In 1918 startten de Duitsers de graafwerken voor het aanleggen van een spoortraject voor een stoomtram, dat liep vanaf de pannenfabriek Pottelberg, dwars door Marke,via Lauwe naar het front. De pannenfabriek ,die dienst deed als opslagplaats, was een ideale locatie voor de bevoorrading van de troepen aan het front. Er werden arbeidskrachten (ondermeer Franse en Engelse krijgsgevangenen) en materialen naartoe gebracht. Het was ook een oplossing om troepen, die van het front kwamen uitrusten, in te kwartieren.Van december 1915 tot maart 1918 werd door de Duitse bezetter nagenoeg 4km rails (met 500mm spoorwijdte) van de Markse pannenfabriek (Tuilerie de Marcke-lez-Courtrai) opgevorderd, samen met diverse wagons,draaischijven (11) en bakwagens (57). Ook de locomotief werd opgeëist. Door het leggen van 2 sporen door de pannenfabriek, werd enorme schade aangericht aan de fabrieksgebouwen: voor die werken werd de grond er tot bijna 1m diep uitgegraven..Ook 2 bestaande spoorlijnen werden totaal gewijzigd en nagenoeg 1ha van de kleigronden werd uitgediept. Dagelijks kwamen Russische krijgsgevangenen te voet en in het gelid vanuit Kortrijk om 6 à 7 tramlijnen te leggen, samen met Italiaanse krijgsgevangenen die sinds 2 januari 1918 in Marke gelegerd waren [4]. De Lauwbus werd door opgeëiste Waregemnaars speciaal uitgegraven om de stoomtram een weg te laten banen onder de spoorwegbrug in Lauwe, om zo via Menen richting front te kunnen gaan. De schade aan de landerijen en straten door het aanleggen van een stoomtramtracé en vliegpleinen en het uitvoeren van talloze militaire werken, was aanzienlijk.Een samenvatting van enkele getuigenissen geeft een duidelijk beeld van het traject dat de stoomtram door Marke aflegde:" De stoomtram liep vanaf de pannenfabriek Pottelberg[ 5] naar de Kleine Marktstraat, achter de huizen in de Marktstraat,kwam uit tussen de hoeve Holvoet (Aveve) en het magazijn van de weverij De Witte-Visage (Station-West)[6] , kruiste de Marktstraat en liep dwars door het akkerland naar de Rekkemsestraat, waar hij een scherpe bocht maakte.Hij reed ook door het Baupark [3], waar palen,vlaken en loopplanken op de stoomtram werden opgeladen.Vanaf het Baupark ging het verder achter de villa De Brabandere door het land, langs de gevel van het huis nr.12 in de Van de Wielestraat, dwars over de straat, vervolgens tussen de huidige kantoren van Van de Wiele, om uit te komen vóór café "De Zon" (stond naast de woning met huisnummer 172 in de Rekkemsestraat). Hier stak de stoomtram de Rekkemsestraat over en liep zo dwars door de Zwinstraat, dan verder in het akkerland (van landbouwer Vander Heeren) richting Lauwe. Er bestond een aftakking naar de Sammelstelle [1] (pannenfabriek) vanaf de hoek van de Pontestraat, waar een station (Station-Oost) gevestigd was met een Duitse chef en 4 soldaten.Een zijspoor bediende vanuit het Baupark het Pionierpark [2] aan de Leie. Hiervoor werd beroep gedaan op de locomotief en de "berlientjes" van de Markse pannenfabriek. De stoomtram trok een zestal open wagons.Op iedere wagon kon zo'n twintigtal man plaatsnemen. Naast de bestuurder stond een gewapende wacht." Op de luchtfoto's die dateren van augustus 1918 is het netwerk van sporen dat Marke doorsneed (bemerk de witte lijnen!) duidelijk zichtbaar.In september 1919 werden de tijdens de oorlog aangelegde tramlijnen uitgebroken.Bij die werkzaamheden ontdekte men zelfs nog een niet ontplofte houwitser in de Rekkemsetraat.