Op 29 november 2009 ontving EUVO tijdens een
academische zitting op het stadhuis te Kortrijk de jaarlijkse Andre Demedtsprijs,
een prijs uitgereikt door Marnixring Broel. Dokter Gui Celen, gewezen algemeen voorzitter
van Marnixring en nu ondermeer voorzitter van Knokk en dedenktank Pro Flandria ,
was gastspreker. EUVO staat voor EUropa
der Volkeren, een Belgisch Vlaamse vereniging die actief met kleinschalige projecten
ijvert om de Vlaamse toponymie en topografie in Frans-Vlaanderen te bewaren en
te bevorderen. Dit project kadert uitstekend
in de doelstellingen van de in 1992 overleden Vlaamse cultuurpromotor.
De werkgroep Euvo ( Europa der Volkeren ) is al vele
jaren actief in Frans-Vlaanderen. Onder de leiding van Luc Vranckx uit Brugge
werden al ruim 600 Vlaamse naambordjes in bijna alle dorpen van
Frans-Vlaanderen aangebracht. Op de gevel van hoeves, cafés en oude gebouwen vinden
we geelzwarte bordjes met Vlaamse namen. Het initiatief is bijzonder populair
ter plaatse. Tel daarbij ook nog eens een gelijkaardig aantal straatnaamborden
die in de loop der jaren werden geplaatst. Wie Frans-Vlaanderen doorkruist zal
er wel een aantal zien hangen, al werden er sommige weggenomen ( gestolen?
verwijderd door tegenstanders?). Afwisseling met
gedichten en ook met een aantal foto's met teksten die een stukje geschiedenis
van Frans-Vlaandere aantonen, leveren ook het bewijs dat Frans-Vlaanderen zijn
Vlaams uitzicht en patrimonium wil bewaren en zelfs nu oude Vlaamse namen door
Euvo hersteld wil zien.
Bij de Veugelberg in Belle ( Bailleul ) in 1997. Van
links naar rechts Luc Verbeke, toenmalig schepen Jeroom Steenkiste en Luc
Vranckx.
Enkele hoeve-
of herbergnamen zijn: Bij de goeien in Waten, Zaetgarshof in Volkerinkhove,
Lampernisseveld in Merkegem, In de vlasboote in Merkegem, Peene-meersch in
Bollezele, Hofland in Bollezele, De ronde Kaffoore in Lederzele, In 't Centrum
in Bollezele, Nunnenbusch-hof in Steenvoorde, In de Krone in Hardevoorde,
Haeghedoorn in Zermezele, In 't Centrum in Arneke, Blauwershof in
Godewaersvelde, In St.-Elooi in Merkegem, De twee Meulen in Wormhout, De drie
Keuningen in Oudezele, De Busseboom in Kaaster, Erkelsbrugge in Bollezele, De
koekoek in Kassel. Een
ander initiatief van de vzw EUVO was op zaterdag 8 mei 1999 de
inhuldiging aan de Frans-Belgische grens aan de kust van een aantal
gerestaureerde grenspalen uit 1819.
Dr Gui Ceelen startte zijn toespraak met de zinsnede
"Geen tronen blijven staan, een volk zal nooit vergaan.", bevlogen
worden uit onze nationale hymne waarvan hij de inhoud durft te
betwijfelen . Want
na 179 jaar staat de troon van de Coburgers er "voorlopig" nog
altijd. En dat een volk nooit zal vergaan, is zuiver wetenschappelijk
gesproken, ook geen absolute zekerheid. Want waar een taal verdwijnt, daar
verdwijnt ook een volk en omgekeerd. Precies omdat de taal gans het volk is en
omdat de taal niet alleen de ziel van de natie is, maar de natie zelf. Of, om
het met woorden van Guido Gezelle te zeggen: wie geen taal heeft, is geen naam
weert en waar geen taal leeft, is geen volk.
Vandaar zijn oprechte bezorgdheid en ook mijn
retorische vraag: Wat dan met het Vlemsch? Daar wil ik het over hebben met een
aantal persoonlijke, en dus meer dan waarschijnlijk politiek-niet-correcte
beschouwingen rond Taal, Volk en Staat. Beschouwingen die uiteraard nauw
aansluiten bij de opdracht van zowel de Raad voor advies van deze prijs als van
de gelauwerde zelf. Want het "EUVO - Europa der Volkeren", dat hier
vandaag terecht de Marnixring-André Demedtsprijs ontvangt, poogt op zijn eigen
bewonderenswaardige manier zijn grote steen bij te dragen tot het instandhouden
van die taal in wat het nogmaals terecht het "Vlaanderen in
Frankrijk" noemt. En hoewel we moeten toegeven dat dit "Vlemsch"
vandaag eerder een curiosum is tijdens carnaval of in de kleine dorpjes van de
streek van Duinkerke, Kassel, Hazebroek tot in Rijsel en Dowaai, toch neemt dat
niet weg dat dit "Vlemsch" een restant is van een veel grotere
streektaal, die deel uitmaakte van de noordelijker gesproken dialecten in
westelijk belgië en westelijk Nederland.
En EUVO doet er alles aan om die taal levendig te
houden. Onnodig om de werkzaamheden van deze vzw hier nog eens uitvoerig te
belichten: de laudatio was terzake overduidelijk. Toch één kanttekening: als ik
de namen overloop van de pioniers en de boegbeelden bij EUVO, dan ontmoet ik
zeer veel priesters. Niet dat ik daar iets tegen heb, wel integendeel, maar het
valt me toch op. Luister maar: eerwaarde heer Luc Vranckx, eerwaarde heer
Cyriel Moeyaert, eerwaarde heer Renaat Despicht, kanunnik Camille Looten....
allemaal klinkende namen in de lange rij van geestelijken, die naar goede
Vlaamse traditie, nog strijden of gestreden hebben voor de ontvoogding van
"hun" volk. Net zoals Gezelle, Verriest, Stracke, Verschaeve, Van
Wilderode, Callewaert, en ga zo maar door...tot en met de paters van de
IJzerwake. Vandaar mijn oprechte dank en eerbied voor alle
"eerwaardes" die zich vanuit hun kristelijke overtuiging, waar ook te
lande, belangeloos hebben ingezet en nog steeds inzetten in de ontvoogdingsstrijd
van "hun" uitverkoren volk, op zijn moeizame weg naar volledige
soevereiniteit.
En dat brengt ons bij de kern van mijn betoog. Hoe
kunnen wij aan die noodzakelijke Vlaamse soevereiniteit gestalte geven?
Noodzakelijk, niet alleen voor het veilig stellen van onze materiële welvaart,
maar evenzeer onmisbaar voor ons geestelijk welzijn, en dus voor de
instandhouding van onze taal en voor het behoud van onze identiteit! Het
einddoel is mijns inziens duidelijk: Vlaanderen moet finaal een volwaardige
staat in Europa worden, want elke vorm van "regionalisme" is altijd
synoniem voor onvolledige zeggingschap van een volk.
Maar, gegeven de politieke situatie van vandaag,
moeten we misschien toch ook eens nagaan of we "in afwachting van"
niet een stukje van de weg kunnen afleggen binnen het Europees Comité van de
Regio's? Meer bepaald dan in die domeinen, waarvoor Vlaanderen als regio, over
eigen wetgevende bevoegdheden beschikt. En dan denk ik hierbij vooral aan
"onderwijs en cultuur", waarin "taal" toch een niet te
onderschatten factor is. Dat dit comité in essentie enkel een adviesorgaan is,
blijft natuurlijk een zwakke plek. En het is ook zo, dat zowat iedereen die er
om vraagt, lid kan worden van dit comité, zoals bijvoorbeeld het Stadsgewest
Londen. Met als gevolg dat we, als we naar de huidige regio's in dat comité
kijken, helaas moeten vaststellen dat het niet zozeer de "volkeren"
zijn, maar vooral de zogeheten "handels- en economische entiteiten",
die gaandeweg het laken naar zich hebben toe getrokken. U hebt zonder twijfel
ook in de kranten gelezen dat Hainaut occidentale zich voortaan "la
Wallonie Picarde" noemt. Dit om sterk te onderstrepen dat deze regio wel
degelijk behoort tot de Euregio Rijsel-Kortrijk-Doornik....De brieflogo's van
de ziekenhuizen in Doornik vermelden overigens "centre hospitalier de la
Wallonie Picarde."
Sterker nog, bepaalde insiders beweren zelfs dat het
Comité in het leven werd geroepen, "zogezegd" om aan het
"zelfstandigheidsstreven" van de "volkeren" tegemoet te
komen, maar in werkelijkheid vooral om dat zelfstandigheidsstreven -uiteraard
onder impuls van de belanghebbende grote lidstaten- eerst te kanaliseren,
vervolgens af te remmen en tenslotte zachtjes dood te knuffelen in een Comité,
waar het begrip "volkeren" nog nauwelijks de betekenis heeft die wij,
volksnationalisten, er aan geven. Daarnaast is er binnen dat Comité, officieel
nog altijd sprake van de "belgische delegatie". Een delegatie die dan
-zo staat het er letterlijk- volgens een intra - belgisch akkoord wordt
verdeeld tussen Nederlandstaligen (en dus niet: Vlamingen!!??), Franstaligen en
Duitstaligen. Wat toch in schril contrast staat met de webstek van de
"Organisatie voor Europese minderheden", waar we onder de
veelzeggende titel "Volkeren op zoek naar vrijheid" een volledige
opsomming terugvinden van zowat alle Europese volkeren. En dat zijn er meer dan
300, waarvan er 90 zijn met wetgevende bevoegdheid.
Voor de Europese Commissie is het Comité van de
Regio's bovendien het gedroomde "glijmiddel" om uitgerekend via de regio's
met wetgevende bevoegdheden, waaronder ook Vlaanderen, de eigen Europese
regelgeving gemakkelijker te implementeren of op te leggen. Maar dit hoeft
allemaal niet noodzakelijk te betekenen dat Vlaanderen, "in afwachting
van", de beperkte mogelijkheden van dit Comité niet te volle moet
benutten. Wel integendeel: ten eerste, om zijn contacten met andere Europese
volkerenmaximaal uit te bouwen, ten tweede, om voor zijn eigen
zelfstandigheidsstreven alom in Europa de vereiste goodwill te creëren en ten derde
en zeer concreet, om ondermeer met steun van de Vlaamse regering en zich
baserend op de uitgangspunten van het Europees Minderhedenverdrag, Frankrijk er
binnen de kortste keren toe te brengen om "Frans-Vlaanderen" - de
enige minderheid die in Frankrijk nog altijd niet erkend is - alsnog als
minderheid te doen erkennen. Als ik u vertel dat 20 % van de Franse burgers als
minderheid erkend worden, namelijk de Basken, de Catalanen van de Roussillon,
de Bretoenen en de Elzassers, dan heeft Frans -Vlaanderen ook dat recht.
Ik wil toch even stilstaan bij dat
minderhedenverdrag. De Europese peilers waarop een volk als minderheid binnen
een staat kan erkend worden zijn vervat in het zelfbeschikkingsrecht der
volkeren: het recht dat ieder volk moet bezitten om een eigen onafhankelijke
staat op te richten. Het minderhedenverdrag stipuleert dat er geen eigen staat
gecreëerd wordt, maar dat sommige acties toegestaan worden zoals les in eigen
taal.
Er zijn zo voor de vuist 4 punten op te sommen, die
wat betreft Vlaanderen in Frankrijk, perfect en compleet toe te passen zijn om
erkend te worden als minderheid:
1. De
geografische reden: Vlaanderen in belgie en Vlaanderen in Frankrijk zijn
éénzelfde geografisch gebied ( de "screve" is inderdaad een
willekeurige streep die men getrokken heeft om de grenzen te doen vervagen....)
2. De
historische motivatie:De creatie van de 17 provincies in de zestiende eeuw
onder Karel de Vijfde was veelbelovend. Ik hoef u echter alleen maar in
herinnering te brengen het verlies van het land van de Westhoek, Artesie en de
Somme door het verdrag van Nijmegen in 1678 door Lodewijk de XIV, om u mee te
delen dat die vreugde van korte duur was..... De Spaanse successieoorlog, de
Franse Revolutie, de Frans Duitse oorlog van 1870,de bloedige slachtingen van
14-18 en de vier jaar durende Duitse bezetting van 40-45 hebben geen wezenlijke
veranderingen meer gebracht. Noord en zuid zijn historisch echter één geheel.
De omvangrijke uitdunning van vele culturen door de eenheidsdwang van Frankrijk
hebben echter van de toentertijd gesproken taal in Frans- Vlaanderen een
curiosum gemaakt. Doch de Franse regering heeft ingezien dat het van rijkdom
getuigt wanneer er binnen de landsgrenzen autochtone minderheden en culturen
bestaan.
3. En
ik kom terug op de Culturele eenheid van dit Vlaams gebied: beide delen van
Vlaanderen hebben veel gemeen: denk maar aan de vele belforten, begijnhoven,
kerken, kathedralen, windmolens, hoeven enzovoort,die geen landsgrenzen kennen.
4. Ten
laatste: de linguïstische argumenten. Deze beide Vlaamse gebieden delen
dezelfde Vlaamse ( dialect) taal. En hier ligt de Franse staat dwars: zij
willen enkel het Vlaams als regionale taal voor de Vlamingen als minderheid in
Frankrijk erkennen, en niet het Algemeen Nederlands. Vergeten we echter niet
dat zo'n 300 jaar geleden het Vlaams de Taal was, die gesproken werd van
Utrecht tot Atrecht. Nu vandaag in de 21°eeuw moeten wij er echter voor ijveren
dat de Taal van de Vlamingen in Frankrijk de door de Europese Unie erkende
Algemeen - Nederlandse Taal zou zijn. De jongeren in die regio mogen niet
opgezadeld worden met een dialect - Vlaams. Zo hypothekeren wij immers hun
toekomst...
Als de Franse centralistische Staat, mede door de
druk van de Vlaamse regering, inziet dat die zo-even genoemde beweegredenen
volstaan om ook Vlaanderen in Frankrijk als minderheid te erkennen, dan pas kan
het onderwijs van het Nederlands in dit "Vlaanderen in Frankrijk"
uitgebreid worden tot tweetalige scholen. Net zoals in Bretagne of in de Elzas
bijvoorbeeld. De Franse staat geeft overigens geldelijke steun aan Bretoense,
Elzassische en Catalaanse cultuur en taalorganisaties om hun taal te behouden
en uit te bouwen.
Bovendien kunnen dan alle wegwijzers en officiële
naamborden van dorpen en steden in de streektaal verschijnen. Want officiëel
zijn de namen helaas nog altijd Bergues, Bailleul, Dunkerque, Esquelbecq,
enz... En dan kan bovendien de bestaande synergie tussen EUVO en de vzw KNOKK,(
Komitee voor Nederlandstalig onderwijs en Kultuur in het Komense ) significant
versterkt worden. Niet alleen zal er een sterkere samenwerking komen met de vzw
KNOKK, maar ook met het komitee voor Frans Vlaanderen, de vereniging
werkgroep de Nederlanden, en de Michiel de Swaenstichting.
Samenvattend kunnen we dus stellen, dat Vlaanderen -
ongeacht de weg die het uiteindelijk kiest om zijn soevereiniteit te bereiken-
wil het in Europa en daarbuiten als "volk" gerespecteerd worden, zich
dan ook eerst en vooral, niet alleen als een volk, maar ook als een natie dient
te gedragen.
Kijk maar naar Quebec: dat is ook geen staat, maar
gedraagt zich ondertussen wel als een natie. En dat is belangrijk. Want was het
niet Charles De Gaulle -toch een supernationalist- die ooit met de hem eigen
dédain orakelde, dat belgië wel een staat was, maar allerminst een natie?
Vandaar dat we in dat opzicht van onze Vlaamse politici dan ook moeten eisen
dat zij het voorbeeld geven. En precies daarom kan en wil ik hier niet
voorbijgaan aan het gezamenlijk interview dat Filip Dewinter, Jean-Marie
Dedecker en Bart De Wever recent lieten optekenen door HUMO. Bij de bedoelingen
van de Humo-redactie moet ik uiteraard geen tekening maken. Maar dat deze
heren, Vlaanderen op zo'n lompe manier te kijk hebben gezet, is zonder meer
onaanvaardbaar. Ik vind dan ook dat ze zich ten overstaan van het Vlaamse volk,
dat zij beweren te vertegenwoordigen, publiekelijk moeten verontschuldigen.
Punt andere lijn.
En dit gezegd zijnde, Vlaamse en Vlemsche vrienden,
ga ik afronden, in vier stappen:
- Ten
eerste, de grote en wijze Lodewijk Dosfel zei ooit, En ik citeer: "de
Vlaming is een Nederlandse mens en een belgisch staatsburger en hij kan beide
blijven. Op voorwaarde dat het belgisch burger-zijn geen schade toebrengt aan
zijn Nederlands mens-zijn". Einde citaat. Maar helaas, reeds in 1914 was
ook het vertrouwen van Dosfel in belgische politieke oplossingen volledig
ondermijnd en vroeg hij zich luidop af of Vlaanderen wel moest blijven
luisteren naar slechte meesters! En terecht want wij, Vlamingen van vandaag,
hebben inmiddels gezien waartoe dat mateloos "blijven luisteren" ons
heeft geleid.
- Ten
tweede: wetende dat een volk van slaven altijd een regering van tirannen zal
krijgen, moeten we desnoods dan maar het voorbeeld van de Oost-Duitsers volgen,
die 20 jaar geleden met honderdduizenden op straat zijn gekomen. En precies
zoals zij toen "Wir sind das Volk!" zijn blijven schreewen, moeten
wij dan maar "Wij zijn het volk!" blijven scanderen. Net zolang tot
wanneer de belgische blinde muur die ons van een volwaardig Europees lidmaatschap
blijft scheiden, met de grond is gelijk gemaakt!
- Ten
derde: een afscheidshaiku ter ere van Herman Van Rompuy:
Een belgische ster
Europa uw firmament
Vaarwel President
- En
ten vierde en ten laatste richt ik mij met de woorden van Anton van Wilderode
tot de Vlaamse Regering en overigens tot alle Vlamingen: Volk word Staat, word
Vlaamse Staat! En ik voeg daar aan toe: en nog vandaag als het gaat, want
morgen is het misschien te laat!
|