In 2006 vierden we het 100e geboortejaar van André Demedts. In 2012 herdenken we hem 20 jaar na overlijden...
Zoeken in blog

Inhoud blog
  • 47ste André Demedtsprijs voor Sigiswald Kuijken
  • André Demedtshuis viert 40 jaar Cultuur- en Kunstencentrum
  • Heemdag rond André Demedts
  • 46e André Demedtsprijs voor Tinneke Beeckman
  • Afscheid aan Gaston Durnez
  • 45e Demedtsprijs voor Dirk Vyncke
  • Uit Het Kerkhof van André Demedts
  • André Demedts inspireert voor 11-julitoespraak
  • Uitreiking André Demedtsprijs 2017 aan Dirk Brossé
  • André Demedtsprijs 2017 voor Dirk Brossé
  • Met een krijt voor een bord van verleden...
  • André Demedts: Vlaams-Nederlands cultuurpromotor
  • Wandelen in de voetsporen van Schrijver-Dichter André Demedts
  • André Demedtsweekend
  • André Demedtsweekend 3-4 november
  • Kunstenaar Georges Dheedene te gast bij Demedts
  • Nieuwpoort herdenkt zijn ereburger André Demedts
  • Schrijver-landbouwer inspireert jongeren
  • André
  • André Demedtsjaar, van de Leie tot Zuid-Afrika
  • 2012 Herdenkingsjaar André Demedts
  • Het André Demedtsmuseum in een nieuw jasje
  • Vernieuwd André Demedtshuis krijgt educatieve invulling
  • Afscheid Hilde Demedts
  • Voor Hilde
  • In Memoriam Hilde Demedts
  • Scheepstrekkers in werk André Demedts
  • 40e André Demedtsprijs voor EUVO (Europa der Volkeren)
  • Georges Leroy (1930-1977)
  • juryverslag Demedtsprijs 2008
  • De Taalkoffer ontvangt 39e André Demedtsprijs
  • 38e André Demedtsprijs voor De Boekenbende
  • Overzicht André Demedtsjaar in feestnummer KFV-Mededelingen
  • Met André Demedts uit in West-Vlaanderen
  • 100 jaar geleden publiceerde Streuvels '˜De Vlaschaard'
  • André Demedts over het tijdsbeeld van priester Adolf Daens
  • Bij het begin van het Daensjaar!
  • André Demedts als mentor en mens
  • Vlaams mag weer!
  • Felicitaties van Minister Anciaux
    Laatste commentaren
  • mevrouw (Sabine Leroy)
        op Georges Leroy (1930-1977)
  • herinnering (bernard)
        op Recente getuigenis van zijn weduwe Germaine Ide
  • kloosterzuster-verpleegkundige (josee jansen)
        op Witte kerstmis
  • Kerstgedicht van André Demedts (Annie Tanghe)
        op Witte kerstmis
  • Vernieuwing André Demedtsmuseum (Bert De Smet)
        op Vernieuwd André Demedtshuis krijgt educatieve invulling
  • Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    U kunt nog steeds meewerken met dit blog door het doorsturen van uw herinneringen of getuigenisssen over André Demedts.

    boeiend
  • Gezelle
  • Streuvels
  • Demedtshuis
  • Demedtsjaar 2012
  • Wido pedia
  • Timmermans
  • Boon
  • KFV
  • Luc Verbeke
  • e-Waregem
    André Demedtsjaar 2006
    Over veelzijdige persoonlijkheid van André Demedts
    We willen hier een archief aanleggen over André Demedts. Uw bijdrage en/of informatie over de veelzijdige activiteiten van André Demedts is hierbij van harte welkom...
    25-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voor Hilde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Speciaal voor zijn jongste dochter schreef André Demedt zijn gedicht ‘Voor Hilde’.  Het verscheen in zijn bundel ‘Daarna’ (1968). Dit bundel bevat slechts vijftien, meestal langere gedichten en overbrugt een periode van meer dan twintig jaar na zijn tweede bundel ‘Vaarwel’, dat verscheen in 1940. Ouder geworden had André Demedts leren relativeren.  Op zekere dag was hij tot het inzicht gekomen “dat het zelfs geen belang heeft wat er over ons gedacht en gezegd wordt. Van dat ogenblik afr had ik niets meer tegen het uitgeven van poëzie”.

    Bij één van onze ontmoetingen tijdens het Demedtsjaar 2006 liet Hilde ontvallen dat ze van haar vader vooral zijn poëzie nog regelmatig las. Zijn poëziebundels lagen bijdehand en ’s avonds vond ze meermaals troost in het werk van haar vader. Ongetwijfeld hoorde daar ook ‘Voor Hilde’ bij.  We vinden ‘Voor Hilde’ ook terug op blz. 85 in de Verzamelde Gedichten (Leuven, Davidsfonds/Clauwaert, 1995, ISBN 90-6306-328-8)

     

    Voor Hilde

     In de dagen van mijn diepste verslagenheid,

    toen het mij 's avonds onverschillig liet

    of ik 's morgens nog wakker zou worden,

    liep zij met mij naar het bos.

    Ouder dan vier was zij toen niet

    en haar handje in mijn hand,

    liet mijn leven niet los.

     

    Spreken wij reeds met elkander?

    Ik geloof dat wij gesprekken voerden

    over Roodkapje en de wolf,

    over een prinses met gouden haar,

    over de kabouters in het kreupelhout,

    die ons volgden en alles afloerden,

    en toen ons gesprek ten einde was,

    als dieren die ziek zijn,

    gelaten, verlaten en koud,

    lagen wij dicht bij elkaar,

    want het plekje was klein

    waar de zonneschijn scheen op het gras.

     

    Haar hoofdje zonk op mijn borst

    en mijn hart klopte tegen haar hoofd;

    soms stel ik mij voor, als alles voorbij zal zijn,

    ik bedoel, als mijn leven is uitgedoofd,

    zal zij niet van achter, onder heur haar,

    iets voelen bewegen, als een ader die klopt,

    zoals in de tijd, toen zij lag

    met haar hoofdje op mijn borst,

    en ik lag met mijn hart onder haar?

     

    Kan ik mij van haar verwijderen,

    in wat tijd of eeuwigheid heet?

    Het gaat alles te niet, maar ik ben trouw,

    meer is er niet dat ik weet.

    Als zij dan later van iemand houdt,

    als meisje en ontluikende vrouw,

    als zij moeder wordt en bezig is

    met eten te koken of bedden opmaakt,

    terwijl zij altijd maar denkt

    hoe zij het moet doen om anderen

    gelukkig te maken, zal ik gewis

    bij haar zijn en al het gewin van mijn leven,

    al het geluk waarvoor ik nu vecht,

    om er zoveel te verzamelen als het maar kan,

    al dat geluk zal ik haar geven,

    zodat zij het nooit allemaal

    meer wegschenken kan aan een man,

    aan een zoon, aan een kind,

    om het even aan wie, zij meer

    dan zichzelven bemint.

     

    Nog lopen wij soms naar het bos,

    aan het zonnige plekje voorbij;

    dan kijk ik naar haar

    en zij kijkt naar mij,

    onze handen omvatten elkaar.

    25-04-2011 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    23-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In Memoriam Hilde Demedts

    In Kortrijk is donderdag 21 april 2011 ereschepen Hilde Demedts overleden aan de gevolgen van kanker.  Ze was de jongste dochter van veelzijdig cultuurpromotor André Demedts en Germaine Ide. Ze was doctor in de rechten en had een lange staat van dienst in de stad Kortrijk. Hilde Demedts kwam in 1983 in de Kortrijkse gemeenteraad. Zes jaar later, in mei 1989, werd ze schepen. Ze was doorheen de jaren onder meer bevoegd voor financiën, juridische zaken, burgerzaken, facility, veiligheid en openbare werken. Tijdens haar jarenlange politieke loopbaan ontpopte Demedts zich tot een vastberaden schepen met een grondige dossierkennis, een kritische blik, zin voor verantwoordelijkheid en perfectionisme. Vorige zomer nam ze wegens gezondheidsreden afscheid als schepen en onlangs werd haar de titel van ere-schepen van de stad Kortrijk toegekend. De uitvaartplechtigheid vindt plaats op zaterdag 30 april om 10.30 uur in de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk in Kortrijk. Op haar uitdrukkelijk verzoek zal geen rouwregister geopend worden.

    Hilde Demedts werd geboren in Waregem op 22 mei 1947 en bracht haar jeugd door in de Guido Gezellestraat in Waregem. Haar vader André Demedts was toen leraar aan het H. Hartcollege in Waregem en benevens algemeen cultureel ook reeds literair actief. Tijdens zijn leven schrijft hij meer dan dertig romans, heel wat toneelstukken, essays, en poëzie. Zijn oeuvre is doordesemd van een existentialistisch-filosofische inslag en wordt bekroond met de Staatsprijs. André Demedts is lid van de Koninklijke Akademie voor de Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij gaf ook honderden voordrachten in alle uithoeken van Vlaanderen. In 1949 wordt hij benoemd tot directeur van de gewestelijke omroep West-Vlaanderenen samen met zijn echtgenote en vier kinderen verhuist hij in 1953 naar Kortrijk. Hilde Demedts is op dat ogenblik zes jaar en de jongste in de rij. Ze heeft één zus en twee broers.

    Hilde Demedts kwam tijdens het André Demedtsjaar in 2006 meermaals terug naar haar roots in Waregem en Wielsbeke. Zo was ze met haar moeder ook aanwezig bij de inhuldiging van de gedenkplaat aan haar geboortehuis in de Guido Gezellestraat.  Ze dankte toen het stadsbestuur in naam van haar moeder en haar familie voor de eer die Waregem bewees aan haar vader. Alhoewel zij als jongste kind hier niet zo lang heeft gewoond, bleven haar nog heel wat Waregemse herinneringen bij. In de voorkamer, achter het raam waarlangs de gedenkplaat is bevestigd, was het bureau gevestigd van André Demedts. Daar stond bijvoorbeeld de tafel en de boekenkast, die momenteel nog te bezichtigen is in het André Demedtsmuseum in het Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve. Een goede herinnering had Hilde Demedts ook aan het kastje rechts van het bureau, waar haar vader steeds chocolade in voorraad had om zijn kinderen te plezieren als deze zich braaf bij hem aanmeldden. Achteraan was de tuin en haar vader hield eraan tijdens het weekeind in de tuin te werken om tot rust te komen. Hij vond daar zijn inspiratie en creativiteit. Hilde Demedts stelde toen vast dat zij dat gebruik van hem had overgeërfd.

    Na de inhuldiging van de gedenksteen André Demedts in de Guido Gezellelaan, volgde nog een boeiende lezing over de veelzijdige literator André Demedts van recensent Jooris Van Hulle voor ruim honderd geïnteresseerde ingeschrevenen in de raadszaal van het stadhuis. Vlak voor de inhuldiging van de gedenksteen, hebben Mevrouw Germaine Demedts en Hilde Demedts nog een bezoek gebracht aan de André Demedtstentoonstelling in de stadsbibliotheek. Ze kregen daarbij uitleg van samensteller Filip Cottenie. Hilde Demedts ging dat jaar ook graag in op het verzoek om haar vader nader toe te lichten voor leerlingen van het H.Hartcollege en hield eraan om tal van activiteiten tijdens het André Demedtsjaar persoonlijk bij te wonen.

    Op de bres voor gelijke kansen

    Na haar studies aan O.L.V. van Vlaanderen twijfelde ze tussen een opleiding psychiater en journaliste, maar haar vader raadde haar aan om rechten te volgen omdat zo'n opleiding brede perspectieven biedt. In 1970 studeert ze af aan de KULeuven als doctor in de rechten en schrijft ze zich in aan de Kortrijkse balie als stagiaire. In 1977 behaalde ze nog een postgraduaat economie. Hilde Demedts huwt in 1972 met Joseph Devoldere. In 1973 wordt ze moeder van zoon Andres en in 1975 bevalt ze van dochter Eve. Tussen de twee geboorten in gaat ze aan de slag als juridisch adviseur voor een grote verzekeringsmaatschappij. Samen met drie andere dames behoort ze tot de eerste lichting universitaire vrouwen. Telkens één van deze dames een trapje klimt in de hiërarchie, betekent dit een nieuwe overwinning voor de vrouwen in het bedrijf. Hilde Demedts ondervindt er aan den lijve de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vanuit die ervaring groeit het vaste voornemen om voortaan in alles wat ze doet gelijkheid in kansen tussen mannen en vrouwen na te streven. Tien jaar na haar aanwerving wordt ze afdelingshoofd en nadien hoofdinspecteur voor de provincie West-Vlaanderen.

    Politiek

    Hilde Demedts is lid van de Jong Economische Kamer van Kortrijk. Daar ontmoet ze de zoon van een Kortrijks schepen die haar polst om in 1982 aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen. De CVP wil immers de lijst verruimen met vrouwen. Hilde Demedts is een jonge vrouw met een universitair diploma op zak en kan rekenen op de naambekendheid van haar vader. Ze krijgt de 37ste plaats op 41 kandidaten en wordt verkozen. Haar slogan luidt: ‘Stem vrouw, stem Vlaams’. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 wordt ze schepen. Hilde Demedts is de eerste vrouw in Kortrijk die rechtstreeks verkozen wordt tot schepen. Bovendien zetelt ze tijdens die legislatuur als enige vrouw in het schepencollege. In 1989 wordt Hilde Demedts schepen van Financiën, Juridische Zaken, Gelijke Kansenbeleid, Onderwijs en Jeugd. Na het overlijden van schepen Byttebier in 1990 krijgt ze er het departement Openbare Werken bij en draagt ze de bevoegdheid voor Onderwijs en Jeugd over aan een collega. In 1995 opteert ze opnieuw voor Financiën, Juridische Zaken en Gelijke Kansenbeleid.

    Tijdens haar jarenlange politieke loopbaan ontpopte Demedts zich tot een vastberaden schepen met een grondige dossierkennis, een kritische blik, zin voor verantwoordelijkheid en perfectionisme. Sinds maart 1995 zit ze de vergaderingen voor van het overlegforum van de schepenen van Financiën van de tien Vlaamse Centrumsteden. Ze is ook lid van het College van Commissarissen van de VVSG. In 1996 besluit Hilde Demedts om naast haar politiek mandaat als schepen haar echtgenoot te helpen in hun handelszaak en zegt haar carrière in de verzekeringen vaarwel. Joseph Devoldere runt een handel in kantoorbenodigdheden. De zaak in Kortrijk heeft ook een filiaal in Roeselare. Jarenlang maakt Hilde Demedts deel uit van de Raden van Bestuur van de Kortrijkse Kamer voor Handel en Nijverheid en van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden.

    Gelijke Kansenbeleid

    Hilde Demedts is lid van het CMBV en van het KVLV. Ze engageert zich ook in Vrouw en Maatschappij. In 1992 wordt ze in het nationaal CVP-bestuur gecoöpteerd en behoudt haar plaats tot in 1998. Na de verkiezingen van 1988 sleept Hilde Demedts de bevoegdheid voor emancipatie in de wacht. Ze vraagt het statuut van pilootgemeente aan en werkt samen met een Gelijke Kansenambtenaar een tweesporenbeleid uit. Het intern beleid richt zich tot het stadspersoneel en wordt ondersteund door een Interne Begeleidingscommissie. Het externe beleid daarentegen heeft de Kortrijkse bevolking als doelgroep. Het Gelijke Kansenplatform dat samengesteld is uit de afgevaardigden van de Kortrijkse vrouwenorganisaties van alle politieke strekkingen en alle geïnteresseerde individuen, ondersteunt dit luik van het beleid. Hilde Demedts wordt er de eerste voorzitster van. Het platform verdedigt de plaats van de vrouw in alle geledingen van de maatschappij en werkt aan roldoorbrekende sensibiliseringsacties. Omdat buitenschoolse opvang voor kinderen nog steeds een belangrijk probleem is, richt Hilde Demedts in 1993 De Puzzel op.

    Getuigenissen

    De rode draad doorheen de loopbaan van Hilde Demedts is emancipatie en gelijkekansenbeleid. „Mij is het er gewoon om te doen dat iedereen gelijke kansen krijgt, dat iedereen kan kiezen. Nu is dat allemaal wettelijk geregeld en er is veel gerealiseerd, maar een vrouw moet zich altijd dubbel bewijzen. Ik heb daar altijd tegen gevochten en keihard voor gestreden". vertelde ze bij haar afscheid van de politiek. „De politiek heeft een negatieve bijklank gekregen, politici zijn van hun voetstuk gevallen. Er zijn er veel die het goed bedoelen en hun verantwoordelijkheid opnemen, maar we moeten eigenlijk niet op een voetstuk staan".

    Haar medewerkers noemden haar vorig jaar in het Kortrijks Handelsblad: ,,Energiek, dynamisch, open en rechtuit, strijdlustig en alert, creatief, sociaalvoelend, wilskrachtig en besluitvaardig.” Het was voor Elise Heffinck haar eerste werkervaring. „Ik kon me geen betere jaren voorstellen als eerste werkervaring. In tegenstelling tot wat veel mensen misschien denken, was het echt wel leuk werken met haar. Ze was heel respectvol en moedigde ons aan om bij te leren. Schepen Demedts had altijd het beste voor met de mensen en was heel gedreven. Ik heb het grootste respect voor haar. Ook voor de manier waarop ze omging met haar ziekte."  Ann Desauw, die vaak met haar samenwerkte rond gelijkekansenbeleid, herinnert zich Demedts als een trotse vrouw die de emancipatie erg genegen was. Desauw: “Ze hield ervan dat alles goed geregeld was. Ze kon als schepen van Personeel ook goed luisteren naar de mens achter de werknemer.”

    Haar voormalige echtgenoot Jo Devoldere herinnert zich haar als een sterke vrouw. Devoldere: “De positie van de vrouw in onze maatschappij vond ze zeer belangrijk. Ze vond dat vrouwen het nog altijd niet gehaald hadden. Desondanks werkte ze even graag met mannen als met vrouwen. Onze kinderen wonen en werken in het buitenland. Ze waren de jongste twee maanden in Kortrijk om haar bij te staan.”

    Schepen Christine Depuydt : „Het overlijden van Hilde is niet onverwacht, maar toch komt het hard aan. We hadden altijd een goed contact. Ik ben blij dat ik nog twee jaar met haar in het college heb gezeten. Ik heb er veel van geleerd. Hilde dacht altijd na over het geheel, ze was niet enkel met haar eigen dossiers bezig. Ze was kritisch en daagde je uit om scherp te blijven. Ik zal haar strijdvaardigheid missen."

    http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=122

    http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=105


    Hilde Demedts hier in 1987 bij haar ouders

    23-04-2011 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    23-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Scheepstrekkers in werk André Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ter illustratie dat in het werk van André Demedts ook stof ligt voor heemkundige en historische navorsers, dit resultaat van opzoekingswerk naar de vermelding van “Scheepstrekkers” in het werk van Demedts. Voor de vrachtboten langs onze bevaarbare en voltbare rivieren en kanalen voorzien waren van eigen motorkracht, werd de hulp ingeroepen van ‘scheepstrekkers’ of ‘scheepsjagers’ om deze schepen te ‘jagen’.

    De Belgische republiek (1973)  p53/332

    In een terugblik gaat verteller Karel Gillemijn (1765-1848), (over)overovergrootvader van  André Demedts, terug naar een gelijknamige voorouder. Hij was de zoon van Gillis Gillemijn die in 1625 met zijn gezin in Wakken kwam wonen.  In deel 1, 19 vermeldt hij op blz 53 :

    “De oudste zoon van Gillis heette Karel, wat kerel  betekent, iemand met fut in zijn lijf, een man die een man is. De Gillemijns hebben hun oudste zonen dikwijls Karel of Gillis laten dopen en zo draagt ook jullie vader die naam. De Karel Gillemijn waarover ik vertel, was vooraan in de twintig, een stevige jongen met haar op zijn tanden. De luiaard scheren, met zijn handen in zijn broekzakken op een stoel zitten, dat kon hij niet. Als hij geen goed kon verrichten, zou hij kwaad gedaan hebben. Dezulken mogen niet werkeloos zijn, of zij ontbinden hun duivels. Thuis had hij geen bezigheid genoeg, het bedrijf was te klein. Daarom begon hij, waar hem dat gevraagd werd, in daghuren te werken. Toen was de Mandel nog bevaarbaar voor kleine schepen en op zekere dag liet zhij zich aanmonsteren, als scheepstrekker van de boten die naar Roeselare voeren met graan.

    Zijn moeder was er tegen dat hij elders ging werken, maar dat deed de maat overlopen. Scheepstrekkers hadden  een slechte faam. Het gemeenste gespuis had er niets aan, zij leefden buiten de gemeenschap op hun eigen, kenden gebod noch verbod, dronken, vloekten en wallebakten met zot vrouwvolk, zonder naar iets of iemand om te zien. Nooit geweten dat er één oud zou worden, dertig jaar en zij waren versleten.

    “Dat wil ik niet!” zei Karels moeder. “Van zulk volk zijn wij niet.”

    Omdat hij eerst toegezegd had, wilde hij zijn woord niet eten. Een enige keer trok hij een schip naar Roeselare. “Je ziet toch dat ze mij niet opgegeten hebben,” zei hij toen hij terugkeerde. “Ik ben niet eens geschonden. Maar om jou te believen, moeder, zal ik niet meer meegaan.”

     

    De Belgische republiek P 61 /332  in oorspronkelijke uitgave p 69 van 380.

    We zijn omstreeks 1789 met opnieuw Karel Gillemijn (1765-1848). In deel 1, 23 verhaalt André Demedts op blz.  61 “Ongelooflijk wat een naarstige kerel kan doen op één zomerse dag! Nu was het negenmaal dertig dagen dat Karel op De Neringen zijn duivel in tweeën gewerkt had. De lange schone zomer lag op zijn reeuwstro, het was nu de laatste week van augustus. In maart had Karel genoeg grond ontgonnen om een vierendeel zomertarwe te zaaien, in april had hij bonen en raapkolen geplant en achter het huis , in de lochting, had hij een bed aardappels aangelegd, het nieuwe gewas waarover wonderen werden verteld.  De knollen had een scheepstrekker voor hem meegebracht uit de streek van Roeselare, waar hij ze voor schoon geld voor Karel gekocht had. “Wij kennen elkaar toch een beetje,”grinnikte hij. “Was je niet beter bij onze gilde, aan de waterkant gebleven?”

    Geluk voor iedereen (1981)

                André Demedts, Geluk voor iedereen, C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I  - 194916 -  1981 - 383 pagina’s.

    We zijn in de jaren 1840. De toenemende industrialisering veroordeelt het ambachtelijk spinnen en weven. Donkere armoede schuift over het land. Honqer ook, door de mislukte aardappeloogst in 1846 met cholera- en tyfus-epidemieën als gevolg. Op het Vlaamse platteland bezwijken duizenden mensen. Velen wijken uit naar Gent, naar de Waalse mijngebieden, naar Roubaix en Amerika.

    p. 18-20 : … ’t Ging inderdaad slecht in de fabrieken,  gaf hij toe. Spinnerijen, weverijen, wolwasserijen vielen de enee na de andere stil. In Roebee, Rijsel en Terkoenje waren er honderden mensen zonder enig inkomen. Asiel had het evenwel voorzien en tijdig zijn voorzorgen genomen.

      Had hij gezeid dat hij in dienst van de koning van Pruisen getreden was, Dees en Wieze zouden niet meer verwonderd geweest zijn, dan nu hij hun vertelde dat hij scheepstrekker geworden was. In hun overtuiging was dat de slechtste en gemeenste van alle maniere, om zijn brood te verdienen. Wie zijn vader en moeder vermoord had, was er nog te goed voor.

    -  Vooroordelen van kwezelaars en luiaards!

    Hij zou verklaren wat ervan was. Scheepstrekkers waren altijd op weg., vandaag te VIjve en mogten in Gent of Rijsel. Nooit twee keer in hetzelfde bed slapen, geen wijf aan je been, geen kinderen aan je slippen hangen. Een vrij leven in open lucht. Aan niemand gehecht en door niets gebonden. Dàt was de schoonste toekomst voor de mensheid! Geen dwang, geen bazen of gendarmen, heren of papen; iedereen gelijk arm of rijk,  en wie tegen zou strubbelen werd de nek afgewrongen.

    -  Dat zingen ze nu al te Gent, verzekerde Asiel.

    Hij had het met zijn eigen oren gehoord, dat ze den keuneinck Leopold den Iersten van Saksen, Coburg-Gotha, op die manier zouden onthoofden.

    -  Met  hoevelen trek je aan dat schip in VIjve?  Vroeg Dees, om aan de zotteklap een einde te maken.

    Met drieën, twee mannen en een vrouw. Eigenlijk waqs het een manwijf, dat haar deel deed naast de felste kerel. Eten en smeren, vloeken en zweren, vechten als het erop aankwam dat het haar stoof, en haar snater roeren als een ratelende rattemolen.

    Een geladen schip tegen de stroom in slepen, moest toch zware arbeid zijn?

    Wat stroomopwaarts gesleept werd, kwam stroomafwaarts terug. Dat betekende halve krachtinspanning voor de trekkers. Wandelen op de tragel, een tijdje op een berm in de zonneschijn verpozen en toch geld verdienen. Er was ook mogelijkheid om een zeil uit te zetten. Als de wind gunstig woei, scheelde dat de helft van het werk.

    Dees glimlachte…  Marja ontdekte veel beter dan haar broer Jin, waar er overdrijving of leugentaal in het spel was…  Zijn ware levensroeping lag elders dan aan de waterkant… Nu besefte hij ten volle, dat  hij zich door het kapitalisme in del uren had laten leggen.

    Goede avond (1976) -360 p.

    1797 De Zuidelijke Nederlanden zijn in Franse handen. Vanuit een milde menselijkheid schildert rasverteller André Demedts het harde leven van mensen in een tumultueuze tijd.

     

    p. 86  “Vijve was een belangrijk knooppunt van wegen, met een posterij en bovendien een aanlegsteiger aan de Leie. Reizigers te voet en te paard bleven er overnachten, schippers en scheepstrekkers  pleisterden er zolang tot hun schepen gelost of geladen waren en al dat vreemd volk, onbekenden die kwamen en gingen, staken het veelal niet nauw in hun manieren.  Wat kon het hun schelen wat een naam zij achterlieten ? Vooral de scheepstrekkers werden weerzien voor ’t gemeenste volk van de wereld, maar als zij geld te verteren hadden, had ook hùn geld geen reuk ...”

    De houten kroon 522 blz.

    P 439 Sofie was niet thuis of had zich weggestoken, om hem geen goede dag te moeten wensen. Hij mocht haar hebben, de dokter waarmee zij nu aangeleid had. Francies Gillemijn zou zich door niemand meer laten vernederen, had hij geen geld en geen toekomst, hij zou bij de aardewerkers gaan om het even waar een vaart gegraven werd, of scheepstrekker of losser worden.  ’t Gemeenste dat bestond? Wat gaf het? Soort bij soort en werd hij geen veertig jaar oud, des te beter.

    Zulke buien van opstandigheid moesten uitwoeden. ..

    23-08-2010 om 10:35 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    01-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.40e André Demedtsprijs voor EUVO (Europa der Volkeren)

    Op 29 november 2009 ontving EUVO tijdens een academische zitting op het stadhuis te Kortrijk de jaarlijkse Andre Demedtsprijs, een prijs uitgereikt door Marnixring Broel. Dokter Gui Celen, gewezen algemeen voorzitter van Marnixring en nu ondermeer voorzitter van Knokk en dedenktank Pro Flandria , was gastspreker. EUVO staat voor EUropa der Volkeren, een Belgisch Vlaamse vereniging die actief met kleinschalige projecten ijvert om de Vlaamse toponymie en topografie in Frans-Vlaanderen te bewaren en te bevorderen. Dit project kadert uitstekend in de doelstellingen van de in 1992 overleden Vlaamse cultuurpromotor.

    De werkgroep Euvo ( Europa der Volkeren ) is al vele jaren actief in Frans-Vlaanderen. Onder de leiding van Luc Vranckx uit Brugge werden al ruim 600 Vlaamse naambordjes in bijna alle dorpen van Frans-Vlaanderen aangebracht. Op de gevel van hoeves, cafés en oude gebouwen vinden we geelzwarte bordjes met Vlaamse namen. Het initiatief is bijzonder populair ter plaatse. Tel daarbij ook nog eens een gelijkaardig aantal straatnaamborden die in de loop der jaren werden geplaatst. Wie Frans-Vlaanderen doorkruist zal er wel een aantal zien hangen, al werden er sommige weggenomen ( gestolen? verwijderd door tegenstanders?). Afwisseling met gedichten en ook met een aantal foto's met teksten die een stukje geschiedenis van Frans-Vlaandere aantonen, leveren ook het bewijs dat Frans-Vlaanderen zijn Vlaams uitzicht en patrimonium wil bewaren en zelfs nu oude Vlaamse namen door Euvo hersteld wil zien.

    Bij de Veugelberg in Belle ( Bailleul ) in 1997. Van links naar rechts Luc Verbeke, toenmalig schepen Jeroom Steenkiste en Luc Vranckx.


    Enkele hoeve- of herbergnamen zijn: Bij de goeien in Waten, Zaetgarshof in Volkerinkhove, Lampernisseveld in Merkegem, In de vlasboote in Merkegem, Peene-meersch in Bollezele, Hofland in Bollezele, De ronde Kaffoore in Lederzele, In 't Centrum in Bollezele, Nunnenbusch-hof in Steenvoorde, In de Krone in Hardevoorde, Haeghedoorn in Zermezele, In 't Centrum in Arneke, Blauwershof in Godewaersvelde, In St.-Elooi in Merkegem, De twee Meulen in Wormhout, De drie Keuningen in Oudezele, De Busseboom in Kaaster, Erkelsbrugge in Bollezele, De koekoek in Kassel. Een ander initiatief van de vzw EUVO was op zaterdag 8 mei 1999 de inhuldiging aan de Frans-Belgische grens aan de kust van een aantal gerestaureerde grenspalen uit 1819.

    Dr Gui Ceelen startte zijn toespraak met de zinsnede "Geen tronen blijven staan, een volk zal nooit vergaan.", bevlogen worden uit onze nationale hymne waarvan hij de inhoud durft te betwijfelen . Want na 179 jaar staat de troon van de Coburgers er "voorlopig" nog altijd. En dat een volk nooit zal vergaan, is zuiver wetenschappelijk gesproken, ook geen absolute zekerheid. Want waar een taal verdwijnt, daar verdwijnt ook een volk en omgekeerd. Precies omdat de taal gans het volk is en omdat de taal niet alleen de ziel van de natie is, maar de natie zelf. Of, om het met woorden van Guido Gezelle te zeggen: wie geen taal heeft, is geen naam weert en waar geen taal leeft, is geen volk.

    Vandaar zijn oprechte bezorgdheid en ook mijn retorische vraag: Wat dan met het Vlemsch? “Daar wil ik het over hebben met een aantal persoonlijke, en dus meer dan waarschijnlijk politiek-niet-correcte beschouwingen rond Taal, Volk en Staat. Beschouwingen die uiteraard nauw aansluiten bij de opdracht van zowel de Raad voor advies van deze prijs als van de gelauwerde zelf. Want het "EUVO - Europa der Volkeren", dat hier vandaag terecht de Marnixring-André Demedtsprijs ontvangt, poogt op zijn eigen bewonderenswaardige manier zijn grote steen bij te dragen tot het instandhouden van die taal in wat het nogmaals terecht het "Vlaanderen in Frankrijk" noemt. En hoewel we moeten toegeven dat dit "Vlemsch" vandaag eerder een curiosum is tijdens carnaval of in de kleine dorpjes van de streek van Duinkerke, Kassel, Hazebroek tot in Rijsel en Dowaai, toch neemt dat niet weg dat dit "Vlemsch" een restant is van een veel grotere streektaal, die deel uitmaakte van de noordelijker gesproken dialecten in westelijk belgië en westelijk Nederland.

    En EUVO doet er alles aan om die taal levendig te houden. Onnodig om de werkzaamheden van deze vzw hier nog eens uitvoerig te belichten: de laudatio was terzake overduidelijk. Toch één kanttekening: als ik de namen overloop van de pioniers en de boegbeelden bij EUVO, dan ontmoet ik zeer veel priesters. Niet dat ik daar iets tegen heb, wel integendeel, maar het valt me toch op. Luister maar: eerwaarde heer Luc Vranckx, eerwaarde heer Cyriel Moeyaert, eerwaarde heer Renaat Despicht, kanunnik Camille Looten.... allemaal klinkende namen in de lange rij van geestelijken, die naar goede Vlaamse traditie, nog strijden of gestreden hebben voor de ontvoogding van "hun" volk. Net zoals Gezelle, Verriest, Stracke, Verschaeve, Van Wilderode, Callewaert, en ga zo maar door...tot en met de paters van de IJzerwake. Vandaar mijn oprechte dank en eerbied voor alle "eerwaardes" die zich vanuit hun kristelijke overtuiging, waar ook te lande, belangeloos hebben ingezet en nog steeds inzetten in de ontvoogdingsstrijd van "hun" uitverkoren volk, op zijn moeizame weg naar volledige soevereiniteit.

    En dat brengt ons bij de kern van mijn betoog. Hoe kunnen wij aan die noodzakelijke Vlaamse soevereiniteit gestalte geven? Noodzakelijk, niet alleen voor het veilig stellen van onze materiële welvaart, maar evenzeer onmisbaar voor ons geestelijk welzijn, en dus voor de instandhouding van onze taal en voor het behoud van onze identiteit! Het einddoel is mijns inziens duidelijk: Vlaanderen moet finaal een volwaardige staat in Europa worden, want elke vorm van "regionalisme" is altijd synoniem voor onvolledige zeggingschap van een volk.

    Maar, gegeven de politieke situatie van vandaag, moeten we misschien toch ook eens nagaan of we "in afwachting van" niet een stukje van de weg kunnen afleggen binnen het Europees Comité van de Regio's? Meer bepaald dan in die domeinen, waarvoor Vlaanderen als regio, over eigen wetgevende bevoegdheden beschikt. En dan denk ik hierbij vooral aan "onderwijs en cultuur", waarin "taal" toch een niet te onderschatten factor is. Dat dit comité in essentie enkel een adviesorgaan is, blijft natuurlijk een zwakke plek. En het is ook zo, dat zowat iedereen die er om vraagt, lid kan worden van dit comité, zoals bijvoorbeeld het Stadsgewest Londen. Met als gevolg dat we, als we naar de huidige regio's in dat comité kijken, helaas moeten vaststellen dat het niet zozeer de "volkeren" zijn, maar vooral de zogeheten "handels- en economische entiteiten", die gaandeweg het laken naar zich hebben toe getrokken. U hebt zonder twijfel ook in de kranten gelezen dat Hainaut occidentale zich voortaan "la Wallonie Picarde" noemt. Dit om sterk te onderstrepen dat deze regio wel degelijk behoort tot de Euregio Rijsel-Kortrijk-Doornik....De brieflogo's van de ziekenhuizen in Doornik vermelden overigens "centre hospitalier de la Wallonie Picarde."

    Sterker nog, bepaalde insiders beweren zelfs dat het Comité in het leven werd geroepen, "zogezegd" om aan het "zelfstandigheidsstreven" van de "volkeren" tegemoet te komen, maar in werkelijkheid vooral om dat zelfstandigheidsstreven -uiteraard onder impuls van de belanghebbende grote lidstaten- eerst te kanaliseren, vervolgens af te remmen en tenslotte zachtjes dood te knuffelen in een Comité, waar het begrip "volkeren" nog nauwelijks de betekenis heeft die wij, volksnationalisten, er aan geven. Daarnaast is er binnen dat Comité, officieel nog altijd sprake van de "belgische delegatie". Een delegatie die dan -zo staat het er letterlijk- volgens een intra - belgisch akkoord wordt verdeeld tussen Nederlandstaligen (en dus niet: Vlamingen!!??), Franstaligen en Duitstaligen. Wat toch in schril contrast staat met de webstek van de "Organisatie voor Europese minderheden", waar we onder de veelzeggende titel "Volkeren op zoek naar vrijheid" een volledige opsomming terugvinden van zowat alle Europese volkeren. En dat zijn er meer dan 300, waarvan er 90 zijn met wetgevende bevoegdheid.

    Voor de Europese Commissie is het Comité van de Regio's bovendien het gedroomde "glijmiddel" om uitgerekend via de regio's met wetgevende bevoegdheden, waaronder ook Vlaanderen, de eigen Europese regelgeving gemakkelijker te implementeren of op te leggen. Maar dit hoeft allemaal niet noodzakelijk te betekenen dat Vlaanderen, "in afwachting van", de beperkte mogelijkheden van dit Comité niet te volle moet benutten. Wel integendeel: ten eerste, om zijn contacten met andere Europese volkerenmaximaal uit te bouwen, ten tweede, om voor zijn eigen zelfstandigheidsstreven alom in Europa de vereiste goodwill te creëren en ten derde en zeer concreet, om ondermeer met steun van de Vlaamse regering en zich baserend op de uitgangspunten van het Europees Minderhedenverdrag, Frankrijk er binnen de kortste keren toe te brengen om "Frans-Vlaanderen" - de enige minderheid die in Frankrijk nog altijd niet erkend is - alsnog als minderheid te doen erkennen. Als ik u vertel dat 20 % van de Franse burgers als minderheid erkend worden, namelijk de Basken, de Catalanen van de Roussillon, de Bretoenen en de Elzassers, dan heeft Frans -Vlaanderen ook dat recht.

    Ik wil toch even stilstaan bij dat minderhedenverdrag. De Europese peilers waarop een volk als minderheid binnen een staat kan erkend worden zijn vervat in het zelfbeschikkingsrecht der volkeren: het recht dat ieder volk moet bezitten om een eigen onafhankelijke staat op te richten. Het minderhedenverdrag stipuleert dat er geen eigen staat gecreëerd wordt, maar dat sommige acties toegestaan worden zoals les in eigen taal.

    Er zijn zo voor de vuist 4 punten op te sommen, die wat betreft Vlaanderen in Frankrijk, perfect en compleet toe te passen zijn om erkend te worden als minderheid:

    1. De geografische reden: Vlaanderen in belgie en Vlaanderen in Frankrijk zijn éénzelfde geografisch gebied ( de "screve" is inderdaad een willekeurige streep die men getrokken heeft om de grenzen te doen vervagen....)

    2. De historische motivatie:De creatie van de 17 provincies in de zestiende eeuw onder Karel de Vijfde was veelbelovend. Ik hoef u echter alleen maar in herinnering te brengen het verlies van het land van de Westhoek, Artesie en de Somme door het verdrag van Nijmegen in 1678 door Lodewijk de XIV, om u mee te delen dat die vreugde van korte duur was..... De Spaanse successieoorlog, de Franse Revolutie, de Frans – Duitse oorlog van 1870,de bloedige slachtingen van 14-18 en de vier jaar durende Duitse bezetting van 40-45 hebben geen wezenlijke veranderingen meer gebracht. Noord en zuid zijn historisch echter één geheel. De omvangrijke uitdunning van vele culturen door de eenheidsdwang van Frankrijk hebben echter van de toentertijd gesproken taal in Frans- Vlaanderen een curiosum gemaakt. Doch de Franse regering heeft ingezien dat het van rijkdom getuigt wanneer er binnen de landsgrenzen autochtone minderheden en –culturen bestaan.

    3. En ik kom terug op de Culturele eenheid van dit Vlaams gebied: beide delen van Vlaanderen hebben veel gemeen: denk maar aan de vele belforten, begijnhoven, kerken, kathedralen, windmolens, hoeven enzovoort,die geen landsgrenzen kennen.

    4. Ten laatste: de linguïstische argumenten. Deze beide Vlaamse gebieden delen dezelfde Vlaamse ( dialect) taal. En hier ligt de Franse staat dwars: zij willen enkel het Vlaams als regionale taal voor de Vlamingen als minderheid in Frankrijk erkennen, en niet het Algemeen Nederlands. Vergeten we echter niet dat zo'n 300 jaar geleden het Vlaams de Taal was, die gesproken werd van Utrecht tot Atrecht. Nu vandaag in de 21°eeuw moeten wij er echter voor ijveren dat de Taal van de Vlamingen in Frankrijk de door de Europese Unie erkende Algemeen - Nederlandse Taal zou zijn. De jongeren in die regio mogen niet opgezadeld worden met een dialect - Vlaams. Zo hypothekeren wij immers hun toekomst...

    Als de Franse centralistische Staat, mede door de druk van de Vlaamse regering, inziet dat die zo-even genoemde beweegredenen volstaan om ook Vlaanderen in Frankrijk als minderheid te erkennen, dan pas kan het onderwijs van het Nederlands in dit "Vlaanderen in Frankrijk" uitgebreid worden tot tweetalige scholen. Net zoals in Bretagne of in de Elzas bijvoorbeeld. De Franse staat geeft overigens geldelijke steun aan Bretoense, Elzassische en Catalaanse cultuur – en taalorganisaties om hun taal te behouden en uit te bouwen.

    Bovendien kunnen dan alle wegwijzers en officiële naamborden van dorpen en steden in de streektaal verschijnen. Want officiëel zijn de namen helaas nog altijd Bergues, Bailleul, Dunkerque, Esquelbecq, enz... En dan kan bovendien de bestaande synergie tussen EUVO en de vzw KNOKK,( Komitee voor Nederlandstalig onderwijs en Kultuur in het Komense ) significant versterkt worden. Niet alleen zal er een sterkere samenwerking komen met de vzw KNOKK, maar ook met het komitee voor Frans – Vlaanderen, de vereniging werkgroep de Nederlanden, en de Michiel de Swaenstichting.

    Samenvattend kunnen we dus stellen, dat Vlaanderen - ongeacht de weg die het uiteindelijk kiest om zijn soevereiniteit te bereiken- wil het in Europa en daarbuiten als "volk" gerespecteerd worden, zich dan ook eerst en vooral, niet alleen als een volk, maar ook als een natie dient te gedragen.

    Kijk maar naar Quebec: dat is ook geen staat, maar gedraagt zich ondertussen wel als een natie. En dat is belangrijk. Want was het niet Charles De Gaulle -toch een supernationalist- die ooit met de hem eigen dédain orakelde, dat belgië wel een staat was, maar allerminst een natie? Vandaar dat we in dat opzicht van onze Vlaamse politici dan ook moeten eisen dat zij het voorbeeld geven. En precies daarom kan en wil ik hier niet voorbijgaan aan het gezamenlijk interview dat Filip Dewinter, Jean-Marie Dedecker en Bart De Wever recent lieten optekenen door HUMO. Bij de bedoelingen van de Humo-redactie moet ik uiteraard geen tekening maken. Maar dat deze heren, Vlaanderen op zo'n lompe manier te kijk hebben gezet, is zonder meer onaanvaardbaar. Ik vind dan ook dat ze zich ten overstaan van het Vlaamse volk, dat zij beweren te vertegenwoordigen, publiekelijk moeten verontschuldigen. Punt andere lijn.

    En dit gezegd zijnde, Vlaamse en Vlemsche vrienden, ga ik afronden, in vier stappen:

    • Ten eerste, de grote en wijze Lodewijk Dosfel zei ooit, En ik citeer: "de Vlaming is een Nederlandse mens en een belgisch staatsburger en hij kan beide blijven. Op voorwaarde dat het belgisch burger-zijn geen schade toebrengt aan zijn Nederlands mens-zijn". Einde citaat. Maar helaas, reeds in 1914 was ook het vertrouwen van Dosfel in belgische politieke oplossingen volledig ondermijnd en vroeg hij zich luidop af of Vlaanderen wel moest blijven luisteren naar slechte meesters! En terecht want wij, Vlamingen van vandaag, hebben inmiddels gezien waartoe dat mateloos "blijven luisteren" ons heeft geleid.
    • Ten tweede: wetende dat een volk van slaven altijd een regering van tirannen zal krijgen, moeten we desnoods dan maar het voorbeeld van de Oost-Duitsers volgen, die 20 jaar geleden met honderdduizenden op straat zijn gekomen. En precies zoals zij toen "Wir sind das Volk!" zijn blijven schreewen, moeten wij dan maar "Wij zijn het volk!" blijven scanderen. Net zolang tot wanneer de belgische blinde muur die ons van een volwaardig Europees lidmaatschap blijft scheiden, met de grond is gelijk gemaakt!
    • Ten derde: een afscheidshaiku ter ere van Herman Van Rompuy:

    Een belgische ster

    Europa uw firmament

    Vaarwel President

    • En ten vierde en ten laatste richt ik mij met de woorden van Anton van Wilderode tot de Vlaamse Regering en overigens tot alle Vlamingen: Volk word Staat, word Vlaamse Staat! En ik voeg daar aan toe: en nog vandaag als het gaat, want morgen is het misschien te laat!


    01-12-2009 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    26-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Georges Leroy (1930-1977)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Naar aanleiding van de uitreiking van de 17de poëzieprijs Georges Leroy schreef Hans Geeraert een heldere kijk over deze Waregemse beeldhouwer, letterkundige, musicus en promotor van het artistieke leven in de Gaverstreek. Het is een bijdrage in het programmaboekje van de uitreiking, overgenomen in e-Waregem, die we u hier niet willen onthouden.

     

    De bekende Waregemse letterkundige en beeldhouwer, die beroepshalve muziekleraar was, trad omstreeks 1966 op tweevoudig kunstterrein naar buiten: eerst als beeldhouwer, maar al het jaar daarop als schrijver met de roman "De sluipwesp'. In 1968 behaalde hij de Provinciale Prijs voor Letterkunde. Naderhand verschenen de novellen "Het licht" (1969) en "Harry" (1970). Twee jaar later werd zijn roman "De pees" voorgesteld.

     

    In beide kunsttakken was hij kritisch voor zichzelf: alleen wat hij echt goed vond werd gedrukt of tentoongesteld. In 1970 opende hij een kunstgalerij die hij "Da Vinci" noemde; zij verwierf in korte tijd naam en faam en groeide uit tot een trefpunt voor grafische kunst in de regio. Zo was hij de stichter van het Gaverfonds en organiseerde hij de Gaverprijs voor schilderkunst.

     

    In een In Memoriam in "Vlaanderen", nr 158 (1977) wordt een beeld geschetst van zijn verschillende kunstuitingen en de ermee gepaard gaande moeilijkheden: "een lange weg, niet steeds bestrooid met rozen, een bijna onvermijdelijke innerlijke tweespalt."

     

    Hij was een kunstenaar die het zich nooit gemakkelijk maakte, want hij was door een inwendig vuur gedreven. Dit vuur was niet alleen een artistieke bezetenheid, maar ook, - aansluitend bij de kunstopvattingen van André Demedts -"een diep meevoelen en verbondenheid met de medemens, die zowel zijn literair werk als zijn beeldhouwwerk kenmerken.

     

    (met dank aan Hans Geeraert)

    26-01-2009 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (1)
    04-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.juryverslag Demedtsprijs 2008

    Sinds 39 jaar reikt de MARNIXRING KORTRIJK BROEL de ANDRE DEMEDTSPRIJS uit aan een persoon of vereniging die bijdraagt tot de politieke ontvoogding van ons volk en zijn toekomst als natie, tot de uitstraling van zijn cultuur, tot zijn nauwe verbondenheid met andere leden van de Nederlandse stam of tot de betere bekendheid van Vlaanderen in de wereld. Op 7 juni 2008 heeft de Raad voor Advies het Nederlandstalig onderwijs DE TAALKOFFER uit Komen als laureaat voor 2008 voorgesteld in de persoon van zijn directeur, de heer Tom VANDERMEULEN.

     

    Het beheren van DE TAALKOFFER, de Vlaamse School in Komen, is een hele uitdaging. De school wordt afgesneden van elke subsidiëring vanwege de Franstalige Gemeenschap in overtreding met de Taalwetgeving van 30.06.1963.  De Vlaamse Gemeenschap beperkt haar steun tot de huur van de lokalen. Aldus dient de heer VANDERMEULEN permanent op zoek te gaan naar dringende steun van de niet-partijpolitieke gemeenschap.

     

    Momenteel beschikt de school over één leerkracht voor de dertig kleuters en één leerkracht voor de zes studiejaren lager onderwijs. Telkenjare kan hij zich verheugen op de aangroei van het aantal leerlingen. Echter zult u begrijpen dat het begeleiden van deze kinderen met twee leerkrachten een heuse inspanning vergt. Dringend is men dan ook op zoek naar de financiële middelen om een leerkracht bij te nemen. Naast de financiële uitdagingen zoekt hij ook en vooral de morele steun van de Vlamingen, die dit schooltje-in-gevaar niet willen loslaten.

     

    Zoals u weet heeft een vriendenkring in 1974 het initiatief genomen om het onderwijs in het Nederlands te Komen te ondersteunen. Naast André DEMEDTS hebben mensen toentertijd zoals Flor GRAMMENS, Paul SERGIER, Remi VANDENBROUCKE, Jaak MOERMAN, Noël DECRAEMER, Michiel VAN DE KERCKHOVE, Andre LAMMERTYN, Jean-Pierre DEWIJNGAERT en Andre DURNEZ zich zeer actief ingezet voor deze zaak. Later is de VZW KNOKK daaruit ontstaan, die nog steeds alles in het werk stelt om Tom VANDERMEULEN en zijn school materieel te ondersteunen. De MARNIXRING KORTRIJK BROEL vindt dan ook dat we Komen niet mogen loslaten en het onze plicht is deze pioniers te ondersteunen.

     

    Een tweetal weken terug verscheen trouwens een artikel in de KNACK waarin duidelijk werd aangetoond dat de financiële situatie van DE TAALKOFFER niet zo rooskleurig is. De titel van het artikel luidde “Een koffer vol problemen” met ondertitel “De Taalkoffer, het Nederlandstalige schooltje in het Franstalige Komen, wil eindelijk officieel erkenning en subsidie krijgen van de Franse Gemeenschap. Desnoods wordt de zaak voor de Raad van State gebracht”.

     

    Thans blijkt dat de VZW KNOKK op droog zaad zit. De VZW KNOKK, die sinds kort wordt voorgezeteld door onze gewezen algemeen voorzitter Gui CELEN. Bron van alle kwaad is de Franse Gemeenschap, die al dertig jaar manifest haar financiële verplichtingen ontloopt, sinds 2007 helpt en begeleid het kabinet VANDENBROUCKE de VZW KNOKK bij het samenstellen van een juridisch correct dossier, om te beginnen de formele subsidieaanvraag aan de Franse Gemeenschap en de gemeente Komen.

     

    Tot op heden kwam er echter nog geen reactie van de Franse Gemeenschap en/of de gemeente Komen.

     

    Door de organisatie van allerlei initiatieven zoals schoolfeesten, infoavonden, volwassenenonderwijs probeert Tom VANDERMEULEN met succes meer belangstelling te krijgen voor DE TAALKOFFER. André DEMEDTS zou fier zijn als hij deze jonge Vlaming had kunnen gelukwensen. Hij is iemand, die het aan het bewijzen is. En dit is wat André wenste.

     

    DE TAALKOFFER is een van de weinige scholen die reeds vanaf het derde leerjaar start met het onderwijzen van twee talen. Door de kinderen taalvaardigheid bij te brengen biedt DE TAALKOFFER de kinderen een verzekerde toekomst.

     

    In de Vlaamse school in Komen heerst een democratische schoolstructuur met dagelijkse praatrondes, klasseraad en schoolraad. Ondernemend staat centraal in DE TAALKOFFER via projectwerk worden de kinderen gestimuleerd om initiatief te nemen, zelfstandig werken wordt bevorderd door hoekenwerk en contractwerk.

     

    Tot slot is DE TAALKOFFER een warme school. Dagelijks hebben de ouders contact met leerkrachten en directie. De ouders worden ook nauw betrokken om samen te denken over de opvoeding en onderwijs van hun kind.

     

    Uit het voorgaande moge blijken dat DE TAALKOFFER – de Vlaamse school in Komen in de persoon van zijn directeur, de heer Tom VANDERMEULEN – de perfecte belichaming van de ANDRE DEMEDTSPRIJS is en een waardige opvolger van de vorige laureaten. We zijn dan ook vereerd en gelukkig hem die prijs te kunnen overhandigen.

     

    Ik dank u.

     

    Peter SUSTRONCK

    04-12-2008 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    02-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Taalkoffer ontvangt 39e André Demedtsprijs

    Op zondag 30 november 2008 werd in het Stadhuis te Kortrijk de 39e André Demedtsprijs uitgereikt aan de Vlaamse school ' De Taalkoffer ' van Komen. Aan het hoofd van deze  door de Franstalige gemeenschap niet gesubsidieerde en ook door het gemeentebestuur niet erkende school, staat het jonge schoolhoofd Tom Vandermeulen, die de prijs in ontvangst mocht nemen. Luc Verbeke noemde de uitreiking vorige zondag één van de mooiste prijsuitreikingen die hij sinds 1972 heeft meegemaakt. Zelf konden we de uitreiking niet meemaken en we zijn gelukkig hier de tekst te kunnen publiceren uit het poëzieblog van Luc Verbeke.

     

    Peter Sustronck bracht eerst het verslag van de jury van de André Demedtsprijs. Op 7 juni 2008 heeft de Raad voor Advies het Nederlandstalig onderwijs DE TAALKOFFER uit Komen als laureaat voorgesteld in de persoon van de heer Tom Vandermeulen. Het beheren van die school is een hele uitdaging. De school wordt immers afgesneden van elke subsidiëring vanwege de Franstalige Gemeenschap in overtreding met de Taalwetgeving van 30.06.1963.  ( NB: terwijl de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks 9 miljoen euro betaalt voor Franstalige scholen in de Vlaamse faciliteitengemeenten !! )

     

    In 1974 nam de Vriendenkring van het Komense o.l.v. Noël Decraemer het initiatief tot de oprichting van een Vlaamse school. Later groeide daaruit de vzw KNOKK, die nog steeds alles in het werk stelt om de school te ondersteunen. De vzw wordt nu geleid door dr.Gui Celen. Sinds 2007 helpt het kabinet Vandenbroucke de vzw bij het samenstellen van een juridisch correct dossier voor een subsidieaanvraag aan de Franse Gemeenschap en de gemeente Komen. Tot op heden bleef daarop een reactie uit...

     

    De Taalkoffer is een van de weinige scholen die reeds vanaf het derde leerjaar start met het onderwijzen van twee talen. In de Vlaamse school is er een democratische schoolstructuur en is er een bestendig contact met de ouders. De Taalkoffer is alvast een waardige opvolger van de 38 vorige laureaten in de persoon van Tom Vandermeulen. André Demedts zou trots zijn geweest mocht hij de gelegenheid hebben gekregen om deze jonge Vlaming te kunnen feliciteren.                            

                   

    Op deze eerste foto ( gemaakt door Dirk Verbeke ) zien we in het midden de laureaat

    Tom Vandermeulen omringd door zijn personeel en het bestuur van de Marnixring Broel . We bemerken bovenaan: dr. neurochirurg Gui Celen, voorzitter van KNOKK en Pro Flandria, Paul De Meester, voorzitter van de Raad voor Advies, Peter Sustronck, secretaris - verslaggever, dr. Philippe Dejaegher, protocolchef, die  de sprekers inleidde en bedankte. Tenslotte  Filip De Vlieghere. Op de eerste rij, rechts van Tom Vandermeulen :Rudolf  Scherpereel, voorzitter  van de Marnixring Broel en de feestredenaar Stefaan Misschaert.

                                                   

    Op deze tweede foto zien we de eerste twee rijen van de aanwezigen. Op de eerste rij herkennen we dr.gui Celen, voorzitter van KNOKK , Filip De Vliegere, de nieuwe Algemene voorzitter van de Marnixring en schooldirecteur - laureaat Tom Vandermeulen.

    Op de tweede rij : ikzelf ( met stok ) en Dirk Demedts ( tweede zoon van wijlen André )

    met zijn echtgenote, die de familie vertegenwoordigden.

     

    De feestrede werd gehouden door de heer Stefaan Misschaert, directeur van het Kortrijkse Instituut ' Spes Nostra ' en onlangs benoemd tot Pegagogisch Adviseur. Hij handelde over Taal en Taalonderwijs, met  de onvermijdelijke raakpunten met het onderwijs van de Nederlandse taal in de school van Komen. 

     

    Hij zei dat taal dient om te dialogeren, om met elkaar te communiceren. Spijtig genoeg is de 'communautaire dialoog' in ons land niet een toonvoorbeeld van harmonieus samenleven. De hooghartige Franstalige politieke klasse verhindert dit. De taalgrens van '63 heeft ons verlost van de ellendige talentellingen, die ons tot dan toe al heel wat gemeentes hadden gekost. Het Nederlands had in de loop van de geschiedenis al genoeg grondgebied ingeleverd. De taalgrens is er nu en jammer genoeg liggen Komen en Moeskroen nu in het ander landsgedeelte.

     

    Van het Nederlands onderwijs bleef er in Moeskroen nog een spoortje over, maar in Komen hebben we moeten wachten op de komst van een Vlaams schooltje, nu de ' taalkoffer ' genoemd. De naam wijst al op de rijkdom van onze taal. De school wil de taalarmoede veroorzaakt door sociale achterstand op zo jong mogelijke leeftijd wegwerken.

     

    De Nederlandse taal is de taal van zowat twintig miljoen mensen en de Vlaamse school is gelegen in een uithoek waar de Romaanse en Germaanse beschavingen elkaar in een soort kruisbestuiving ontmoeten. Kwaliteit aanreiken in een Franstalige omgeving is zeker geen sinecure. Maar de Vlaamse school doet het goed en verdient onze volle steun. De feestredenaar besloot zijn toespraak met een hartelijke gelukwens. Jammer dat André Demedts dit enthousiast gebeuren niet meer mee heeft kunnen maken. Maar de familie Demedts, in de eerste plaats zijn echtgenote Germaine, is er toch gelukkig mee.

     

    Tenslotte sprak de laureaat Tom Vandermeulen een pittig dankwoord uit en liet beurtelings zijn ouders, zijn leerkrachten en de vrouw die zorgt voor het dagelijks onderhoud, delen in de eer door ze op te roepen om recht te staan, waarbij het publiek dan telkens dankbaar applaudisseerde.

     

    We vermelden nog het optreden van de a-capellegroep ' De vuile Bobbies ', die tussen de toespraken in, met liederen en muziek de feestzitting schitterend wist op te luisteren.

    De zitting werd besloten met ' De Vlaamse Leeuw '. Een van de mooiste prijsuitreikingen die ik sinds 1972 heb meegemaakt…

    (get. Luc Verbeke)

     

    http://blog.seniorennet.be/lucenmaria

    02-12-2008 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    27-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.38e André Demedtsprijs voor De Boekenbende
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op zondag 25 november 2007 werd de 38e André Demedtsprijs uitgereikt aan "De Boekenbende aan Huis" uit Brussel. Het is een voorlees-aan-huisproject waarbij meer dan tweehonderd vrijwillige voorlezers betrokken zijn. Het project wil het voorlezen in  het Nederlands stimuleren en is vooral gericht op kinderen van gezinnen waar weinig of niet in het Nederlands wordt voorgelezen. Het is om die reden dat een bezoek aan de plaatselijke bibliotheek een vast onderdeel van de Boekenbende is. Om voor te lezen heb je immers boeken nodig, goede voorlees- en prentenboeken en die vind je in de bibliotheek.

     

    Je hebt daar ook gespecialiseerd personeel dat ouders en kinderen kan helpen bij hun keuze. De Boekenbende wil de waarde van het Nederlands aantonen bij kinderen die thuis weinig Nederlands horen en die taal uitsluitend associëren met de schoolomgeving en alles wat daar bij komt o.m. de moeite die zij moeten doen om de leerkracht te volgen in les en gesprek. De emotieve band die veel kinderen van niet-Nederlandstalige gezinnen missen, probeert de Boekenbende aan Huis een beetje aan te halen. Daarmee wil ze ook de ouders mee motiveren om het Nederlands als huistaal te aanvaarden. Het vrijwilligersinitiatief is gestart in Schaarbeek en het bestaat al dertien jaar en is nu uitgebreid in het hele Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Het is nu ook actief in het Antwerpse als "Boekencaravan".

     

    De feestrede werd gehouden door Gewezen Vlaams Minister Hugo Weckx, voorzitter van de Hoofdstedelijke Bibliotheek Brussel. Hij sprak over "De plaats en de rol van het Nederlands in het Interculturele Brussel".  Bij aanvang wees hij op de historische betekenis van Brussel. Brussel (of Broeksele = Bruxelles) is historisch gezien een even Vlaamse stad als Antwerpen en Mechelen. De Franstaligen hebben dus Vlaanderen niet verloren, zoals het FDF graag beweert, maar de Vlamingen hebben een groot stuk van Vlaanderen (langs de huidige taalgrens en ook van Vlaams Brabant) moeten prijsgeven.

     

    Tot 1830 was alles Vlaams, maar na de nederlaag van Willem I werd hier alles verfranst. De grondwet was Franstalig en de bestuurstaal was Franstalig. De Vlaamse Beweging realiseerde echter de heropstanding. De beide wereldoorlogen waren voor Vlaanderen noodlottig maar we kwamen er telkens opnieuw weer bovenop.  Onze universiteiten werden vernederlandst (Leuven was het laatste Franstalige bastion binnen Vlaanderen tot 1968). De Vlaamse culturele bewegingen namen het voortouw en de politieke drukkingsgroepen volgden. Het werd een harde strijd voor het verwerven van de culturele autonomie na de afschaffing van de vervalste talentellingen en de uiteindelijke vastlegging van de taalgrens (8 november 1962).

     

    Maar  ook na de vastlegging van de taalgrens  blijven de Franstaligen grondgebied van Vlaanderen opeisen. Weckx verwees naar een brief van Stijn Streuvels en Herman Teirlinck uit 1951 waarin zij zich uitspreken voor het territorialiteitsbeginsel. Sinds 1921 hing het taalstatuut van Brussel immers af van de talentellingen. Op 24 juli 1961 werden die eindelijk afgeschaft. Uiteindelijk kwam een Vlaamse regering en vanaf 1995 een Vlaams Parlement na een nieuwe staatshervorming. Aldus was er een gestage groei van de Vlaamse macht in dit land. De gewezen minister heeft een heel stukje van die strijd en van de wetgeving en haar toepassing meegemaakt als volksvertegenwoordiger (tot 1995) als gemeenschapsminister van onderwijs, cultuur en Brusselse aangelegenheden (tot 1995).

     

    Hij wees tenslotte op de blijvende grondhonger van de Franstaligen, die altijd het personaliteitsprincipe inroepen en hij citeerde daartegenover een artikel van Etienne Vermeersch in De Standaard onder de titel " Taalgrens is Landsgrens " ( 3 november 2007). Daaraan moeten de Franstaligen zich houden. In Brussel zijn zeker nog 150.000 Vlamingen die wensen hun taal en cultuur te behouden.

     

    Het feit dat Brussel meer en meer multicultureel wordt zal uiteindelijk voordelig voor ons zijn. De Franstaligen en allochtonen moeten Nederlands leren en meer en meer worden zij zich daarvan bewust. De inburgering van de allochtonen zal nog wel generaties duren. We moeten ze opvangen in het Nederlands onderwijs en onze culturele organisaties. De culturele activiteiten in Brussel zijn dus heel belangrijk. Op dat vlak verricht de nu bekroonde " Boekenbende aan huis" in Brussel goed werk. Hugo Weckx is optimistisch over de toekomst van Vlaanderen en de hoofdstad ervan, Brussel. Hij besloot zijn rede met de woorden "Brussel een stad om van te houden".

     

    (Met dank voor verslag aan Luc Verbeke)

    27-11-2007 om 10:44 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    14-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overzicht André Demedtsjaar in feestnummer KFV-Mededelingen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het jongste nummer van KFV-Mededelingen, de informatieve periodiek van het Komitee voor Frans-Vlaanderen,  brengt ook een ruime terugblik over 21 blz. van het André Demedtsjaar 2006. Hierin vinden we ondermeer de publicatie van de toespraken van dr. Karel Platteau (André Demedts, de mens en de auteur) bij de uitreiking op 26 november 2006 van de 37e André Demedtsprijs door Marnixring Kortrijk Broel en van Jooris van Hulle op de André Demedtshulde op 18 augustus 2006 in Waregem. Uittreksels uit beide toespraken hebben we hier gepubliceerd en voor de volledige inhoud kunnen we nu verwijzen naar het feestnummer van KFV-Mededelingen n.a.v. de 60e Frans-Vlaamse Cultuurdag, die doorgaat op zondag 23 september in het Cultuurcentrum De Schakel te Waregem.

     

    Het Komitee voor Frans-Vlaanderen vzw (KFV) is een particuliere vereniging van vrijwilligers, met een veelomvattende, bijzonder concrete werking voor en in Frans-Vlaanderen, nu 60 jaar lang. Het KFV besteedt sinds een halve eeuw bijzondere aandacht aan het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen door de organisatie van meer dan 30 bijna-gratis-cursussen op verschillende plaatsen. De KFV-Mededelingen werden in 1973 opgericht onder leiding van Luc Verbeke. De KFV-Mededelingen bieden ruime informatie over Frans-Vlaanderen, met bijzondere aandacht uiteraard voor de KFV-werking. Het tijdschrift heeft een oplage van 5.000 exemplaren, waarvan er zowat 2.000 gratis worden verzonden naar Frans-Vlamingen.

     

    Met dit feestnummer, een dubbelnummer van 80 blz.,  begint KFV-Mededelingen aan zijn 35e jaargang. In september 2007 start ook het 50e KFV-cursusjaar Nederlands met meer dan 30 cursussen in Frans-Vlaanderen van Kales (Calais) en Duinkerke tot Rijsel. André Demedts heeft samen met Luc Verbeke het Komitee voor Frans-Vlaanderen in 1947 gesticht en laten kiemen. Jooris van Hulle : “Samen hebben ze ervoor gezorgd dat wat ooit begon als de cultuurdagen is uitgegroeid tot een aanspreekpunt en een richtinggevende organisatie, die zich blijft inzetten voor onze taal en cultuur in Frans-Vlaanderen.” 

     

    We volgen ook Cyriel Moeyaert (Frans-Vlaamse Cultuurdag Belle 5-9-1993) in het belang van het feit dat hij samen met Luc Verbeke het Komitee voor Frans-Vlaanderen heeft gesticht. Het heeft zeker een andere, betere wending gegeven aan de taal- en cultuurontwikkeling in Frans-Vlaanderen. Moeyaert noemde Demedts de ‘levenwerkker’. Is het ook Demedts niet die met KFV Jozef Deleu ertoe bracht om met Ons Erfdeel van wal te steken, dat samen met Septentrion en het Jaarboek de Franse Nederlanden van ontzettend belang geweest is voor de herleving van onze gemeenschappelijke kultuur en het groeien van het eigen historisch bewustzijn in het Nederland in Frankrijk?

     

    Luc Verbeke (KFV-Mededelingen dec.1992) :

    “In 1947-48 waren we samen, onder zijn inspiratie en met de medewerking van het Waregemse Kunstverbond en Davidsfonds, met de werking voor dat toen zo goed als onbekende en vergeten stuk van Vlaanderen begonnen. Elders heb ik uitvoe­rig over dit werk geschreven. Ik kan hier dus kort zijn. Ik ben ervan overtuigd dat Frans-Vlaanderen in de onbekendheid zou zijn weggedeemsterd als daar niet uit Waregem na de oorlog het eerste signaal was gekomen van André Demedts, die na een contact met Streuvels op het idee kwam om in 1948 een eerste ontmoeting met Frans-Vlamingen te organiseren.

     

    En voor de rest van mijn leven heb ik gewerkt om zijn droom te helpen realiseren: het voortleven en herleven van onze taal en cultuur in Frans-Vlaanderen. Twintig jaar lang is André Demedts voorzitter geweest van het langzaam gegroeide Komitee voor Frans-Vlaanderen en tot zolang het in zijn mogelijkheden lag is hij als ere-voorzitter betrokken gebleven bij ons werk. Ontelbare keren zijn wij samen in Frans-Vlaanderen op toernee geweest.

     

     Daar is enorm veel uit gegroeid: herleving van het Vlaamse en historische bewustzijn, cursussen Nederlands, allerlei cultuurdagen en ontmoetingen, toneel, tijdschriften... We mogen gerust zeggen dat zonder André Demedts er b.v. geen sprake zou zijn geweest van het bestaan van „Notre Flandre", of van „Ons Erfdeel" of van ,,KFV-Mededelingen" en ook niet van het tijdschrift „Vlaanderen". André Demedts heeft zijn stempel geslagen op het cultuurleven in Vlaanderen. Die blijft onuitwisbaar. We blijven hem gedenken.

     

    www.kfv-fransvlaanderen.org

    14-09-2007 om 16:02 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    08-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met André Demedts uit in West-Vlaanderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag zou André Demedts 101 jaar zijn geworden. Het André Demedtsjaar kunnen we hier beëindigen, niet zonder nog een blik te werpen op een andere verdienste van hem...

    In 1958 verscheen bij de uitgeverij Meddens in Brugge een boek over West-Vlaanderen met als titel “Uit West-Vlaanderen”. Het boek kwam tot stand op initiatief van de Bestendige Deputatie van de Provinciale Raad met in redactiecomité onder meer André Demedts. Hij schreef ook de inleiding met als titel “West-Vlaanderen, mijn land”. André Demedts belicht hierin de geschiedenis van de provincie en maakt vanuit Brugge een tocht door de provincie met afzonderlijke bezoeken aan  “Waar de meeuwen schreeuwen”, “Van de zee tot de bergen”, “Van de Leie tot het Houtland”,

     

    West-Vlaanderen

    VAN DE LEIE TOT HET HOUTLAND

     

    Wie van Ploegsteert tot Sint-Eloois-Vijve de loop van de Leie volgt, ziet in de nabijheid van Menen het landschap en de ekonomische bedrijvigheid van de bevolking veranderen. Men krijgt de indruk van één uitgebreide industriële agglomeratie waaraan voortdurend verder gebouwd wordt. Menen is een grensstad, die weinig monumenten van betekenis bezit. Kolonel Van der Mersch, die in de Brabantse Omwenteling van 1789 een belangrijke rol gespeeld heeft, werd er geboren; de laatste jaren van zijn leven bracht hij in het dichtbij gelegen Dadizele door. Dat dorp is een bekende bedevaartplaats, die ieder jaar door tienduizenden Maria-vereerders wordt bezocht.

     

    Van Menen tot bij de grens van Oost-Vlaanderen werd vroeger in de Leie en de Mandel vlas geroot. Sedert 1943 is dat verboden en hebben de kunstmatige rootputten aan het rivier-roten een einde gesteld. Zij gelijken op reusachtige bunkers, die van een hoge schoorsteen zijn voorzien. Wanneer het vlas uit het water komt, wordt het in kleine schoven, die hier kapellen heten, te drogen gezet, wat aan de streek het uitzicht biedt dat een kabouterleger er zijn tenten heeft opgeslagen.

     

    Kortrijk is het centrum niet alleen van de vlasbewerking, maar van een belangrijk nijver-heidskompleks waar weefsels, juwelen, dakpannen, spiegels, speelgoed, meubels, chemische-en metaalprodukten, benevens machines en precisietoestellen vervaardigd worden. Het is de levendigste stad van de provincie, omdat het meer in het heden en de toekomst dan in het verleden leeft. Nochtans richtte het op de Groeningekouter een gedenkteken op, dat de belangrijkste gebeurtenis uit de vlaamse geschiedenis, de veldslag van il juli 1302, moet vereeuwigen. Verder zijn er enige merkwaardigheden die een bezoek verdienen : het stemmige begijnhof, de Broeltorens aan de Leie, twee kunstig bewerkte schoorstenen in het stadhuis, de Sint-Maartenskerk en inzonderheid nog de Onze Lieve Vrouwkerk, dagtekenend uit de XIIIe eeuw, met haar gravenkapel en een « Kruisafneming » van Antoon Van Dijck.

     

    Oostwaarts van Kortrijk, aan de grote verkeersweg op Gent, ligt Harelbeke dat eens de zetel van de « forestiers van Vlaanderen » zou geweest zijn. Nu is het een modern stadje met verschillende fabrieken. Het kan bogen op een indrukwekkende renaissancekerk met een prachtige predikstoel; de Romaanse toren die in 1940 tijdens de gevechten aan de Leie opgeblazen werd is in zijn vroegere staat hersteld. Belangrijk is ook het geboortehuis van Peter Benoit, dat tot museum werd ingericht. Dit is ten andere een streek, waar veel kunstenaars werden geboren of woonachtig zijn, zoals, om alleen de voornaamsten te noemen, Stijn Streuvels, die te Ingooigem in « Het Lijsternest » een groot deel van zijn werk heeft geschreven, en Emiel Claus, die te Sint-Eloois Vijve het levenslicht aanschouwde en te Astene begraven ligt.

     

    Noordwaarts van de Leie komt men in de Mandelvallei, waar Roeselare alle andere steden en gemeenten overtreft. Gunstig gelegen, ongeveer in het midden van de provincie, aan een vaart die het met de Leie verbindt en op een knooppunt van wegen, is Roeselare het midden-punt van een wijd uitstralende handelsbedrijvigheid geworden. Het heeft ook in het kulturele leven van de provincie een rol van betekenis vervuld. In zijn bisschoppelijk onderwijsgesticht heeft Gezelle in de XIXe eeuw een traditie gegrondvest, waarin verschillende mannen van formaat, zoals Verriest en Rodenbach, De Laey en Verschaeve gevormd werden.

     

    Boven de stad, begrensd door de zeevlakte en de heuvelketen die over Zwevezele, Hooglede en Moorslede loopt, strekt zich over een smalle strook van oost naar west het Houtland uit. De grond is zandig en weinig vruchtbaar, met het gevolg dat de streek door naald- en loofbossen is overdekt. Wie stilte en eenzaamheid zoekt, vindt er een paradijs zo ongerept, alsof het nooit door mensen was betreden. Torhout is er de hoofdplaats van, een stad die op een lange geschiedenis terug kan blikken.

     

    In haar nabijheid, aan de weg die naar Oostende leidt, staat het historische slot van Wijnendale, dat eeuwenlang de uitverkoren verblijfplaats van de Vlaamse graven is geweest. Hier is het ook dat Koning Leopold III de tragische meidagen van 1940 heeft doorgebracht. Van deze hoogte, die in het hartje van West-Vlaanderen oprijst, turen wij een laatste maal naar oost en west, zuid en noord, over dit kleine vaderland tussen de zee en de Schelde, dat door alles wat het heeft medegemaakt en opgeleverd, een eigen aangezicht mocht krijgen. Ons is het als geen ander lief aan 't hart.

    08-08-2007 om 16:40 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    22-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.100 jaar geleden publiceerde Streuvels '˜De Vlaschaard'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Stijn Streuvels staat dit jaar opnieuw in de schijnwerpers naar aanleiding van erfgoeddag. De erfgoedcel Kortrijk herdenkt dat Stijn Streuvels honderd jaar geleden zijn meesterwerk ‘De Vlasschaard’ publiceerde. Van 31 maart tot 26 mei 2007 loopt in het Nationaal Vlasmuseum in Kortrijk een tentoonstelling, waarop ook de verfilming in 1942 van het Vlaamse boek onder het nazi-regime speciale aandacht krijgt. Parallel met de cyclus van de vlasverwerking doorloopt de tentoonstelling de bloei en de bewerking van het literair fenomeen.Streuvels.

     

    In augustus 1942 zakte een Duitse filmploeg af naar bezet België om in de vlasregio Kortrijk opnames te maken voor “Wenn die Sonne wieder scheint”. Over deze voor Streuvels controversiële medewerking aan de film gaat de publicatie “De Vlasschaard 1943” van Roel Vande Winkel en Ine Van Linthout. De film zelf werd gerestaureerd en gedigitaliseerd uitgebracht op DVD. Er zijn ook heel wat nevenactiviteiten als projecties in dienstencentra en RVT’s, wandelingen, fietstochten, een herwaardering van de Streuvelsroute. Voor verdere informatie hierover verwijzen we naar www.erfgoedcelKortrijk.be

     

    André Demedts publiceerde verschillende bijdragen over Stijn Streuvels. Hij was niet alleen een streekgenoot van Stijn Streuvels, maar ook een vriend aan huis op het Lijsternest van Stijn Streuvels. Streuvels stond ondermeer aan de wieg van het Frans-Vlaamse engagement van Demedts en de oprichting van het Komitee voor Frans-Vlaanderen. Van André Demedts verschenen ondermeer werken over Stijn Streuvels in de reeks ‘prominenten’ (1955), het standaardwerk ‘Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk’ (1971) en in de reeks ‘grote ontmoetingen’ (1977). 

     

    In deze laatste monografie stelt Demedts op blz. 69 over Stijn Streuvels :

    “Zijn worteldiepe waarachtigheid heeft gemaakt dat hij het essentiële, het innigst menselijke, dat in zijn tijd bij de landelijke bevolking van Zuid-West-Vlaanderen leefde, op een oorspronkelijke manier in schoonheid van taal vastgelegd heeft.  Voor ons behoren zijn verhalen bovendien niet alleen tot de letterkunde. Het zijn eveneens bijdragen tot de geschiedenis van ons volk, met alles wat de geschiedenis aan denken en doen, feiten en gebeurtenissen, verhoudingen en toestanden insluit…”

     

    Het valt op hoe sterk de raakpunten zijn tussen de persoonlijkheid van Streuvels en Demedts, en hun veruitwendiging van “de Oud-Germaanse wereldbeschouwing, met haar pessimistische kijk op de ontwikkeling van de geschiedenis, en haar verheerlijking van moed en trouw zonder beloning”. Streuvels heeft misschien Demedts’ schrijversschap niet beïnvloedt, maar wel vallen een aantal affiniteiten op. Met Streuvels heeft hij het streven gemeen naar een betere wereld, op basis van een rechtvaardige sociale ordening, zonder daarom wat goed was in het verleden prijs te geven. Met Streuvels deelde Demedts het geloof, dat de industrialisering en de daaraan verbonden welvaart de mensen niet gelukkiger heeft gemaakt, omdat “de eenheid van alle dingen, onderworpen aan dezelfde kosmische wetten was verbroken”.

     

    Evenals Streuvels is Demedts een mens van het platteland, die gelooft in een hoger ordescheppend beginsel, waaraan de mens onderworpen is en dat hij niet ongestraft doorbreekt. Die wetmatigheid wordt weerspiegeld door de eeuwige wederkeer van de seizoenen. Maar uiteindelijk is hun schrijverschap te ànders geaard en is Streuvels veel meer de objectieve uitbeelder van het leven en de werkelijkheid, terwijl Demedts zijn (hoofd)personages altijd opnieuw kleurt met zijn subjectieve visie op wat hem in de werkelijkheid van het leven beroert.

     

    Info : Rudolf van de Perre, monografie André Demedts, stichting Mercator-Plantijn 1984.   

    22-03-2007 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    08-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts over het tijdsbeeld van priester Adolf Daens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    (Uit rede van André Demedts op 14 augustus 1957 in Aalst tijdens herdenking 50-jarig overlijden van wijlen Daens)

     

    Toen priester Daens in 1893 de Christelijke Volkspartij stichtte, was het Vlaamse volk arm, onwetend en onderworpen. Er bestond slechts een allereerste begin van sociale wetgeving. Nog in 1869 had Frère Orban, de grote in het parlement, verklaard, volgens de geest van die tijd: “de regeling van de arbeid is een soort dienstbaarheid”… Pas in april 1893 werd het Algemeen Meervoudig Stemrecht ingevoerd.

     

    Er was één herberg op 29 inwoners, er stierven 187 kinderen per duizend vóór het derde levensjaar. Bij de arbeiders was dat één op drie. De gemiddelde leeftijd van een Belgische arbeider bedroeg 38 jaar. Er werd steun verleend door de armenbesturen aan 1 familie op 8 in de Waalse provincies, aan 1 familie op 5 in de Vlaamse provincies. En die steun werd verleend, in veel gevallen, in de meest mensonterende omstandigheden…

     

    Ons volk was onwetend. Het volksonderwijs was onvoldoende en werd ten andere zeer ongeregeld gevolgd… Middelbaar en hoger onderwijs was volledig Frans. In 1907, het sterfjaar van priester Daens, heeft de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers zijn wet aangenomen, waarbij het toegelaten was om vanaf 1914 twee vakken in het Nederlands te ondervragen aan het einde van de retorica. Ongeveer de helft van de volwassen bevolking was ongeletterd. De opiniepers was negen op tien Frans. De leidende standen waren het volledig, door een dubbele muur gescheiden van de mensen onder wie ze moesten leven en helpen, door de muur van de sociale afzondering en door de muur van de anderstaligheid.

     

    De enige kans, de enige mogelijkheid op verbetering van het lot van de kleine man lag in de vereniging, die op het sociaal-economische en tegelijk op het politieke plan hervormingen moest kunnen afdwingen. Het verzet van de arbeiders was hevig… Uit dat streven is dan in 1885 te Brussel de stichting van de Belgische Socialistische Partij gevolgd. Dan zien we van Christelijke zijde ook verschillende verenigingen ontstaan en werkgroepen die trachten de Christelijke openbare mening te winnen voor een hervorming in het voordeel van arbeiders en kleine boeren. In 1891 komt Rerum Novarum, en voor diegenen die christelijk geïnspireerd waren, de herkenning dat hun streven door het hoogste gezag van de Kerk werd bijgetreden en dat het dus door al diegenen die het goed menen met de kerk en met het christendom zou moeten ondersteund geworden zijn…

     

    Gedurende al die laatste jaren vóór het optreden van priester Daens was de toestand in het land buitengewoon gespannen. In 1886 werd een sociale revolutionaire beweging hoofdzakelijk in de Waalse provincie nog bloedig onderdrukt door generaal baron Van de Smissen… Van 1884 af leed het land daarenboven aan een zware economische crisis wegens de onverwachts geweldige import van Amerikaans graan… Dat alles gebeurde voorts in een atmosfeer, die nog vergiftigd was door de schooloorlog van 1880 tot 1884, die het land zeer diep had ontwricht, die het werkelijke tegen het wettelijke had opgesteld, die de kroon min of meer in het gedrang had gebracht en de gemoederen tot onverzoenlijkheid had opgehitst…

     

    Dat is de achtergrond waartegen we nu de figuur moeten stellen van priester Daens.

     

    Adolf Daens werd geboren op 18 december 1839 te Aalst uit een gezin van zes kinderen. Vader was schaliedekker, moeder hield winkel.   Hij groeide op, loopt school in de stad, eerst naar de stadsschool daarna naar het College, is een goed student, heeft steeds de eerste prijs. En op zekere dag, voor de prijsuitreiking heeft zijn moeder een grote inspanning gedaan en besloten hem een nieuw kostuum te kopen. Omdat moeder toevallig geen geld genoeg in huis heeft, neemt de kleermaker het kostuum de avond voor de prijsuitreiking wederom mee. Door het inspringen van de familie draagt Daens de volgende dag zijn nieuw kostuum. Men moet het meegemaakt hebben, omdat men in zijn leven later altijd de partij zou kiezen van diegenen die zichzelf niet kunnen helpen…

     

    Uit zijn optreden, brieven en documenten, … blijkt dat hij geweest is: als mens, een zeer ontwikkeld man, iemand met een open geest die meer wist dan veel onder zijn collega’s uit die tijd. Iemand die zeer zelfstandig van karakter was. Die niet dacht zoals de grote hoop, die dacht volgens de ingeving van zijn geweten en het kloppen van zijn hart. Iemand die innerlijk onrustig was, die de oude eeuwenoude trek bezat van alle grote mensen, niet te kunnen rusten nooit te kunnen berusten, bij datgene wat niet deugt. Hij was welmenend, was medelevend. Hij heeft zoveel gegeven, zoveel gedaan en zoveel geofferd voor anderen, dat hij bij zijn dood straatarm, geen geld in zijn bezit meer had.

    08-02-2007 om 16:58 geschreven door bernard


    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij het begin van het Daensjaar!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    André Demedts heeft duizenden toespraken gehouden bij allerhande gelegenheden overal in Vlaanderen, in Nederland, Frans-Vlaanderen en elders in de wereld. Volgend uittreksel uit de inleiding van zijn rede in 1957 op de Daensherdenking in Aalst typeert de omzichtigheid en tegelijk de overtuiging, helderheid,  en kracht van zijn optreden, de ernst en de inzet van Demedts om zijn publiek iets zinvols bij te brengen. De rede werd uitgesproken in aanwezigheid van “excellentie, burgemeester, senatoren, volksvertegenwoordigers, hoogwaardigheidsbekleders”.

     

    André Demedts opende toen in Aalst met een citaat met een citaat van Goethe: “Der Undank ist immer eine Ardstrecke, ich habe nie gesehen das Tüchtige Menschen undankbar waren.” Ondankbaarheid is altijd een soort zwakheid, ik heb nooit geweten dat knappe mensen ondankbaar waren…

     

    In deze geest van dankbaarheid, o geachte vergadering, zijn wij hier verenigd om te herdenken dat op vrijdag 14 juni 1907, tegen 5 uur in de namiddag, priester Adolf Daens overleed en de volgende maandag te negen uur in deze stad Aalst werd begraven, zonder eerbewijs, maar omringd door iets dat meer waard is dan alle eer, de liefde en trouw van degenen die niets anders hebben dan dat om hun erkentelijkheid te betonen.

     

    We zijn hier verenigd om de nagedachtenis aan die priester te huldigen… Ik zal spreken, niet als aanklager, niet als verdediger, ook niet als partijganger, niet als iemand die iets te winnen heeft of iets te verliezen, maar als een man uit het volk die daar hoort tot dat volk en die zijn eer stelt in zijn rechtschapenheid, en luidop zal die man dan zeggen wat U in stilte denkt, en datgenen wat wij willen zeggen ter nagedachtenis van een man die voor dat volk heeft geleden, die voor dat volk heeft gestreden als weinig anderen.

     

    Wij zijn verplicht aan die hulde omdat wij geloven in de uiteindelijke overwinning van de rechtvaardigheid, omdat we ons stellen boven de kleinheid, boven de vrees, boven bijkomstigheden en vergissingen van welke kant zij ook mogen gebeurd zijn. Omdat wij de waarheid, de goedheid en de schoonmenselijkheid willen zien, en omdat wij trouw willen zijn aan het verleden en hopen op de toekomst tot wier vooruitgang wij allen onze medewerking willen verlenen.

     

    Omdat wij, uit geest van verzoening, gesproten uit begrip voor ieder standpunt,

    en alleen geleid door welwillendheid om al de wonden te helen en niemand te kwetsen,

    omdat wij diegenen willen troosten die hun geheel leven lang het verdriet dat hun vereerde voormannen en hun vereerde leider priester Daens werd aangedaan,

    alleen gedragen en alleen verbeten hebben,

    zodat we allen van hier mogen gaan, straks,

    bemoedigd, getroost, zonder wrok, zonder bitterheid,

    eeuwig jong van hart en grootmoedig,

    verlangend uitziende naar de dag dat we weer samen zullen komen, einde september,

    om hier op de Werf het standbeeld te onthuldigen van priester Daens,

    dat de aanwezigheid van zijn idealisme

    voor onze kinderen, de uwe, de mijne, en ook de kleinkinderen zal bestendigen !

     

    Om dat te bereiken moet ik U achtereenvolgens onderhouden over vier zaken :

    1)      de tijd waarin priester Daens geleefd heeft

    2)      zijn afkomst, de groei, de vorm van zijn persoonlijkheid

    3)      over zijn werking voor het arme volk

    4)      over zijn betekenis in onze geschiedenis

     

     

    Uit de inleiding van de ’Rede van letterkundige André Demedts, uitgesproken op de akademische zitting de 14-8-1957, in de feestzaal van het stadhuis te Aalst bij de herdenking van het 50-jarig overlijden van wijlen PRIESTER DAENS, oud-volksvertegenwoordiger van Aalst en Brussel’. (toespraak van 12 blz. nadien zonder voorafgaande toestemming van de auteur uitgegeven)

    08-02-2007 om 00:59 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    20-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts als mentor en mens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 8 augustus 2006 zou romancier, dichter, essayist, recensent en redenaar André Demedts (1906-1992) 100 jaar geworden zijn. Ter gelegenheid van die verjaardag belicht Patrick Meuris in de vier nummers van de Gavergids jaargang 2006 telkens een ander aspect van Waregems meest veelzijdige ereburger. Na zijn poëzie, proza en rol als cultuurpromotor komt in december 2006 in het Winternummer de meer persoonlijke kant van André Demedts aan bod.

     

    De familie van André Demedts vestigde zich in 1626 op de hoeve Den Elsbos op de Drogenbroodhoek, langs de Mandel, op de grens van Oostrozebeke, Sint-Baafs-Vijve en Wakken. Strikt genomen lag de hoeve op grondgebied Sint-Baafs-Vijve maar eigenlijk leunde ze meer aan bij Wakken. Over het Teeuwkensbruggetje en langs de Baliekouter (nu een provinciaal domein) stapte de familie langs de herbergen De Drie Koningen, De Prince en De Keizer naar Wakken kerk.

     

    André was de oudste zoon van Maurits en Celesta Vandenhende. Van de dertien kinderen die het echtpaar kreeg, bleven er slechts vier in leven: André (°1906), Gabriëlle (°1909), Paul (°1914) en Michel (°1922). André werd prematuur geboren en was een zwak en ziekelijk kind. Hij weende veel, echte tranen, en was slechts te sussen in moeders armen of door vaders langzame weemoedige lied Souvenirs du jeune âge. Vader Maurits was actief in het Wakkense dorps- en cultuurleven. Hij schreef o.a. artikels in de Mandelbode, een weekblad dat verscheen rond de eeuwwisseling en de voorloper was van de nieuwe Mandelbode, die ontstond in 1943. André Demedts is jarenlang op zoek geweest naar de publicaties van zijn vader maar heeft ze niet meer teruggevonden.

     

    Vanaf 1912 ging André Demedts naar de lagere school in Wakken, aanvankelijk bij de Zusters van de H. Jozef in de Kapellestraat, waar ook zijn moeder zes jaar op pensionaat was geweest. In 1914 stapte hij over naar de Gemeentelijke Jongensschool, bij meester Jules Lobel. Demedts had de beste herinneringen aan de toegewijde meester maar kon minder goed opschieten met zijn leeftijdsgenoten. Door de oorlog en zijn zwakke gezondheid miste André wel een groot deel van zijn lagere school.

     

    Zus Gabriëlle herinnert zich dat André het meest optrok met zijn neef Marcel, met wie hij op verkenning ging in de weiden en bossen van de omgeving. André had een rijke fantasie en verzon verhalen en spelletjes. Maar eenmaal het spel op gang, verloor hij gauw de belangstelling en trok zich dan terug in huis met een boek. Ondanks zijn grote schuchterheid ging er als kind al een zekere kracht van hem uit. Volwassenen waren onder de indruk van zijn anders en méér zijn. Later stimuleerde André zijn zus om de nieuwe Vlaamse literatuur te leren kennen en een boekhandel te beginnen.

     

    Van 1918 tot 1919 volgde Demedts lager secundair onderwijs aan het Sint-Lievenscollege te Gent. In die periode woonde hij bij zijn oom Dr. Leestmans in Gentbrugge. In Gent werd hij Vlaamsgezind, leerde de Frontbeweging kennen, het tijdschrift Ter Waarheid (van de Wakkenaar Joris Van Severen) en het werk van Hugo Verriest (gewezen pastoor te Wakken van 1888 tot 1895). Van 1919 tot 1921 was Demedts leerling aan de handelsafdeling van het Sint-Amandscollege te Kortrijk, waar hij al korte schetsen en toneelstukjes schreef voor het schoolblad De Knotse.

     

    Na 1921 moest hij noodgedwongen thuis blijven, om te helpen op de ouderlijke hoeve. Hij bekwaamde zich dan maar verder door zelfstudie. Na de lange werkdagen vond hij 's avonds en ’s nachts nog de tijd om verzen en novellen te schrijven. Zijn eerste gedichten verschenen in 1924 in Averbode's Weekblad en Hooger Leven, zijn eerste roman Het leven drijft in 1936.

     

    Op het eind van de jaren ’20 werd André Demedts in Wakken lid van het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond, waarmee hij enkele toneelstukken opvoerde in de zaal Den Tap. In Wakken leerde hij ook Luc Verbeke kennen (°1924), met wie hij later in Waregem de letterkundige afdeling van het Kunstverbond en de Frans-Vlaamse Cultuurdagen zou oprichten (zie de Gavergids 2006, nr. 3). Ook in Demedts’ latere leven is de band met Wakken hecht gebleven. Hij kwam er geregeld terug als spreker voor het plaatselijke Davidsfonds, op 11 juli-vieringen of voor diverse verenigingen.

     

    Echtgenoot en vader

    André Demedts was gehuwd met de tien jaar jongere Germaine Ide (°1916), een landbouwersdochter uit Pittem, die nu in een appartementje in Kortrijk woont. Germaine was huishoudkundig regentes maar hield veel van literatuur… Op 17 augustus 1938 traden ze in het huwelijksbootje en gingen ze wonen in Waregem, eerst in de Karel van de Woestijnelaan, later in de Guido Gezellestraat (waar in augustus van dit jaar een gedenkplaat werd onthuld). Het echtpaar kreeg vier kinderen: Mieke (°1939), Maurits (°1941), Dirk (°1944) en Hilde (°1947). In 1953 verhuisde het gezin naar de Condédreef in Kortrijk, nadat André Demedts eerst vier jaar gependeld had naar zijn nieuwe werk bij Radio Kortrijk. De individualistische stad was een hele aanpassing voor André en Germaine, die allebei afkomstig waren uit een kleine landelijke gemeente. Ze woonden liever in Waregem, waar er meer contact was met de buren.

     

    André was altijd druk bezig met zijn werk, voordrachten, artikels, essays en literatuur. Hij stond op om 6.30 u., schreef tot 8 u., nam ontbijt en ging werken. Om 7 uur ’s was hij thuis voor het avondmaal en kon hij zich een beetje bezighouden met de kinderen, als hij niet naar een of andere vergadering moest. Hij stelde veel belang in de opvoeding van de kinderen en hun schoolresultaten. Hij was zeer bezorgd en vroeg Germaine altijd wat er die dag met hen was gebeurd. De kinderen hadden zeer veel eerbied en bewondering voor hun vader. André had weinig vrije tijd maar als hij vrij was op zaterdagnamiddag werkte hij altijd in de tuin. Op zondagmiddag deed het gezin een uitstapje.

     

    Ook tegenover Germaine was André Demedts een zwijgzaam, gesloten man, die zijn gevoelens niet blootgaf. Maar ze vertrouwden elkaar volkomen, en als André echt met iets inzat, sprak hij daar wel over met haar. André sprak nooit veel over wat hij aan het schrijven was. Germaine moest net als iedereen wachten tot het boek af was. Ze hielp hem wel met kopiëren, en met het verbeteren van de drukproeven. Germaine ging ook zelden mee naar voordrachten. In de beginjaren ging André altijd met de fiets, ook bij slecht weer, en dacht dan onderweg nog aan wat hij zou vertellen. Vanaf 1949 ging hij altijd met de auto, ook weer alleen. Toen hij 75 was en niet meer met de auto kon rijden, speelde Germaine wel chauffeur.

    Toen André ouder werd, vervaagde stilaan zijn geheugen en bracht hij meer tijd door samen met Germaine. Ze omschrijft André als een zeer sociaal mens, die gehecht was aan zijn streek, goed en trouw was, en zeer bezorgd om zijn volk, dat hij uit de armoede en de sociale achterstelling omhoog wilde tillen.

     

    De kinderen van André en Germaine waren alle vier schitterende studenten. Mieke werd licentiate Germaanse Filologie en lerares. Maurits studeerde voor pneumoloog en werd hoogleraar aan de K.U.Leuven. Dirk werd orthopedisch chirurg en Hilde doctor in de Rechten en master in de Economische Wetenschappen. Als jongste kind heeft Hilde niet zo lang in Waregem gewoond, maar heeft er toch nog heel wat herinneringen aan. De voorkamer van het huis in de Guido Gezellelaan was het bureau van haar vader, met o.a. de boekenkast die nu te bezichtigen is in het André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve. In het kastje rechts van zijn schrijftafel had André altijd chocolade in voorraad voor wanneer de kinderen eens langskwamen in zijn bureau. In de tuin kwam haar vader in het weekend tot rust en vond er inspiratie en creativiteit, een gebruik dat Hilde overgenomen heeft. Volgens Hilde was er eigenlijk geen verschil tussen haar vader thuis en de publieke figuur André Demedts. Ook thuis bleef hij zeer eenvoudig, vriendelijk en respectvol voor iedereen.

     

    Leraar in Waregem

    In 1937 werd André Demedts via een bekwaamheidsproef voor de Centrale Examen-commissie leraar aan de Vrije Hogere Technische Handelsschool te Waregem. Hij zou er twaalf jaar blijven, tot in 1949. Demedts genoot toen al enige bekendheid in de Vlaamse literatuur, en directeur-principaal Deweer had hem aangesproken om zijn jonge college nog meer uitstraling te geven. Op het gebied van leerkrachten, gebouwen, uitrusting en keuken ("'t Vettekot") genoot Waregem toen al een goede faam. In zijn Waregemse periode schreef Demedts vier romans, waaronder de eerste twee delen van zijn trilogie Kringloop om het Geluk. Zijn ervaringen op het college leverden stof en inspiratie voor nog eens vier jeugdboeken, onder het pseudoniem Koen Lisarde (zie de Gavergids 2006, nr. 2).

     

    André Demedts heeft zijn periode in het H.-Hartcollege meermaals de gelukkigste periode van zijn leven genoemd. Hij beschouwde het opleiden van de jeugd als een waardevolle ervaring voor zichzelf en een bijdrage tot de toekomst van zijn volk. Hij was ook nauw verbonden met het culturele leven in Waregem, als voorzitter van de literaire kring van het Kultuurverbond, als medewerker van de theatergroepen Pogen en Kunst & Eendracht en natuurlijk als stichter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.

     

    Demedts gaf aan het College Nederlands, aanvankelijk in de lagere cyclus maar het grootste deel van de tijd in de hogere handelscyclus. Vanaf 1940 gaf hij ook Nederlandse Handelscorrespondentie en Economische Geschiedenis in het Graduaat, een tweejarige opleiding hoger onderwijs die later verhuisde naar de Katho-campus in Kortrijk. Volgens oud-leerling en later collega-leraar Oscar Martens maakte André Demedts zowel op de leerkrachten als de leerlingen een bijzondere indruk. Bij bijzondere gelegenheden trad hij op als spreekbuis van het lerarenkorps, bijvoorbeeld door een tafelrede te geven bij de aanstelling van een nieuwe principaal.

     

    De leerlingen keken naar hem op en waren onder de indruk van zijn brede kennis. Zijn naambekendheid, competentie, eenvoud en toewijding maakten dat hij een natuurlijk gezag had en gewaardeerd werd. Demedts gaf rustig les en kon goed vertellen. Zijn lessen waren nooit saai of oppervlakkig maar gedegen, menselijk en fundamenteel. Met discipline had hij geen problemen en straf hoefde hij nooit uit te delen. Bij het vak Economische geschiedenis aan het Graduaat bleek hoe intelligent en belezen André Demedts was. Op eigen kracht had hij de kennis van een licentiaat Geschiedenis en Economie verworven. Blijkbaar volstond het voor hem om iets te lezen of te horen om het te onthouden en te begrijpen. Maar ondanks zijn grote kennis en intelligentie was zijn uitleg altijd eenvoudig en helder, en bleef hij altijd een eenvoudig en nederig mens.

     

    Demedts’ werk als leraar heeft volgens Oscar Martens nooit geleden onder zijn vele andere activiteiten. Hij kon hard en snel werken, zich goed organiseren en slaagde er in om op één dag veel te presteren. Stipt kwart na acht was hij op het College voor de lessen van 8.30u en was ook altijd zeer stipt in het nazien van de avondtaken. Buiten de lessen was hij steeds beschikbaar en aanspreekbaar voor de leerlingen. Waar hij kon was hij behulpzaam en betrokken.

     

    Voor de laatstejaars organiseerde André Demedts een culturele club, met als doel hen wat meer algemene vorming bij te brengen en te leren het woord te voeren voor een publiek. Demedts zat de bijeenkomst voor en liet de leerlingen volkomen vrij. Meestal gaf een leerling een spreekbeurt over een zelfgekozen onderwerp, gaande van oude Vlaamse volksgebruiken tot de werking van een motor. Soms speelde iemand muziek. Aan het einde nam Demedts het woord en sprak op zijn eenvoudige en gemoedelijke manier telkens weer wijze woorden. Alleen al om dat slotwoord was het volgens Oscar Martens de moeite waard om naar de club te komen.

     

    In december 1949 aanvaardde Demedts op verzoek van directeur-generaal Jan Boon de benoeming tot diensthoofd van de gewestelijke omroep West-Vlaanderen in Kortrijk. Met spijt in het hart verliet hij het College en vier jaar later Waregem. Hij bleef diensthoofd van de BRT-radio West-Vlaanderen tot aan zijn pensioen in 1971. Ook de radio heeft hij altijd gezien als een instrument voor de intellectuele en culturele verheffing van het Vlaamse volk.

     

    In 1983 werd de oude pastorij van Sint-Baafs-Vijve, gelegen aan een oude Leie-arm, omgebouwd tot het André Demedtshuis, met een klein Demedts-museum, ruimte voor tentoonstellingen en lezingen, en een mooie beeldentuin. Ook Waregem is Demedts nooit vergeten en maakte hem in 1986, ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag, tot allereerste ereburger van de stad. André Demedts overleed zes jaar later, op 4 november 1992, in Oudenaarde, na een slepende ziekte. Hij werd op eigen verzoek begraven op het oude kerkhof van zijn geboortedorp. Je vindt zijn graf aan de achterkant van het neo-Romaanse kerkje, vlakbij het Demedtshuis, in een perkje omzoomd met buxus.

     

    Patrick MEURIS

    20-01-2007 om 21:48 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    16-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaams mag weer!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    “Vlaams mag weer”, schreef Karl Van den Broeck, “Eindelijk” (Knack nr. 2).

    Misschien is het ook weer toegelaten, dat we een paar bladzijden verder in hetzelfde Knacknummer een weliswaar bescheiden foto vinden van André Demedts n.a.v. een ook al bescheiden aankondiging van een halve eeuw Ons Erfdeel. Opinie-schrijver Karl Van den Broeck ontwaart deze dagen een nieuwe wind door het intellectuele landschap van Vlaanderen. Decennialang was in bepaalde –veelal zich progressief noemende kringen- de kreet ”Wat Vloms is, dom is” te horen. Progressief en Vlaams hoorden niet bij elkaar en wie progressief was, las uit principe geen Vlaamse boeken, wel Franse, Amerikaanse, Turkse, Duitse, Afrikaanse of Nederlandse. Ook op politiek vlak zou de aangekondigde kentering naar een volwassen omgang met het Vlaamse verleden verregaande consequenties kunnen hebben  ten gunste.

     

    2006 konden we nog het André Demedtsjaar noemen naar aanleiding van het 100e geboortejaar van deze veelzijdige Vlaamse letterkundige en cultuurpoliticus. In 2000 stond hij nog in de lijstjes van de 100 grootste binnenlandse figuren van de 20e eeuw en in 2002 hadden de lezers van een krant hem ook in de top 100 gekozen van de verdienstelijkste Vlamingen aller tijden. Maar dezelfde nu ‘progressieve’ krant De Standaard, waarvoor hij destijds honderden bijdragen leverde voor hun literaire rubriek “Standaard der Letteren”, weigerde tijdens het André Demedtsjaar om ook maar enige aandacht aan deze figuur te besteden. Chef Letteren Jeroen Overstijns verkondigde daarover dat de prioriteiten van de krant op andere punten liggen. De Noord-Franse krant La Voix du Nord herdacht André Demedts wel met een publicatie op zijn verjaardag 8 augustus 2006 onder de titel “Commémoration au KFV: l’année André Demedts”.

     

    Het is nu betekenisvol dat de ‘multiculturele’ en ‘Belgicistische’ KVS in “Singhet en weset vro” complexloos put uit de grote Vlaamse liedjesschat. Mag dit een sein zijn om te breken met het “progressief” taboe tegen onze grote Vlaamse schrijvers en alles wat Vlaamsgezind is. We kunnen momenteel veel leren van een bescheiden, verdraagzaam, sociaalvoelend maar vooral rechtlijnig wereldburger als André Demedts (1906-1992). Zijn landelijke Christelijke wortels beletten hem niet dat hij een belangrijke steun was voor vrijzinnige auteurs als L.P. Boon, Walschap en anderen, die hem trouwens ook erkentelijk waren. Zijn Vlaamsgezindheid sloot zijn geest niet voor de wereldliteratuur en het wereldgebeuren. Hij had oog en visie voor de sociale noden, de economische toekomst, de culturele verscheidenheid van zijn volk.

    De foto in Knack dateert van de hulde van André Demedts op 28 augustus 1966 en toont André Demedts en Jozef Deleu.

    16-01-2007 om 01:38 geschreven door bernard


    >> Reageer (1)
    10-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felicitaties van Minister Anciaux
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We ontvingen vandaag volgende mail van minister Bert Anciaux. In de loop van het André Demedtsjaar hebben we verschillende malen met hem contact gezocht en hem ook uitgenodigd om aandacht te geven aan het André Demedtsjaar. We hebben hem daarbij ook gevraagd om een bijdrage te leveren voor deze webstek “André Demedtsjaar 2006”. We danken hem omdat hij daar met dit bericht uiteindelijk is op ingegaan.

     

    Mail 10 januari 2007:

     

    Beste vrienden,

     

    Op het einde van het André Demedtsjaar wens ik de organisatoren uitdrukkelijk te feliciteren voor de vele theaterstukken, lezingen en andere projecten die het herdenkingsjaar opluisterden.

     

    Door mijn drukke agenda heb ik hieraan niet actief kunnen deelnemen, maar als Vlaams minister van Cultuur wil ik toch mijn bijzondere waardering uitspreken voor de manier waarop een groot en veelzijdig schrijver en een begenadigde cultuurpoliticus werd herdacht. Wie doorheen de website surft en de vele bijdragen leest, moet erkennen dat Demedts een bezielde woordkunstenaar was met een groot hart voor de Vlaamse letteren en cultuur.

    Een dichter en auteur die vandaag misschien minder gelezen wordt, maar die een cruciale bijdrage heeft geleverd aan de ontvoogding van onze taal.

    Hij verdient mijn volle respect.

     

    Met vriendelijke groeten

     

    Bert Anciaux,

    Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel

    10-01-2007 om 23:12 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    24-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Witte kerstmis

    Klein broertje heeft gebeden om deze Kerstdag wit te zien, met voetstappen in de verse sneeuw voor het raam, en een roodborstje op een twijg, dat zingt van de verre lente en de bloemen misschien, en als de middagklokken over de vlakte ontwaken, een vage glans van de zon op de bomen en daken en de mensen zo zwart in de sneeuw, zeer groot en eenzaam.

     

    Maar ons hart is zo licht te dragen vandaag, het is of we opnieuw mochten beginnen en alles vergeten wat niet meer is; in ieder oog blinkt een vlam en een traan, er is zo'n blij welwillen in ons, vandaag zullen wij allen met een grote liefde beminnen en niet één zal zijn blik in wantrouwen nederslaan.

    Want ieder mens, die een eind weegs met ons gaat, kan Christus zijn, die voor één dag over de wereld gaat en daarom willen wij allen weerhouden: Blijf nog wat, want het wordt nacht, ieder jaar is het maar eenmaal Kerstdag en ons hart heeft zo lang op uw komst gewacht.

     

    Want zoveel moeten we zeggen en vragen, wat ons verheugde, wat leed heeft gedaan en ik kom bedelen ieder jaar weer op deze dag, want mijn armoe en honger eindigen niet.

    Als ik vanavond door de sneeuw naar huis zal gaan, Jezus, en gij Moeder, genees mijn verdriet en help ons allen, die over de vlakte het rinkelen van sleebellen horen en die geen meester zijn over het heimwee van ons bloed; help ons allen, die vruchteloos sjouwen onder de mensen en die onze hoop verloren, wij zijn dompelaars en boeven ook, maar over alle sneeuwpaden komen wij U en de sterren tegemoet.

     

    Moeder, voor allen vandaag laat me bidden: voor mijn dode vriend, geef vader en moeder geluk en ook mijn kameraden en wat liefde aan uw dwaas, die het niet verdient en veel trouwe liefde aan Vlaanderen, Moeder, want het werd zo dikwijls verraden.

    Ik ben maar een schamel arbeider, die U niets geven kan dan wat scherven van zijn hart, het is zo weinig, het is niets om dat alles te vragen... maar als het niet mag, wees voor allen niet even hard en laat één, die jong is en sterk, het lastigste dragen.

     

    Moeder, klein broertje heeft gebeden opdat uw Kerstdag wit zou zijn, geef aan ons allen over de sneeuw, veel zonneschijn!

     

    André Demedts

    24-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (3)
    22-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evaluatie Demedtsjaar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het blijft een raadsel waarom de nationale media dit jaar André Demedts grotendeels over het hoofd hebben gezien. Was hij omstreeks de eeuwwisseling niet genomineerd bij de 100 grootste Belgen van de 20e eeuw en in 2002 bij de 100 meest verdienstelijke Vlamingen aller tijden. Het is op dat vlak kenschetsend waarom de Noord-Franse kranten wel aandacht aan André Demedts gaven en de Belgische niet. Er waren dit Demedtsjaar wel bijdragen in Tertio, Wekelijks Nieuws en regelmatige aandacht in de regionale bladzijden van de dagbladen Het Volk/Nieuwsblad en een paar keer ook in Het Laatste Nieuws. Het bleef echter te veel beperkt tot de regio Waregem-Wielsbeke-Kortrijk-Deerlijk-Wakken enerzijds en Nieuwpoort en Frans-Vlaanderen anderzijds.

     

    Het Demedtsjaar is zeker niet onopgemerkt voorbijgegaan. Blader daarvoor in de ruim honderd bijdragen van de website “André Demedtsjaar 2006” op http://blog.seniorennet.be/adjaar en http://andredemedtsjaar.telenetblog.be

     

    Het is een jaar geworden boordevol prachtige activiteiten ter ere van de romanschrijver, dichter, essayist en mentor van de Vlaamse ontvoogding. De activiteiten kwamen al in januari op gang in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve, waar op diverse locaties tal van culturele activiteiten plaatshadden waarvan de literaire avond in de Romaanse Sint-Bavokerk, de onvergetelijke theaterwandeling “De levenden en de doden” van ES-Battement, de erfgoedhappening en de kerstevocatie van deze week “in de hellevuurhoek” rechtstreeks verband hielden met de persoon en het werk van André Demedts.

     

    Er waren de publicaties van twee fraai uitgegeven poëziebrochuren naar aanleiding van poëzieavonden in de Sint-Bavokerk te Sint-Baafs-Vijve en het H.Hartcollege in Waregem. Het Davidsfonds gaf zijn vijfdelige boekenbox opnieuw uit . KFV en Marnixring Waregem gaven pentekeningen uit. In de Guido Gezellestraat in Waregem hangt nu een plaket aan de woning, die Demedts het laatst in Waregem heeft bewoond. De heemkundige kringen Juliaan Claerhout Wielsbeke en De Gaverstreke Waregem zorgden voor ruime (100 blz lange) historische of genalogische bijdragen over Demedts in hun jaarboeken.  Tentoonstellingen waren er in de bilbiotheken van Kortrijk en Waregem, het Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve en in het H.Hartcollege in Waregem. Daarbij waren er nog sfeervolle Demedts-herdeningen in Sint-Baafs-Vijve (waar omvangrijk jaarprogramma), Waregem (stad, Davidsfonds en H.Hartcollege), de herdenking van KFV in Frans-Vlaamse Belle, Nieuwpoort, e.a.

    Tenslotte moet ook nog de feestelijke uitreiking vermeld worden van de jaarlijkse André Demedtsprijs in het stadhuis van Kortrijk.

    Eveneens op het stadhuis in Kortrijk werd vandaag ook het 34e jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke overhandigd aan mevrouw Germaine Demedts-Ide, de 90-jarige weduwe van André Demedts, en aan dochter Hilde Demedts. Op de foto zien we Hilde Demedts, voorzitter Guy Algoet, mevrouw Germaine Demedts-Ide en Jo De Mets, de auteur van de genealogische bijdrage.

    22-12-2006 om 00:31 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    20-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts in KFV-mededelingen (dec.)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    André Demedts kreeg dit jaar ruime aandacht in KFV-mededelingen, de driemaandelijkse nieuwsbrief van het Komitee voor Frans-Vlaanderen met zetel in Waregem en in 1947 opgericht door André Demedts en Luc Verbeke. In het 36-blz tellende nummer van de december 2006, januari-februari 2007 krijgen we ondermeer de publicatie van de toespraken bij de hulde aan André Demedts op de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag op 24 september 2006 in Belle.

     

    Naar aanleiding van het André Demedtsjaar bracht KFV in Belle hulde of ‘hommage’ aan André Demedts tijdens de plenaire zitting door drie Frans-Vlaamse laureaten van de André Demedtsprijs. Dit zijn Jacques Fermaut, oud-leraar Nederlands en vast medewerker van het KFV, door Francis Persyn, oud-inspecteur voor het Nederlands in Frankrijk en ondervoorzitter van het KFV, en door Sandrine Demange, directrice van het Huis van het Nederlands (La Maison du Néerlandais) en voorzitster van de jury van de Taalprijsvraag Nederlands van het KFV. In hetzelfde nummer van KFV-mededelingen brengt secretaris Dirk Verbeke ook verslag uit over de proclamatie van de 41e taalprijsvraag Nederlands met 100 deelnemers.

     

    We brachten hier op deze webstek al de inhoud van de toespraken van de drie Frans-Vlaamse Demedtsprijs-winnaars Jacques Fermaut (1983), Francis Persyn (1995) en Sandrine Demange-Delobel (voor André Demedtshuis 2001). Het decembernummer van KFV-mededelingen geeft ook aandacht aan de pentekening van André Demedts door de Frans-Vlaamse kunstenaar Jean-Claude Bottin, die KFV ter gelegenheid van het André Demedtsjaar heeft uitgegeven in beperkte oplage van 50 gesigneerde exemplaren. De pentekening meet 40 cm bij 30 cm en is gedrukt Recto 2 kleuren op Steinbachpapier. Dit werk kan nog besteld worden voor de prijs van 20 euro, verzending inbegrepen, op rekening nr 469-1003761-50 van KFV vzw, Platanendreef 46, 8790 Waregem met vermelding Demedts-Bottin.  

     

     Onderaan de tekening staat, naast de handtekening van de kunstenaar, volgende tekst :

    André DEMEDTS

    (°1906- 1992)

    Uitgegeven door het Komitee voor Frans-Vlaanderen (KFV) vzw ter gelegenheid van het André Demedtsjaar 2006. Beperkte oplage van 50 gesigneerde en genummerde exemplaren door de Frans-Vlaamse kunstenaar Jean-Claude Bottin.

     

    Nog in het jongste nummer van KFV-mededelingen onder de rubriek “Hulde aan André Demedts” “Hommage à André Demedts” staat de boodschap van Luc Verbeke voor de deelnemers aan de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag van het KFV in Belle. Luc Verbeke was in 1947 met Demedts stichter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, en secretaris en drijvende kracht van het KFV gedurende een halve eeuw, dan voorzitter en erevoorzitter van het KFV, en eerste laureaat van de André Demedtsprijs in 1970.

     

    “59 jaar is het dus dat in Waregem de Frans-Vlaamse Cultuurdagen met André Demedts als voorzitter en mezelf als secretaris zijn ontstaan. En 8 augustus 2006 was de 100e verjaardag van mijn dierbare vriend wijlen André Demedts. Net op 8 augustus 2006 overkwam mij een ongeval, met het gevolg dat ik geen enkele herdenking van die geboortedag van André Demedts heb kunnen meemaken. En ook voor de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag in Belle lukt het me nog niet om aanwezig te zijn. Moge deze dag een stimulans zijn om met z’n allen voort te werken aan de promotie van de Nederlandse taal en cultuur in Frans-Vlaanderen”.

     

    Dirk Verbeke laat ook niet na i.v.m. het André Demedtsjaar de krant De Standaard terecht te wijzen voor zijn negering van de figuur van André Demedts. In de Noord-Franse krant “La Voix du Nord verscheen op 8 augustus 2006, precies op de dag dat André Demedts 100 jaar geleden geboren werd, een artikel van journaliste Perrine Diéval met als titel: “Commémoration du KFV: l’ année André Demedts”.  Ter vergelijking: Jeroen Overstijns, chef Letteren bij de krant De Standaard, wou blijkbaar geen letter “vuil” maken aan oud-DS-medewerker Demedts. In z’n beste Nederlands (sic!) reageerde hij op de suggestie om enige aandacht te besteden aan het André Demedtsjaar: “Hartelijk dank om ons dit te signaleren. Helaas gaan we echter hierop niet ingaan omdat onze prioriteiten de volgende maanden op andere punten liggen.” Er rest ons enkel plaatsvervangende schaamte… 

    20-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    19-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huis van het Nederlands in het teken van A. Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Toespraak van Sandrine Demange-Delobel, directrice van het Huis van het Nederlands in Belle, bij de hulde aan André Demedts op 24 september tijdens de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag in Belle (met dank aan Mark Verbeke voor foto).  (uit KFV-mededelingen, 34e jg, nr 3, dec 2006)

     

     

    Vandaag sta ik hier om de heer André Demedts te huldigen naar aanleiding van het André Demedtsjaar 2006 omdat het Huis van het Nederlands in 2001 de André Demedtsprijs mocht ontvangen. Ik heb me bereid verklaard om hier de bescheiden vertegenwoordiger van het Huis van het Nederlands in Belle te zijn. Jammer genoeg heb ik André Demedts niet gekend, maar ik heb wel ontdekt wat een buitengewoon auteur hij was, en vooral ook hoe hij zich voor Frans-Vlaanderen en de Nederlandse cultuur ingespannen heeft.

     

    Toch voel ik me niet van dezelfde grootte als Demedts en als de mensen die door de André Demedtsprijs werden geëerd. Ik denk nu bijvoorbeeld aan de heren Luc Verbeke, Jozef Deleu, Francis Persyn, Jacques Fermaut - en ik heb de eer die een beetje beter te kennen. Ik heb het gevoel dat Het Huis van het Nederlands in Belle echt het vervolg is van zijn acties en wat hij graag gewenst had voor Frans-Vlaanderen.

     

    Deze bijzondere man, die soms ook een cultuurpoliticus genoemd werd, zou waarschijnlijk blij zijn geweest om twee mannen te ontmoeten: de heren Delobel, gedeputeerde, en Kooijman, Frans inspecteur voor het onderwijs in Noord-Frankrijk, die samen het idee van het Huis van het Nederlands hebben laten groeien maar ook hun uiterste best hebben gedaan opdat het nu zou bestaan als een informatie- en vormingscentrum voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen dat iedereen kan helpen bij het leren, de vervolmaking of het onderhoud van de Nederlandse taal en om leermiddelen te vinden. Deze twee personen hebben volgens mij veel gemeenschappelijk met de heer Demedts: hun wil, hun inzet, hun visie op de toekomst, iets wat misschien ook te maken heeft met het feit dat ze alle drie in de onderwijswereld hadden gewerkt. Dankzij deze mensen is het mogelijk in Frans-Vlaanderen meer over de Nederlandse taal en cultuur te leren.

     

    Dat het Huis van het Nederlands nu bestaat en groeit is mede te danken aan Meneer Demedts (die, moet ik bekennen, ons veel geholpen heeft dankzij het bedrag dat aan de Demedtsprijs verbonden is) maar vooral ook gerealiseerd dankzij het KFV, en ook wel de Orde van de Prince en vele Vlamingen over de grens die ons de weg getoond hebben en nog steunen.
    Dank u wel allemaal.

    La Maison du Néerlandais sous Ie signe d'André Demedts

     

    Si je suis présente parmi vous aujourd'hui pour vous parier d'André Demedts, c'est parce que le Prix André Demedts 2001 a été décerné a la Maison du Néerlandais, dont j'ai humblement accepté d'être la représentante.Je ne l'ai mal-heureusement pas connu mais j'ai appris alors quel grand homme de lettres il était. J'ai surtout compris qu'il avait beaucoup oeuvre pour la Flandre Francaise et la culture Néerlandaise.

     

    Et si moi-même je ne me sens pas a la hauteur d'un homme tel que lui ou des personnes que son prix ont mis a l'honneur (je pense a Mr Luc Verbeke, Mr Jacques Fermaut, Mr Jozef Deleu, Mr Francis Persyn,  que j'ai l'honneur de connaître quelque peu), j'ai cependant Ie sentiment que la Maison du Néerlandais est tout a fait dans la lignée de ses actions et de ce qu'il aurait souhaité pour la Flandre Française.

     

    Cet homme.que l'on décrit parfois comme un politicien de la culture, aurait certainement aimé rencontrer ces deux personnes: Mr Delobel, député et Monsieur Kooijman, inspecteur de l'Education Nationale du Nord/Pas-de-Calais qui sont a l'origine de la Maison du Néerlandais. Ils en ont concu l'idée mais ont aussi su mettre les moyens en oeuvre pour qu'elle existe: un centre d'information et de formation en néerlandais pour la Flandre francaise oü l'on peut apprendre, se per-fectionner ou entretenir son néerlandais, trouver du matériel d'apprentissage. Ces deux hommes ont - il me semble - des points communs avec monsieur Demedts: leur investissement, leur volonté farouche, leur projection dans l'avenir, choses qui ne sont pas étrangères me semble-t-il au fait qu'ils venaient tous trois du milieu éducatif.

     

    Maintenant la Maison du Néerlandais existe et continue de grandir grace a des gens tel que Monsieur Demedts (il faut reconnaître que Ie prixAndré Demedts était accompagné d'une belle somme d'argent qui nous a permis d'investir) mais aussi grace au KFV, a l'Ordre du Prince, et aux nombreux flamands belges qui ont su nous nous montrer la voie et nous soutiennent. Merci a tous.

     

    Sandrine Demange-Delobel

    Huis van het Nederlands / La Maison du Néerlandais André Demedtsprijs 2001 / PrixAndré Demedts 2001

    19-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)


    Archief per maand
  • 12-2023
  • 06-2023
  • 06-2022
  • 12-2021
  • 11-2019
  • 07-2019
  • 11-2017
  • 02-2014
  • 03-2013
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 05-2012
  • 02-2012
  • 10-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 08-2010
  • 12-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
  • 12-2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Bezoek ook
  • e-waregem
  • 2012-blog
  • internetlinks naar A. Demedts
  • Louis Jacobs' thuispagina
  • Wiki
  • poëzie Luc Verbeke
  • DBNL
  • ES-battement
  • ODIS
  • Demedtshuis


    Foto

    Foto

    U kunt meewerken aan deze site door zelf suggesties te doen en zelf informatieve teksten of getuigenverslagen te bezorgen voor bijdragen op deze site. 

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!