Gisteren verscheen in het eerste nummer dit jaar van
Neerlandia/Nederlands van Nu, een uitgave van het Algemeen Nederlands Verbond,
een interessant artikel van museummedewerker Nick Krekelbergh. Nick belicht
André Demedts als schrijver-dichter, zijn Groot-Nederlands ideaal, André Demedts in het kader van Frans-Vlaanderen
en Zuid-Afrika en tenslotte zijn culturele erfenis. We publiceren hierbij zijn
bijdrage.
Schrijver-dichter
André Demedts
Hoewel het niet eens in zon héél
grijs verleden is geweest dat de West-Vlaamse schrijver-dichter André Demedts
zijn pennenvruchten aan het papier toevertrouwde, is zijn culturele erfenis
groot, maar laat de publieke belangstelling voor zijn werk tegenwoordig
misschien wat te wensen over. Demedts kon in zijn dagen evenwel rekenen op een
niet onverdienstelijke staat van dienst en aan erkenning heeft het gedurende
zijn vijftigjarige carrière als
schrijver zelden ontbroken. In 1906 als boerenzoon geboren op het ouderlijke
hof De Elsbos in Sint-Baafs-Vijve schopte hij het op eigen kracht tot leraar
(1937) en uiteindelijk zelfs tot directeur van BRT West-Vlaanderen (1949), ook
wel Radio Kortrijk geheten.
Tegelijk ontwikkelde Demedts zich
vanaf de jaren 30 tot een bijna archetypisch Vlaams schrijver en dichter, die
werkte in de traditie van Stijn Streuvels, Felix Timmermans en Ernest Claes en
in de loop van zijn leven een enorme productiviteit aan de dag wist te leggen.
Het meest vermeldenswaardig zijn de repressieroman De Levenden en de Doden
(1959) en de tetralogie De Eer van ons Volk (1973-1978), een plattelandsepos
dat zich afspeelt in de woelige periode rond de Franse Revolutie en deels
gebaseerd is op Demedts eigen familiegeschiedenis. Tijdens zijn leven werd hij
voor zijn oeuvre bekroond met verschillende prijzen. Hij overleed in 1992 in
Oudenaarde.
Groot-Nederlands
ideaal
Demedts was in de eerste plaats een geëngageerd
schrijver, en vanuit dat engagement beperkte hij zich niet tot het schrijven
van poëzie en proza. Een belangrijke rode draad in zijn werk vormde, naast zijn
christelijke levensvisie en sociale bewogenheid, ook zijn toewijding aan het
Vlaamse volk vanuit een Groot-Nederlands perspectief. Demedts streefde hierbij
naar de culturele integratie tussen Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika.
Dat uitte zich niet alleen in zijn boeken, maar ook
en vooral in het werk dat André Demedts verrichtte als spreker en essayist,
zodat we in hedendaagse termen van een echte cultuurpromotor mogen spreken. In
de loop van meerdere decennia gaf hij letterlijk duizenden voordrachten, in een
gemiddeld tempo van één lezing per week. Daarnaast zette hij ook verschillende
projecten op touw die moesten bijdragen aan de Vlaams-Nederlandse integratie.
Bijzondere aandacht ging hierbij uit naar Frans-Vlaanderen, een streek die
lange tijd tot het Zuid-Nederlandse gebied had behoord, maar aan het eind van
de zeventiende eeuw door Lodewijk XIV bij Frankrijk was aangehecht. Het is niet
toevallig dat de Demedts inspanningen voor de Nederlandse taal en cultuur met
name hier nog de meeste vruchten afwerpen, tot op de dag van vandaag.
Demedts
en Frans-Vlaanderen
Frans-Vlaanderen werd door Demedts beschouwd als een
vergeten loot aan de Nederlandse stam. Zijn belangstelling voor de streek
groeide kort na de Tweede Wereldoorlog, mede als gevolg van de contacten die
Demedts onderhield met een jonge leraar uit Frans-Vlaanderen, de latere
professor Pierre Berteloot. Samen met Luc Verbeke organiseerde hij in 1948 een
Frans-Vlaamse Begroetingsdag in Waregem. Die groeide uit tot een jaarlijkse
traditie, die uiteindelijk de Frans-Vlaamse Cultuurdag werd genoemd.
De bedoeling was om de culturele contacten tussen
Vlamingen en Frans-Vlamingen te stimuleren, om de onderlinge relaties te
versterken en zo een reveil van het Nederlands cultuurbewustzijn in
Frans-Vlaanderen in de hand te werken. De doelstellingen waren eerder cultureel
van aard, omdat Demedts en de zijnen de hete politieke hangijzers en het
daarbij horende vraagstuk van een eventueel rattachisme wilden ontwijken.
Binnen de bredere Vlaamse Beweging zag Demedts voor zijn initiatieven vooral
een ondersteunende rol, die meer van culturele aard dan van echt activistische betekenis
was. Het in die tijd ontluikende idee van de Europese eenwording tegen de
achtergrond waarvan gezocht moest worden naar een versteviging van de banden
tussen alle Nederlandssprekenden, als een cultureel blok over de staatsgrenzen
heen, was evenmin vreemd aan die opstelling.
De vierde Frans-Vlaamse Cultuurdag leidde tot de
oprichting van het Komitee voor Frans-Vlaanderen en de oprichting van het
tweetalige tijdschrift Notre Flandre Vlaamse Heerd. Later werd de functie van
dat tijdschrift in belangrijke mate overgenomen door Ons Erfdeel, dat in 1956
onder impuls van Demedts werd opgericht door het jeugdige trio Jozef Deleu,
Jozef Declercq en Jan Delrue. In eerste instantie was ook dat tijdschrift tweetalig,
maar vanaf 1960 werd het uitsluitend in het Nederlands uitgegeven.
In 1970 kwam het tot de oprichting van Stichting Ons
Erfdeel. De stichting werd voorgezeten door een pluralistische raad van advies,
waarin zowel Vlamingen als Nederlanders vertegenwoordigd waren. In 1972 werd in
Rekkem, op de grens tussen West-Vlaanderen en Frankrijk, een dialoogcentrum
gebouwd, dat de contacten tussen Frans-Vlaanderen en de rest van het Nederlanse
taalgebied verder moest stimuleren. Tegelijk werd gestart met het tijdschrift
Septentrion, dat Franstaligen diende te informeren over de Nederlandse cultuur.
De stichting bracht vanaf 1976 ook het wetenschappelijk jaarboek De Franse
Nederlanden / Les Pays-Bas Français uit, dat informatie over Noord-Frankrijk en
zijn relatie tot Vlaanderen en Nederland bracht. Vanaf 1981 werden door het
centrum ook allerlei brochures over de Nederlandse cultuur uitgegeven.
Ook vanuit zijn functie als directeur van BRT
West-Vlaanderen trachtte André Demedts aandacht te besteden aan de positie van
de Vlamingen van over de schreve, onder meer met het programma De Stem van
Frans-Vlaanderen.
Zuid-Afrika
Niet alleen Frans-Vlaanderen vormde binnen het
Nederlandse taalgebied een voorwerp van bijzondere interesse voor André
Demedts. Ook voor Zuid-Afrika was een plaats weggelegd binnen diens
Groot-Nederlandse visie. In zijn ogen was het Afrikaans net zo goed een
vertakking van de brede Nederlandse stam. Net als zijn voorliefde voor
Frans-Vlaanderen liet dat zijn sporen na in het werk van Demedts.
Al in 1944 besteedde hij aandacht aan de
problematiek van de Afrikaners in het boek Trouw aan hun Volk, dat hij onder
het pseudoniem Koen Lisarde publiceerde en dat gesitueerd was ten tijde van de
Boerenoorlog. Demedts publiceerde regelmatig in Zuid-Afrikaanse tijdschriften
en in 1948 werd hij lid van de Afrikaanse Skrywerskring, nadat hij één jaar
eerder al lid was geworden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in
Leiden. Vanaf dat moment werd hij vaste medewerker van het Zuid-Afrikaanse
Tydskrif vir Letterkunde. Hij verzorgde er een rubriek met beschouwingen over
de laatste prestaties op het vlak van literatuur en letterkunde uit Vlaanderen.
André Demedts bezocht Zuid-Afrika uiteindelijk zelf in 1963. De reis
resulteerde in tal van verslagen, essays en voordrachten.
Culturele
erfenis
Demedts overleed in 1992, maar zijn gigantische
inzet voor de Vlaams-Nederlandse integratie ging niet onopgemerkt voorbij aan
de latere generaties. Al in 1970 werd in Kortrijk de André Demedtsprijs in het
leven geroepen. Het doel van de prijs bestond erin om een persoon of
organisatie te bekronen die zich, geheel in de geest van Demedts, had ingezet
voor de Vlaamse ontvoogding, de Nederlandse integratie, de culturele contacten met
Zuid-Afrika of het aanwakkeren van het cultureel bewustzijn in
Frans-Vlaanderen. De prijs wordt nog steeds om de twee jaar uitgereikt in
december.
Het Komitee voor Frans-Vlaanderen is eveneens nog
steeds actief en organiseerde in 2012 alweer de 65e editie van de Frans-Vlaamse
Cultuurdag. Ook worden door het Komitee cursussen Nederlands aangeboden, die
mede op grond van de economische verhoudingen in de Franse grensstreek een
groeiend succes hebben in Frans-Vlaanderen en de omliggende regios. Ook Ons
Erfdeel is nog steeds werkzaam en vormt met een oplage van 8000 exemplaren een
van de meest verspreide culturele tijdschriften binnen het Nederlandse
taalgebied.
De persoonlijke erfenis van André Demedts laat zich
evenwel nog het best voelen in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve. Daar
ontstond in 1983 een heus André Demedtshuis in de oude pastorie naast de
Sint-Bavokerk. Het gaat om een kunsten cultuurcentrum met maandelijkse
tentoonstellingen, dat onderdak biedt aan het André Demedtsmuseum met oude
archiefbeelden over zijn werk en een deel van zijn persoonlijke bibliotheek.
Meer informatie hierover is te vinden op www.andredemedts.be
.
Foto : Bestuursbijeenkomst
van het Komitee voor Frans-Vlaanderen ten huize Luc Verbeke in
1975, met van links naar rechts: Raymond Watthy, André Demedts, Omer
Vandeputte, Leo Vanackere, Luc Verbeke, Johan van Geluwe en Michiel Mispelon
28-03-2013 om 12:08
geschreven door bernard
|