendheden tegen de Franse keizer Napoleon , waren de oorzaak ervan en nog vele “andere omstandigheden te lang om te schrijven” volgens de kroniek.
    Op 4 augustus 1822 waren alle gildebroeders verzameld, zoals gebruikelijk bij een koningsschieting, in het “gildenhof”, zijnde het “Communael Huys” (gemeentehuis) (logisch want Joannes Jacobus Soete, brouwer en lid van de gilde had het gekocht in 1808) . De uitbater was Zacharias Duquesne . Zacharias huwde met de weduwe van Judocus Soete (+1803), gewezen vaandeldrager, Isabelle Steenhuyse (+1850) (pro memorie). Na de vespers werd geloot eerst door de tien nieuwe leden. De gebruikelijke zeven stuivers werden ook betaald. Op de “Cleenen Molen” werd door de actuele koning Tack de koningsvogel opgesteld. Burgemeester Denijs mocht als burgemeester de eerste scheut lossen. De vogel werd verscheidene keren geraakt en had noch “vleerken noch steert” meer. Hij werd ten slotte afgeschoten door Petrus Van Neste, zoon van de “Cleenen Molen”.
    Op 5 augustus 1822 benoemde de nieuwe koning ,Petrus Van Belleghem, Petrus Ignace Soete en Joannes Roisse tot hoofdmannen. Jean Baptiste Josson  werd ontvanger en Zacharias Van Belleghem secretaris.

    Nieuwe leden op 29 juli 1824:
    ________________________
    Constantinus Duquesne (+ 1867), uit Marke werd lid. Hij was veldwachter van 1809 tot zijn opruststelling op 15 oktober 1853. Hij werd opgevolgd door Ivo Moreels .
    -Ivo Van Wambeke afkomstig uit St. Baafs-Vijve en getrouwd met Amelia Roisse en wonende op de hofstede langs de Leie “niet verre afgelegen van Bisseghem kerke”in Marke ( Slosse meldt het als Goet te Godtscamere [ Bekaert] op de Markebeke – Het Zwarte Pannenhof).(14)
    -Herman Reynaert die hier enkele jaren in het huis genaamd “de Fonteyne”aan “Markebrugge”( Markebeke) woonde. Sinds 1825 was hij verhuisd naar Kortrijk in de Brugstraat, waar hij zich als brouwer gevestigd had.
    -Louis Van Neste, zoon van Rogier , landsman op de hofstede “aen den Doenaertbosch” ( Doenaerthoeve ,hoeve Van Tomme). Louis eindigde in het “zottekot”.
    -Amatus Van Belleghem (+ 1895), zoon van Joannes, wonende op de hofstede “boven d’hellebrugge” in Marke ( Het Hof ter Elle ,nu ontmoetingscentrum).
    Op 29 juli werd de koningsvogel opnieuw geschoten. Weer werd in stoet met trommel , vaandel en ditmaal voor de eerste maal met twee kanonnen(15) naar de “Cleenen Molen” getrokken. Jean Baptiste Delbar was de winnaar. Martinus Van de Wiele kwam als hoofdman die van 1822 vervoegen.
    -Petrus Wallaert, meubelmaker in Kortrijk.
    -Joannes De Blauwe, smid te Kortrijk. Hij verdronk in de nacht van 3 maart 1829, op vastenavond, in de vesten van de stad Kortrijk, niet ver van de Rijselpoort. Hij kwam van een schieting in Marke.

    Op 29 juli 1826 , Sint-Pietersdag, werd weer vergaderd in het gildenhof voor het schieten van de koningsvogel. Weer werd er vertrokken in “corteyse” naar de “Cleenen Molen”. Joannes Roisse (+1844), zoon van Matthias schoot de hoofdvogel. De kanonnen, opgesteld op de molenwal, lieten zich onmiddellijk horen. Petrus Van Neste verving hem als hoofdman.

    Nieuwe leden op 4 december 1827:
    _____________________________
    -Joseph Soete , zoon van Joannes Jacobus en van Barbara Van den Bogaerde, liet zich inschrijven. Hij was getrouwd met Virginie Valcke uit Lauwe. Hij was momenteel samen met zijn vader brouwer op de “Pottelaerenberg” op Kortrijk-Buiten ( Pottelberg). Hij overleed op 24 december 1832.
    -Ferdinand De Coene woonachtig in Kortrijk.
    -Petrus Holvoet (+1858), herbergier sinds 1827, van het “Communael Huys”, zijnde het lokaal van Sint-Barbara, maakte zich lid. Petrus was getrouwd met Rosalie Vandekerkhove (+1859). Hun dochter Ursula (+1871) trouwde in 1860 met August Stichelbout (Avelgem 1827- Bissegem 1907), die nog in 1871 zelf hertrouwde met Ursula Adèle Duhem, dochter van Leonard Duhem, landbouwer op het Goed ter Bruwinghe aan de “Prinse”. In 1891 verhuisde Stichelbout naar Bissegem om café “De Neerbeek” uit te baten.
    -Petrus Soete, zoon van Petrus bakker op Markeplaats.
    Op 13 juli 1828 werd de koningsvogel geschoten. Petrus Soete, bakker, kroonde zich tot koning. Onder het losbranden van de kanonnen en het luiden van de klokken , werd volgens de traditie, de erewijn gedronken.
    Op 29 juni 1830 werd Petrus Franciscus Van Belleghem, “grooten landbouwer en eigenaer” in Marke koning. Hij werd gevierd onder de noten van het lied “viva semper”.
    Op 5 december 1853 werd Frederik Dekimpe nieuw lid. Voor doodschuld was hij een ton goed bier, een hesp van 15 ponden, het nodige brood en een koekebrood , schuldig aan de gilde.
    In de vergadering van 8 januari 1854 stelden de nieuwe leden, Felix Baert (+1913) (schoenmaker –herbergier café “Het Roodhuis”), Louis D’Hespeel (+1890), Louis Algoed (+1873), Franciscus Vandecasteele (+1870), Edouardus Vandewiele (+1864)en Felix Benoot (+1887) hun doodschuld voor: een hesp, een halve ton bier. Na elk overlijden moest door de gilde een uitvaart, genaamd “drije lesse”, gevierd worden in de kerk. De akte werd getekend door de leden: Désiré Langsweert,Petrus Vandeweghe (+1876),Henri Vanhoenackere (+1916),Felix Maertens (+1899),Henri Vandenberghe,Aloïs Debaes, Auguste Dumortier, Henri Dekimpe (uitgetreden in 1879), Petrus Woutermaertens ( Waltermaertens ,in 1867 schoenmaker – herbergier “In de Gouden Leerze”), Charles Breye ( + 1919, cafébaas van “De Kardinaal”), Valentinus Lepere ( + 1905, broeder Bernardus van de Broeders Van Dale ,geprofest in 1863,zoon van Zacharias) en Auguste Stichelbout.
    Vergadering van 10 mei 1860 in het “Gemeentehuis”met 13 leden: er werden enkele veranderingen gebracht in het reglement. De belangrijkste was de afschaffing van de DOODSCHULD . En in plaats van een uitvaart genaamd “drije lesse” kwam een “solemnele mis”. Elk lid diende op Sint-Barbaradag een halve frank te betalen. Ieder nieuw lid moest 2 Fr.50 betalen.
    In zitting van 6 december 1874 werd nog beslist dat ieder lid jaarlijks nog 1 Fr. zou betalen aan de gildeknecht op Sint-Barbaradag.

    De lijst van de nieuwe leden vanaf 1860:
    _________________________________
    In 1860 : Louis Vandewiele (+ 1880) – Isidore Delcour –Adolf Dupont – Petrus Schoore (+1893) – Désiré Lauwers.(+1928 , smid-cafébaas “De Smis”)–Charles Vermeersch (+1901, uitbater café “Au Lion d’or” en“Au Café Belge”)

    In 1865: Polydore Lepere ( + 1914 ,café “Hendrik Conscience”)- Henri Leglez ( uitgetreden 1882)- Vital Vandewiele (+1896)

    In 1867: Louis Dubuisson ( hoeve Goed te Herlebout, uitgetreden 1879 ) – Ivo Cottens, smid (uitgetreden 1895 en + 1909)

    In 1868: Petrus Lepere (+1900) – Ferdinand Sobry – Oscar Van Belleghem (+1918)– August Vandenberghe (+1893) – Leopold Van Belleghem (burgemeester + juni 1898)– Charles Fillieux (+1899)

    In 1869: Aloïs Brasseur ( veldwachter, +1907)– Leopold Duquesne

    In 1870: Charles Christiaens (uitgetreden 1878)

    In 1871: Julien Lepere (+1914) – Jules Dequinnemar(+1892)

    In 1872: Eduard (+1896) en Constant (+1905)Schoore – Victor Maelfait ( trommelaar)

    In 1873: Charles Ghyselinck ( uitbater café "Sint-Barbara",uitgetreden 1888) – Pierre Lahousse (uitgetreden 1882)

    In 1874: Petrus Vryghem- Vanopstal – Camille Deman- Petrus Gheysens (+1894)- Angilles Van Elstraete – Eduard Wackens – Désiré Vandaele ( +1894)– Henri Santelez (+te Lauwe)

    In 1875: Théophiel D’Hespeel (uitgetreden 1901, + 1929) – Augustin Claerhout ( steenbakker in de Beginnestraat, uitgetreden 1886)–Ferdinand Vanneste ( verdronk in de Leie tussen de vlashekkens in 1884. August Stichelbout haalde het lijk boven) – Jean Vanpoelvoorde (zwingelaar)

    In 1877 : Emile Vandeweghe (+1934) (*) – Jules Moreels (+1924, bakker en koster)– Jean Baptiste Debucqoie – Henri David (uitgetreden 1881)– Gustaaf David (uitgetreden 1878)– Charles Mylle (+ 1887) – Jules Saint-Guilain ( was kleermakersgast bij Polydore Lepere ,uitgetreden 1880, + 1912)

    In 1878: Jean Raepsaet smid ( cafébaas vóór Désiré Lauwers van “De Smis” in de Rekkemsestraat, vader van Camiel en Valère, uitgetreden in 1880) – Henri Lefebvre(+1922).

    In 1879: Gustave Destoop ( baatte café “Sint Joseph” uit in de Rekkemsestraat ,uitgetreden 1886 en vertrokken naar Lauwe)

    In 1880: Franciscus Verrue (uitgetreden 1884 en + 1923, was herbergier in café “Oostenrijk”, in de Rekkemsestraat) – Charles Dubuisson (Goed te Herlebout in de Pontestraat) – Adolphe Verschaete ( café “De Kroon”,uitgetreden 1883) – Adolphe Decoene (uitgetreden 1881) – Leopold Deprez (+1918)

    In 1881 : Leon Defoort ( +1890)– Joseph Everaert (uitgetreden 1884 en + 1901) – Cyrille Libeer (uitgegaan 1884 en + 1935)

    In 1882 : August Meulebrouck – Cyrille Brasseur – Edouard Vanhoenackere (uitgetreden 1889)- Charles D’Heygers

    In 1883: Charles Brasseur (+1942) – Aimé Demuynck (+1925)
    Aimé was onderwijzer in Marke na de schoolstrijd in 1879, maar gaf zijn ontslag in 1885 en vertrok naar Bovekerke als koster-onderwijzer.Hij was koster op Sint-Rochus (Kortrijk) van 1906 tot 1919. Een zoon, Octaaf, geboren in Marke was onderwijzer in Nieuwpoort. Zijn twee andere zonen geboren in Bovekerke waren respectievelijk drukker in Kortrijk en onderwijzer op Walle (Kortrijk).

    In 1884: Bruno Cagnie (+1901, cafébaas "In de Belle Vue")– Charles Vandorpe (+1919, cafébaas "Gemeentehuis") – Camille Cagnie (vertrokken naar Lauwe in 1896 en er + 1944)

    In 1885: Frederic Courtens(+1920) ( hoeve Den Plas, in de Preshoekstraat)

    In 1886: Arthur Balcaen (+1945) – Jules Vanhoenacker (+1893, cafébaas "In de IJzeren Poort") – Valère Dewilde (naar Lauwe in 1907)

    In 1887: Jules Vlieghe(+1958) – Charles Sergeant (+1905) – August Vanhoenackere (Marktstraat, hoeve Craeypoelhof) – De Brabandere Cyriel (+1943, brouwer)

    In 1888 Remi Verspaille(+1917) –Charles Louis Lannoo (+1929)

    In 1889: Ivo Petit (+ 1905 ,opgevolgd door zijn weduwe ,café “Het Hof van Commerce”) – Pierre Odenthal (café“In d’Arke van Noë”)– Charles Levecque (uitbater café “Het Paradijs “ in de Marktstraat, uitgetreden 1896 en + 1924)

    In 1891 : Emile Cottens – Ivo Deloof ( voddenkoopman en herbergier café “De Sterre” in de Kloosterstraat +1904). Zijn dochter Leonie trouwde met Charles Levecque ,uitbater van café “Het Paradijs”.

    In 1893: Jules Vannieuwenhuyse (+ 1904)– Leopold Vandenberghe (+1904)

    In 1894: Baron Emmanuel de Bethune (+1909) – dokter Octaaf Van Laere (+1946 , in 1893 werd hij benoemd tot adjunct-geneesheer van het gesticht Sint-Anna in Kortrijk. Hij was ook een verwoede boogschutter) – Arthur Tack (+1917)

    In 1895 : Maurice Glorieux (broer van Richard) – Leopold Kesteloot(+1949) – Pacco ( uitgetreden in 1896, eerst bakker in 1888 bij Jules Moreels, daarna bij bakker Constant Vanlanckeren, naast café “Het hof van Commerce”in de Marktstraat, waar later Achille Theys en Gerard Nuyttens zich achtereenvolgens kwamen vestigen) – Camiel Coussens (uitgetreden 1896) – Gustaaf Vandaele (+1915)– Baron François de Bethune (+1938)

    In 1896 : Camiel Callens (+1944)

    In 1897: Achiel Ghekiere (+1959) – Henri Hellebuyck –Emile Vlieghe (+1957)– Petrus Dedeyne (+1930) (*)– Richard Glorieux (+1950)– Achille Theys (+1945)

    In 1898: Constant Billiet ( uitbater café “De Markebeke”, + 1918)

    In 1899: Ivo Chanterie ( +1912)– August Verspaille

    (*)Bij vonnis van 17 december 1896 werd de naam Vandeweghe > VANDENWEGHE.
    (*)Petrus Dedeyne was gedurende 52 jaar hovenier op het kasteel de Bethune . Zijn dochter Zoë trouwde met Achille Gillis, de chauffeur van de Bethunes.

    Op 15 mei 1867 schoot Henri Dekimpe, landbouwer te Kortrijk, op de Markebeke, zich tot koning (hoeve ten zuiden van de Kasteeldreef op grondgebied Kortrijk, verdwenen bij de inrichting van het vormingsstation, was eigendom van de familie de Bethune). Amatus van Belleghem, Louis D’Hespeel, Louis Vandewiele en Adolf Dupont werden voor twee jaar tot hoofdmannen benoemd en Felix Baert kreeg de bediening van ontvanger.
    De gilde was zonder koning sedert 29 juni 1830 . Bijzondere omstandigheden waren er de reden voor ( zie blz.44 à 47 van “Heemkundig Kijkboek Marke M. en R. Faillie), met als voornaamste de Omwenteling van 1830. Ten slotte was de gilde niet meer bestaande. In 1860 kwam ze weer in beweging. In algemene vergadering werd dan ook besloten dat Petrus Franciscus Van Belleghem koning mocht blijven, omwille van zijn gevorderde leeftijd tot het einde van zijn leven, een erkentenis omdat hij gedurende 30 jaren alle eretekens van de gilde ongeschonden bewaard had. Tot nog toe werd altijd geschoten op de “Cleenen Molen”, een staakmolen ,die in 1841 plaats maakte voor een stenen molen. Voortaan had de koningsschieting plaats op een pers, gelegen achter het café “In de Belle Vue” op Markeplaats ( gronden eigendom van de familie Van Belleghem).Op 20 augustus 1849 werd een overeenkomst gesloten met de schuttersgilde Sint-Sebastiaan voor het gebruik van de pers.
    Vergadering van 4 december 1868:
    ____________________________
    Er werd besloten na de mis, de vlag die in slechte staat verkeerde te laten herstellen. Gezien er geen geld voorzien was in kas werd beroep gedaan op vrijwillige bijdragen. 40 leden stortten in totaal 87Fr40.
    De vlag werd door toedoen van Zacharias Lepere hersteld bij Rijsman, een handelaar in kerkgewaden in Kortrijk. Hij betaalde hiervoor 123Fr. Zacharias bracht de vlag naar pastoor Franciscus Depoortere (Anzegem 1803 – Marke 1886), die ze wijdde ,zonder plechtigheid op 21 april 1869, omdat de dag erna de inhuldiging was van burgemeester Marcellin Van Belleghem.

    Op de koningsschieting van 14 mei 1871 schoot Ivo Cottens, smid in de Aalbekestraat, zich tot koning.

    Op 23 juli 1871 namen volgende leden deel aan een schieting in Kuurne: koning Ivo Cottens, Louis D’Hespeel, Benedictus D’Hespeel, Felix Baert, Felix Wackens, Polydore Lepere, Ferdinand Sobry en Leopold Duquesne. Het vaandel werd gedragen door gildeknecht Charles Fillieux. Na de stoet werd een zilveren eremetaal uitgereikt.
    Tijdens de vergadering van 4 december 1871 werd besloten de karabijnen, die aan de gilde zelf toebehoorden in een register te noteren en de gebruikers ervan aan te duiden , om verdere moeilijkheden te vermijden.
    Koningsschieting van 2 mei 1869 : Adolf Dupont, zoon van Franciscus, landbouwer en koopman in vlas te Marke, mocht zich koning noemen. Op 19 mei werden de gebruikelijke 5 bestuurders gekozen: Felix Baert, ontvanger. Hoofdmannen: Petrus Josson, Louis D’Hespeel, Louis Vandewiele en Henri Dekimpe.

    Op 18 mei 1873 werd Isidore Delcour, landbouwer in de Pontestraat (Leiemeers -hoeve David), nieuwe koning.
    Op 9 mei 1875 werd Louis D’Hespeel, zoon van Petrus, koopman in vlas, getooid met de koninklijke halsband.
    Akte van 6 mei 1877: de hoofdvogel werd afgeschoten door Polydore Lepere, kleermaker in Marke, zoon van Zacharias en Rosalia D’Hespeel. Hij werd triomfantelijk naar het “gildehof” geleid onder het ratelen van de trommels, het gebulder van de kanonnen en het vreugdegeroep van “lang leve onze koning”.
    In de vergadering van 4 december 1878 werden twee nieuwe artikels aan het reglement toegevoegd: “jaarlijks en wel op Sint Barbara, zal de schatbewaarder zijne rekening maken, welke bij akte in het gildeboek zal beschreven staan, en ondertekend worden, door koning, schatbewaarder en griffier.”
    De eerste rekening van 1877-1878 zag er als volgt uit:
    Uitgaven : -voor missen op Sint –Barbaradag en voor Zacharias Lepere ( +1877): 12Fr.
    -aan August Vandenberghe, timmerman en aan Petrus
    Vandeweghe, metselaar : 20Fr.70
    -aan de smid, de kerkbaljuw en de gildeknecht: 6Fr.15
    In totaal 38,85Fr.
    Inkomsten: -in kas 61Fr.90
    -inschrijving nieuwe leden : 5Fr.
    -jaargeld van de leden :38Fr.
    In totaal 104Fr.90.
    Het tweede artikel luidde “aangezien , de intekening bij akte, in 1860 afgeschaft is (dus de doodschuld) ,moet alle 5 jaar een ledenlijst in het gildeboek ingeschreven worden”.De eerste naamlijst dateert van 4 december 1878.
    Koningsschieting van 23 juli 1879: Augustin Claerhout, steenbakker in de Beginnestraat in Marke, zoon van Eugène en Theresia Vanackere, schoot zich koning.
    In december 1880 werd 5Fr.25 betaald aan smid Désiré Lauwers ( na Jean Raepsaet uitbater van café “De Smis”) voor het aanbrengen van twee nieuwe koepels aan de wielen van de kanonnen en voor het kuisen van geweren.
    Op 22 mei 1881 werd Louis D’Hespeel, vlasfabrikant in Marke, zoon van Benedictus en Francisca Parrent, met de koninklijke halsband vereerd.
    In 1882 werd 11Fr betaald voor het herstellen van een karabijn!
    Op 29 april 1883 liet men de “perse” voor wat ze was en trok men naar de “Koekeberg” voor de tweejaarlijkse koningsschieting. Maar omdat de Kortrijkse Burgerwacht daar nog haar schietoefeningen hield, werd uitgekeken naar een nieuwe locatie. Petrus Schoore, vlasfabrikant werd toen koning ( hij was in Marke sinds 1866 en zorgde in 1867 voor de eerste stoomvlaszwingelarij in Marke). Hij was de zoon van Joseph en Catherine Kerkhove. Het “oud doelkot” werd verkocht voor 15 Fr. Tussen Edouard Vanhoenackere ( broer van secretaris Henri Vanhoenackere) , koopman en herbergier en de schuttersgilde Sint Barbara werd overeengekomen dat eerstgenoemde de toelating gaf om een schietdoel te laten bouwen in zijn tuin. In zitting van de gemeenteraad van 23 september 1883 werd hieromtrent toelating verleend tot het oprichten van een schietdoel achter café “Het hof van Commerce” in de Marktstraat. Het café werd vanaf 1889 uitgebaat door Ivo Petit – Marie Ghyssel (16). Edmond Verhaege trouwde met dochter Zulma Petit en was er vanaf 1922 uitbater tot in 1938. Van dan af werd Georges Delcroix- Elisa Van Robaeys (dochter van café “De Keizer”) uitbater. Hij veranderde het logo in “Het Schuttershof”, want dat paste volgens hem beter omdat ook “de liggende wip” er gevestigd was. Het café werd plat gebombardeerd tijdens de oorlog 40-45. Roger Bostoen kocht het goed en zette er zijn goudsmederij (het latere NV Bowy).
    In 1884 werden de trommels en de stokken hersteld (7Fr. 65). Slechts in dat jaar werd een nieuw doel gemaakt door Augustin Claerhout (153Fr.), Désiré Lauwers (28Fr.85), Gustaaf Destoop (30Fr.) en Emile Vandeweghe (108Fr.22)
    Vergadering van 10 mei 1885: de koningsvogel werd afgeschoten door Theophiel D’Hespeel, koopman te Marke, zoon van Severinus en van Amelie Duquesne.
    Op 15 mei 1887 werd Jules Moreels, bakker in Marke, zoon van Désiré en Félicita Ghevaert, koning.
    Koningsschieting van 26 mei 1889: veldwachter Aloïs Brasseur schoot zich tot koning. Hij was de zoon van Petrus en Virginie Bostijn en was veldwachter van 1877 tot zijn sterfdag in 1907.
    In 1888 werden opnieuw herstellingen gedaan aan de karabijnen, aan de vlag en aan het “doelkot”. In 1889 werden 2 nieuwe karabijnen en “ballen” aangekocht voor de prijs van 107Fr.50. Omdat te kunnen bekostigen hebben 9 leden elk 5Fr. voorgeschoten. Zij werden in 1898 terugbetaald.
    Charles Vandorpe,vlaskoopman in Marke (sinds 1899 uitbater café “Het Gemeentehuis”), zoon van Louis en Eugenia Maelfait, werd koning op 4 mei 1891.Zijn dochter Maria trouwde in 1919 met Alfons Josson.
    Polydore Lepere was de koning op de koningsschieting van 29 mei 1893.
    Op 19 mei 1895 werd de koningsvogel afgeschoten door Maurice Glorieux, landbouwer , zoon van Constant en Adelaïde Van Belleghem (hoeve Neerhof ter Leie).
    Op 23 mei 1897 werd de koningsvogel weeral neergeveld , na twee scheuten, door de bestaande koning Maurice Glorieux, zodat men hem “dobbelen koning” mocht noemen. Gildebroeder Cyrille De Brabandere kon , wegens een droevige familieomstandigheid ( overlijden van zijn vader Joannes op 28 april 1897) niet deelnemen aan de schieting en kreeg van Maurice de koninklijke halsband toegereikt. De hoofdmannen waren toen: Baron Emmanuel de Bethune, Polydore Lepere, Charles Vandorpe en Maurice Glorieux. Henri Vanhoenackere was griffier en Jules Moreels schatbewaarder.
    In 1897 werd de gilde door de gemeenteoverheid uitgenodigd om twee bijzondere feesten bij te wonen:
    1/ Op 10 juli de eerste intrede in de gemeente van Mgr. Waffelaert , bisschop van Brugge, die hier het vormsel kwam toedienen.
    2/Op 8 september plechtige inkomst van Baron François de Bethune – Hayoit de Termicourt, ter gelegenheid van zijn huwelijk op 14 juli 1897.
    Op zondag 14 november 1897 had een plechtige schieting plaats , met prijzen geschonken door Baron François de Bethune, uit erkentenis voor het opluisteren van zijn blijde intrede.
    In het jaar 1898 vielen weer twee bijzondere feesten te beurt:
    1/ Op 15 oktober hielp de gilde de stoet opluisteren van de blijde intrede van Baron Emmanuel de Bethune ter gelegenheid van zijn huwelijk met Jonkvrouw De Ghellinck D’Elseghem.
    2/Op 9 oktober het grote feest en de stoet te Kortrijk, ter herdenking van de Boerenkrijg, waar ook een eremetaal uitgereikt werd als gedachtenis.
    Op de koningsschieting van 7 mei 1899 schoot Cyriel De Brabandere bij zijn eerste erescheuten , de hoofdvogel af zodat hij “dobbelen koning” mocht genoemd worden.
    Op kermiszondag 3 september 1899 heeft de gilde nogmaals van de eer kunnen genieten om de herdenking van de Boerenkrijg te mogen vieren. Een herdenkingssteen werd geplaatst aan de voorgevel van de verkeerde stokerij !(17)

    (1)Het contract met de karabijnschutters werd in september 2010 opgezegd. Het huis en het café werden verkocht in juli 2011, na een leegstand van 3 jaar. De karabijnschutters mochten , door toedoen van eigenaar José Slosse, de schietstand na de sluiting in 2008 ,nog 2 jaar gebruiken. José Slosse is de zoon van Roger en Maria Vlieghe. Roger Slosse en Maria Vlieghe gingen café-bakkerij “De Reisduif” (nieuwgebouwd) in de Marktstraat uitbaten in september 1939. Ze verlieten het café in november 1963 en gaven de fakkel door aan Etienne Van Iseghem en Wilfrieda Scholten. Na het vertrek van Etienne en Wilfrieda in 1996 werd het complex verhuurd aan de brouwerij Bavik.( interviews Roger en José Slosse)
    De karabijnschutters kwamen erin in 1947.

    (2)Wij denken aan de Franse bezettingen in de 17e eeuw. Kortrijk was toen een draaischijf van de Franse militaire bewegingen. De 18e eeuw zou niet beter worden. Het platteland had ook te lijden onder de kampementen. [De Franse veroveringsoorlogen (1621-1713) -De Oostenrijkse Successieoorlog (1740 -1748) ].

    (3)Dat zou kunnen bewijzen dat de Sint-Barbaragilde al geruime tijd vóór dat tijdstip bestond, als de brief werkelijk voor haar was bestemd.

    (4)De hoofding van de brief vermeldt : “Messieurs”- onderaan de brief staat slechts “Ypres met datum”. Van de magistraat Blondel was trouwens ook geen spoor te vinden.

    (5)Zacharias Van Belleghem , “maire” (meier) van 1801 tot 1820 , overleed in Marke op 1 december 1832. Hij was getrouwd met Maria Josepha Vanden Bogaerde, overleden in Marke op 22 december 1836.

    (6)De laatste Heer Julien Louis François Joseph de la Grandville woonde te Halluin op zijn kasteel Le Molinel of te Rijsel.Hij was geboren te Rijsel op 2 april 1740 en trouwde in 1760 met Maria Theresia Ingiliard. Hij overleed in Halluin op 11 september 1802.

    (7) De wagenmakerij was gelegen in de Pastoor Vandommeledreef (vroeger Pastoriedreef).Het hele gebouw stond op grond van de "Priesterage", toebehorende aan "Den Disch". Begin de 19e eeuw was er een wegeltje ,dat naar de oude pastorie leidde. In 1847 zorgde pastoor Martens voor een betere uitweg naar de pastorie. Joseph Maertens, de schoonzoon van J-B. Veraex nam de wagenmakerij over. Graag refereer ik naar mijn artikel “ Het onderwijs tot einde 19e Eeuw” , naar de brief , die pastoor Martens in 1853 richtte naar de bisschop, waarin hij zijn beklag doet in verband met het schoolgebouw dat de gemeente van plan was te bouwen op die plaats…... Op de plaats waar de oude gebouwen stonden werd in 1959 een onderpastorie gebouwd.
    Het gezin Jean Baptiste Veraex- Vercaemere had 6 kinderen:
    1/Franciscus, geboren in Geluwe werd wagenmaker in Geluwe
    2/Rose trouwde met Joseph Maertens, wagenmaker in Marke, die zijn
    schoonvader opvolgde.
    3/ Regina trouwde met Joannes Van De Casteele, schoenmaker in
    Winkel St. Elooi.
    4/Theresia trouwde met Judocus Decoene, landbouwer op Kortrijk-
    Buiten.
    5/ Petrus Joannes trouwde met Florence De Corne (De Coene) en was
    wagenmaker in Aalbeke. Florence werd vroeg weduwe en hertrouwde
    met Louis Brunin uit Geluwe.
    Zij overleed in 1817 en Louis hertrouwde met Melanie
    Christiaens. De wagenmakers Brunin in Aalbeke stammen er van af.
    Medard Brunin was de laatste wagenmaker (Preshoek) in 1946.
    (“Rencontres Aalbeke”1983, 113 blz. Christine Dufour, schoondochter
    Louis Vandenweghe).
    6/ Isabelle trouwde met Joseph Gryspeerdt een landbouwer in Winkel
    Sint -Elooi. (“Rencontres Aalbeke”1983, 113 blz. Christine Dufour,
    schoondochter van Louis Vandenweghe).

    (8) Joannes Jacobus Soete ( Kortrijk 1769 – Kortrijk 1849) trouwde drie maal 1/ Barbara Theresia Vanden Bogaerde (+1816,51 jaar) 2/ Coleta Koopman (+1832, 39 jaar) en 3/ Olympia De Ryckere (+1869, 82 jaar).In 1808 kocht hij het “Communael Huys” (café-gemeentehuis op Markeplaats . Afgebroken in 1959 waar nu de parking is).Het schutterslokaal verhuisde onmiddellijk van café “Sint-Barbara” naar het “Communael Huys”. Joannes Jacobus en zijn zoon Joseph( +1832,35jaar), die hem opvolgde als brouwer, waren schutters, die nooit koning werden.De weduwe Olympia De Ryckere verkocht het goed in 1850 aan Constant De Coninck, brouwer in Harelbeke. In 1891 kocht Baron Jean-Baptiste Bethune d'Ydewalle het gebouw aan de erfgenamen van Constant De Coninck.Café "Gemeentehuis" bleef zo nog tot in 1944 in handen van de familie de Bethune. Toen schonk Jean de Bethune-de Vinck het aan de kerkfabriek, die al in het bezit was van de grond (cijnsgrond).

    (9)Petrus Van Neste (Vanneste) (+ 1829 ,71 jaar) , molenaar, was getrouwd met Marie-Thérèse Foulon(+ 1856, 83 jaar). Tussen 1797 en 1799 was hij ook dismeester.Hij was gemeenteraadslid tijdens het Frans bewind.De “Cleenen Molen” of “Vannestes Molen” of “Molen Glorieux” was tot in 1839 een staakmolen (windkorenmolen).In 1841 kwam een stenen molen in de plaats. François Vandenhende verkocht in 1792 de molen met de bijgaande erven aan Petrus Van Neste. In 1899 verkocht Marie-Louise Van Belleghem (+ 1903), weduwe van Emile Vanneste (+ 1891) het complex "in der minne geschikt", nog vóór hun huwelijk aan Richard Glorieux en Elvina Tack. Emile Vanneste, een neef van Petrus Van Neste (1797 - 1877, zoon van Petrus en M-Th.Foulon), trouwde in 1874 met Marie-Louise Van Belleghem, dochter van Amatus en Joanna Van Neste. Constant Glorieux, vader van Richard trouwde op dezelfde dag met Adelaïde Van Belleghem, zuster van Marie-Louise. Amatus Van Belleghem was landbouwer op het "Zwarte Pannenhof" (Markebeke) en Constant Glorieux op de hoeve achter het kasteel de Bethune ( Neerhof ter Leie).

    (10) Lodewijk Soete (1814 - 1839), een broer van Natalia, was de uitvinder van het geweer met samengeperste lucht (100 schoten na elkaar mogelijk; het 100e schot droeg nog 300 voet). Hij is op 22 augustus 1839 omgekomen in Bellegem, bij de vulling van de drukkamer. Door de ontploffing was zijn hoofd vermorzeld. De procureur des konings van Kortrijk nam het geweer in beslag...en verkocht het aan een Engelsman. Later werden pogingen aangewend om het geweer terug in bezit te krijgen, maar tevergeefs.Er bestaat een ereteken (medaille met op de voorzijde een borstbeeld en de keerzijde is blank). De graveerder Vanackere van Kortrijk heeft verkeerdelijk "mort victime d'une expérience scientifique le 22 août 1829, souvenir de son ami Huysentruyt" gezet ( Noël Vandenbussche)

    (11)Jean Baptiste Josson (Kortrijk 1772 - Marke 1836) en Rufina Robbe (+1856), dochter van Joannes Baptist Robbe (smid), getrouwd in 1797, zouden zorgen voor een belangrijke afstamming schoenmakers, leertouwers, gareelmakers en “huidevetters”(leerlooiers). Ze vestigden zich in de Vagevuurstraat (de 2 oude huisjes werden in 1976 afgebroken.Hebben plaats gemaakt voor de magazijnen van het Huis D’Haenens BVBA).Ze kregen 12 kinderen. A /Jean Baptiste (1798 – 1887) gareelmaker en “huidevetter”1887.B/ Ludovicus ( 1808 – 1884)werd gareelmaker in Aalbeke C/Ferdinandus (1812-1889)schoenmaker en "huidevetter" in Deerlijk D/Marcellin (1804-1881) gareelmaker in Rekkem en D/ Aloys (1818-1895) leertouwer in Wevelgem.

    11-04-2016, 00:00 geschreven door Michel Markenaar

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    Archief per week
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 23/09-29/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 03/12-09/12 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 27/11-03/12 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!