Klein broertje heeft gebeden om deze Kerstdag wit te zien, met voetstappen in de verse sneeuw voor het raam, en een roodborstje op een twijg, dat zingt van de verre lente en de bloemen misschien, en als de middagklokken over de vlakte ontwaken, een vage glans van de zon op de bomen en daken en de mensen zo zwart in de sneeuw, zeer groot en eenzaam.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Maar ons hart is zo licht te dragen vandaag, het is of we opnieuw mochten beginnen en alles vergeten wat niet meer is; in ieder oog blinkt een vlam en een traan, er is zo'n blij welwillen in ons, vandaag zullen wij allen met een grote liefde beminnen en niet één zal zijn blik in wantrouwen nederslaan.
Want ieder mens, die een eind weegs met ons gaat, kan Christus zijn, die voor één dag over de wereld gaat en daarom willen wij allen weerhouden: Blijf nog wat, want het wordt nacht, ieder jaar is het maar eenmaal Kerstdag en ons hart heeft zo lang op uw komst gewacht.
Want zoveel moeten we zeggen en vragen, wat ons verheugde, wat leed heeft gedaan en ik kom bedelen ieder jaar weer op deze dag, want mijn armoe en honger eindigen niet.
Als ik vanavond door de sneeuw naar huis zal gaan, Jezus, en gij Moeder, genees mijn verdriet en help ons allen, die over de vlakte het rinkelen van sleebellen horen en die geen meester zijn over het heimwee van ons bloed; help ons allen, die vruchteloos sjouwen onder de mensen en die onze hoop verloren, wij zijn dompelaars en boeven ook, maar over alle sneeuwpaden komen wij U en de sterren tegemoet.
Moeder, voor allen vandaag laat me bidden: voor mijn dode vriend, geef vader en moeder geluk en ook mijn kameraden en wat liefde aan uw dwaas, die het niet verdient en veel trouwe liefde aan Vlaanderen, Moeder, want het werd zo dikwijls verraden.
Ik ben maar een schamel arbeider, die U niets geven kan dan wat scherven van zijn hart, het is zo weinig, het is niets om dat alles te vragen... maar als het niet mag, wees voor allen niet even hard en laat één, die jong is en sterk, het lastigste dragen.
Moeder, klein broertje heeft gebeden opdat uw Kerstdag wit zou zijn, geef aan ons allen over de sneeuw, veel zonneschijn!
André Demedts
|