(Uit interview van Rudolf Van de Perrre door Gaston Durnez in De Standaard 10/11/1984)
Wie kunnen we over André Demedts beter aan het woord laten dan dichter en essayist Rudolf Van de Perre, die in 1984 een uitvoerige studie over zijn leven en werk uitbracht (Rudolf Van de Perre, André Demedts, Stichting Mercator Plantijn Antwerpen). We vonden nog een interview naar aanleiding van het verschijnen van dit boek terug door Gaston Durnez in De Standaard der Letteren van 10 november 1984, waaruit we hier graag letterlijk citeren. Rudolf Van de Perre is de broer van de kunstschilder en Rubens-kenner Harold Van de Perre, van wie de treffende tekening is die we hier in dit blog gebruiken om André Demedts in herinnering te houden.
Volgens Rudolf Van de Perre is de bedoeling van zijn boek de persoonlijkheid van André Demedts als mens èn als schrijver op te roepen zoals ze spreekt uit zijn werk, uit zijn veelvuldige aktiviteiten en publikaties. Meer dan zeventig boeken heeft hij daartoe gelezen of herlezen. De honderden in tijdschriften en kranten verschenen artikels van Demedts heeft hij terzijde moeten leggen: die zouden een studie apart vragen. De essentie ervan ligt trouwens vervat in zijn boeken.
SCHRIJVEN is voor André Demedts in essentie opheldering van het levenslot. Daar ligt het zwaartepunt van zijn betekenis. Ik ken geen auteur bij ons die zo diepgaand bezig is met de meest fundamentele vragen van ons bestaan en die daar ook bevrijdende en verrijkende antwoorden op geeft. Veel van die gedachten heb ik in mijn studie over hem geciteerd, omdat ik ze én als illustratie én als bloemlezing wou gebruiken van de onuitputtelijke rijkdom die Demedts als mens te bieden heeft. Anderdeels ken ik bij ons weinig auteurs met een zo uitgesproken sociaal engagement.
Demedts schrijft in naam van de vernederde en de verdrukte mens. Zijn aanklachten tegen verdrukkers en tegen vormen van onrechtvaardigheid zijn vaak ongemeen striemend. Soms denk ik: Wat voor zin hebben steriele diskussies over rechts en links (what's in a word"?) als ik dit proza lees? Demedts heeft uitgesproken gekozen voor de (nood)lijdenden, maar zijn sociale bekommernis is ingegeven door een oprechte evangelische inspiratie, die rechtvaardigheid, menselijkheid en naastenliefde voorhoudt. En dan is er nog het ontroerbaarheidsgehalte van zijn werk. Zijn personages spreken aan door hun diep doorleefde menselijkheid. Ik geloof dat autenticiteit het belangrijkste kenmerk van zijn werk is. Ieder woord is als het ware met bloed geschreven."
Paradoksaal
André Demedts treedt uit mijn studie naar voren als een grote en paradoksale persoonlijkheid", vertelt Rudolf van de Perre. Eensdeels is er zijn aangeboren melancholie, zijn lijden aan het leven, zijn existentiële weemoed, die hem afkerig maakt van mensenmassa's en het kleinmenselijk gedoe. Anderdeels is daar zijn sociale bekommernis, zijn engagement, zijn oeverloos medelijden met de menselijke staat en met de zwakkeren in de gemeenschap, zijn streven naar een gemeenschappelijk geluksideaal. Dat komt niet alleen tot uiting in zijn woorden, in zijn literair werk, maar ook in zijn daden. Wie het biografisch overzicht doorneemt, zal versteld staan over de onoverzichtelijke reeks van zeer verscheiden aktiviteiten die hij heeft verricht, ten bate van de kulturele en sociale ontvoogding van ons volk.
Treffend vind ik wat hij zelf ergens heeft geschreven over de met hem verwante schrijver Abel Coetzee: eenzaamheid èn sociale gezindheid behoren tot de basisstruktuur van zijn wezen en het is juist de échte eenzaamheid die hem dichter bij de mensen brengt".
In de loop van zijn studie, waar hij meer dan twee jaar aan gewerkt heeft, vond Rudolf van de Perre over het algemeen de bevestiging van het vertrouwde Demedts-beeld, maar ontdekte ook nieuwe of zich duidelijker profilerende facetten. Om te beginnen: de grote eenheid tussen leven en werk, ook binnen het werk zelf. Heel zijn oeuvre zou je moeten lezen als één koherent geheel, dat de verschillende genres overstijgt. Hetzelfde ideeëngoed is evenzeer aanwezig in zijn proza, poëzie, toneel, als in zijn kritisch werk. Dat uit zich ook in de vorm. In zijn proza ontmoet je heel wat lyrische momenten, in zijn poëzie heel wat epische. Het heeft dan ook geen zin je af te vragen wie nu de beste Demedts is, de dichter of de prozaschrijver. Heel zijn werk is een symbiose, ik zou geen keuze willen maken."
Vergeestelijking
- Is er ook geen sterke autobiografische inslag in zijn werk?
- Inderdaad. De persoonlijkheidsstruktuur van Demedts vind je volledig terug in zijn werk. Met dien verstande, dat hij zich tot en met de roman Kringloop om het geluk tot op zekere hoogte identificeert met zijn hoofdpersonages, daarna met het ideeëngoed dat ze vertolken. Verder werd ik sterk getroffen door de toenemende metafysische draagwijdte, die met de hoofdtematiek in zijn werk de problematiek van het geluk verbonden is.
- Is hij werkelijk zo zwaarmoedig en pessimistisch als men altijd hoort zeggen?
- Ja, maar van meet af is er ook het geloof in een diepere zingeving van het bestaan. Demedts is ervan overtuigd dat er zich in de mensheid een langzame groei naar vergeestelijking voltrekt, al kan dit nog eeuwen duren. (In die optiek is zijn werk zelfs een il- lustratie van de evolutiemystiek van Teilhard de Chardin). Als basis voor een gemeenschappelijk geluk, stelt hij een rechtvaardiger wereldorde als conditio sine qua non. Op het individuele vlak gelooft hij in de zin van het lijden, dat zijn hoogste bekroning vindt in het persoonlijke offer. Dat is een motief dat eveneens van bij het begin, zij het eerst sporadisch, aanwezig is, maar zich geleidelijk en in een steeds explicieter vorm ontwikkelt. Het in elkaar overvloeien van al deze elementen rond de centrale tematiek van geloof, lijden en offer heeft me het meest getroffen.
- Sinds lang ben ik ervan overtuigd, dat André Demedts het slachtoffer is van zijn bekendheid als figuur die in het Vlaamse kulturele leven een belangrijke rol heeft gespeeld. Hij is zó bekend, dat men hem eigenlijk...niet of maar slecht kent. Voor sommigen is hij zelfs een symbool geworden waar ze zomaar in het wilde weg mogen tegen aanschoppen...
- Ja, een aantal mensen spreekt over hem een (geringschattend) waardeoordeel uit zonder zijn werk te kennen of (goed) te lezen. Ik wil hem als schrijver niet groter maken dan hij is. maar ik ben ervan overtuigd dat een roman als De levenden en de doden, die ik naar vorm en inhoud als zijn beste werk beschouw, niet misstaat in de Europese literatuur. Was dat boek geschreven door Langasser of Andres bijvoorbeeld, dan zou het ver buiten onze grenzen vermaard zijn geweest. Naar aanleiding van een zijner jongste werken, Geluk voor iedereen heeft Albert Westerlinck gezegd, dat er bepaalde bladzijden in voorkomen die alleen maar door een groot auteur geschreven kunnen worden. Dergelijke bladzijden komen in zijn boeken vaker voor.
Ontvoogding
- Bent u even lovend over de criticus?
- Als Demedts alleen maar zijn kritische en essayistische studies had geschreven, was hij uit onze literatuur niet meer weg te denken. Wij wachten bv. nog altijd op een studie die de gelijkenis kan doorstaan De Vlaamsche Poëzie sinds 1918, daterend uit 1945.
- Behoort de mening over zijn stroef taalgebruik ook tot de misverstanden - Het taalgebruik is zeker niet de sterkste zijde van zijn schrijverschap, maar er is een grote afstand tussen zijn eerste en zijn latere werken. Het heeft geen zin hem te blijven vastpinnen op boeken die meer dan vijftig jaar geleden werden geschreven. Bij eventuele herdrukken worden ze door hem grondig hertoetst. Kenmerken van zijn kritisch werk en van de vele gedachten in zijn proza zijn precies de helderheid en gevatheid van formulering. Zoals hij Teilhard heeft samengevat, zullen het hem maar weinigen nadoen. Wie André Demedts leest, moet ook weten dat bij hem het wat belangrijker is dan het hoe. Anders zou hij geen schrijver zijn geworden.
- Er wordt hem ook wel eens enige eenzijdigheid in zijn exploratie van het leven verweten.
- Welke auteur kent geen beperkingen? Nu is het wel zo, dat bv. het seksuele een eerder geringe rol speelt in zijn werk. Ik heb in mijn boek ergens verklaard waarom. Demedts is altijd zichzelf gebleven, heeft nooit toegegeven aan een bepaalde mode of aan de vraag van de lezer.
Ten slotte is heel zijn oeuvre toegespitst op de ultieme vragen omtrent de laatste van leven en dood. Daaraan is een aantal andere dingen ondergeschikt. Welke auteur bij ons is op die wijze doorgedrongen tot de kern van die problematiek? Ik denk bv. alleen maar aan zijn visie op een van de moeilijkste vragen die we kennen: de zin van het lijden. Graag citeer en bevestig ik (nog eens) de woorden van Albert Westerlinck, die herhaaldelijk heeft getuigd: Demedts is een van de oorspronkelijkste en diepste naturen die ik in mijn leven heb gekend.
- Is de letterkundige Demedts ten slotte denkbaar zonder zijn flamingantische betekenis?
- Heel zijn werk is eigenlijk een pleidooi voor de kulturele ontvoogding van ons volk, een pleidooi voor het geven van kansen aan de begaafden uit ons volk, ongeacht uit welke klasse zij afkomstig zijn. Demedts, als goede leerling van Hugo Verriest, heeft altijd op de eerste plaats geloofd in de adel van de geest.
GASTON DURNEZ (DS 10-11-1984)
09-02-2006 om 16:53
geschreven door bernard
|