Eenzaam volg je twee wandelaars over het verlaten strand.
Je merkt het als je dichter komt, hand in hand.
Maar plots sta je daar, alleen voor de lens,
op dit verder verlaten strand.
Dan draaft een eenzame ruiter je voorbij,
Hij kent de uren van het getij.
Zo ben je nooit eenzaam
er is altijd iemand bij.
|