Over veelzijdige persoonlijkheid van André Demedts We willen hier een archief aanleggen over André Demedts. Uw bijdrage en/of informatie over de veelzijdige activiteiten van André Demedts is hierbij van harte welkom...
08-02-2007
André Demedts over het tijdsbeeld van priester Adolf Daens
(Uit rede van André Demedts op 14 augustus 1957 in Aalst tijdens herdenking 50-jarig overlijden van wijlen Daens)
Toen priester Daens in 1893 de Christelijke Volkspartij stichtte, was het Vlaamse volk arm, onwetend en onderworpen. Er bestond slechts een allereerste begin van sociale wetgeving. Nog in 1869 had Frère Orban, de grote in het parlement, verklaard, volgens de geest van die tijd: de regeling van de arbeid is een soort dienstbaarheid Pas in april 1893 werd het Algemeen Meervoudig Stemrecht ingevoerd.
Er was één herberg op 29 inwoners, er stierven 187 kinderen per duizend vóór het derde levensjaar. Bij de arbeiders was dat één op drie. De gemiddelde leeftijd van een Belgische arbeider bedroeg 38 jaar. Er werd steun verleend door de armenbesturen aan 1 familie op 8 in de Waalse provincies, aan 1 familie op 5 in de Vlaamse provincies. En die steun werd verleend, in veel gevallen, in de meest mensonterende omstandigheden
Ons volk was onwetend. Het volksonderwijs was onvoldoende en werd ten andere zeer ongeregeld gevolgd Middelbaar en hoger onderwijs was volledig Frans. In 1907, het sterfjaar van priester Daens, heeft de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers zijn wet aangenomen, waarbij het toegelaten was om vanaf 1914 twee vakken in het Nederlands te ondervragen aan het einde van de retorica. Ongeveer de helft van de volwassen bevolking was ongeletterd. De opiniepers was negen op tien Frans. De leidende standen waren het volledig, door een dubbele muur gescheiden van de mensen onder wie ze moesten leven en helpen, door de muur van de sociale afzondering en door de muur van de anderstaligheid.
De enige kans, de enige mogelijkheid op verbetering van het lot van de kleine man lag in de vereniging, die op het sociaal-economische en tegelijk op het politieke plan hervormingen moest kunnen afdwingen. Het verzet van de arbeiders was hevig Uit dat streven is dan in 1885 te Brussel de stichting van de Belgische Socialistische Partij gevolgd. Dan zien we van Christelijke zijde ook verschillende verenigingen ontstaan en werkgroepen die trachten de Christelijke openbare mening te winnen voor een hervorming in het voordeel van arbeiders en kleine boeren. In 1891 komt Rerum Novarum, en voor diegenen die christelijk geïnspireerd waren, de herkenning dat hun streven door het hoogste gezag van de Kerk werd bijgetreden en dat het dus door al diegenen die het goed menen met de kerk en met het christendom zou moeten ondersteund geworden zijn
Gedurende al die laatste jaren vóór het optreden van priester Daens was de toestand in het land buitengewoon gespannen. In 1886 werd een sociale revolutionaire beweging hoofdzakelijk in de Waalse provincie nog bloedig onderdrukt door generaal baron Van de Smissen Van 1884 af leed het land daarenboven aan een zware economische crisis wegens de onverwachts geweldige import van Amerikaans graan Dat alles gebeurde voorts in een atmosfeer, die nog vergiftigd was door de schooloorlog van 1880 tot 1884, die het land zeer diep had ontwricht, die het werkelijke tegen het wettelijke had opgesteld, die de kroon min of meer in het gedrang had gebracht en de gemoederen tot onverzoenlijkheid had opgehitst
Dat is de achtergrond waartegen we nu de figuur moeten stellen van priester Daens.
Adolf Daens werd geboren op 18 december 1839 te Aalst uit een gezin van zes kinderen. Vader was schaliedekker, moeder hield winkel.Hij groeide op, loopt school in de stad, eerst naar de stadsschool daarna naar het College, is een goed student, heeft steeds de eerste prijs. En op zekere dag, voor de prijsuitreiking heeft zijn moeder een grote inspanning gedaan en besloten hem een nieuw kostuum te kopen. Omdat moeder toevallig geen geld genoeg in huis heeft, neemt de kleermaker het kostuum de avond voor de prijsuitreiking wederom mee. Door het inspringen van de familie draagt Daens de volgende dag zijn nieuw kostuum. Men moet het meegemaakt hebben, omdat men in zijn leven later altijd de partij zou kiezen van diegenen die zichzelf niet kunnen helpen
Uit zijn optreden, brieven en documenten, blijkt dat hij geweest is: als mens, een zeer ontwikkeld man, iemand met een open geest die meer wist dan veel onder zijn collegas uit die tijd. Iemand die zeer zelfstandig van karakter was. Die niet dacht zoals de grote hoop, die dacht volgens de ingeving van zijn geweten en het kloppen van zijn hart. Iemand die innerlijk onrustig was, die de oude eeuwenoude trek bezat van alle grote mensen, niet te kunnen rusten nooit te kunnen berusten, bij datgene wat niet deugt. Hij was welmenend, was medelevend. Hij heeft zoveel gegeven, zoveel gedaan en zoveel geofferd voor anderen, dat hij bij zijn dood straatarm, geen geld in zijn bezit meer had.
André Demedts heeft duizenden toespraken gehouden bij allerhande gelegenheden overal in Vlaanderen, in Nederland, Frans-Vlaanderen en elders in de wereld. Volgend uittreksel uit de inleiding van zijn rede in 1957 op de Daensherdenking in Aalst typeert de omzichtigheid en tegelijk de overtuiging, helderheid,en kracht van zijn optreden, de ernst en de inzet van Demedts om zijn publiek iets zinvols bij te brengen. De rede werd uitgesproken in aanwezigheid van excellentie, burgemeester, senatoren, volksvertegenwoordigers, hoogwaardigheidsbekleders.
André Demedts opende toen in Aalst met een citaat met een citaat van Goethe: Der Undank ist immer eine Ardstrecke, ich habe nie gesehen das Tüchtige Menschen undankbar waren. Ondankbaarheid is altijd een soort zwakheid, ik heb nooit geweten dat knappe mensen ondankbaar waren
In deze geest van dankbaarheid, o geachte vergadering, zijn wij hier verenigd om te herdenken dat op vrijdag 14 juni 1907, tegen 5 uur in de namiddag, priester Adolf Daens overleed en de volgende maandag te negen uur in deze stad Aalst werd begraven, zonder eerbewijs, maar omringd door iets dat meer waard is dan alle eer, de liefde en trouw van degenen die niets anders hebben dan dat om hun erkentelijkheid te betonen.
We zijn hier verenigd om de nagedachtenis aan die priester te huldigen Ik zal spreken, niet als aanklager, niet als verdediger, ook niet als partijganger, niet als iemand die iets te winnen heeft of iets te verliezen, maar als een man uit het volk die daar hoort tot dat volk en die zijn eer stelt in zijn rechtschapenheid, en luidop zal die man dan zeggen wat U in stilte denkt, en datgenen wat wij willen zeggen ter nagedachtenis van een man die voor dat volk heeft geleden, die voor dat volk heeft gestreden als weinig anderen.
Wij zijn verplicht aan die hulde omdat wij geloven in de uiteindelijke overwinning van de rechtvaardigheid, omdat we ons stellen boven de kleinheid, boven de vrees, boven bijkomstigheden en vergissingen van welke kant zij ook mogen gebeurd zijn. Omdat wij de waarheid, de goedheid en de schoonmenselijkheid willen zien, en omdat wij trouw willen zijn aan het verleden en hopen op de toekomst tot wier vooruitgang wij allen onze medewerking willen verlenen.
Omdat wij, uit geest van verzoening, gesproten uit begrip voor ieder standpunt,
en alleen geleid door welwillendheid om al de wonden te helen en niemand te kwetsen,
omdat wij diegenen willen troosten die hun geheel leven lang het verdriet dat hun vereerde voormannen en hun vereerde leider priester Daens werd aangedaan,
alleen gedragen en alleen verbeten hebben,
zodat we allen van hier mogen gaan, straks,
bemoedigd, getroost, zonder wrok, zonder bitterheid,
eeuwig jong van hart en grootmoedig,
verlangend uitziende naar de dag dat we weer samen zullen komen, einde september,
om hier op de Werf het standbeeld te onthuldigen van priester Daens,
dat de aanwezigheid van zijn idealisme
voor onze kinderen, de uwe, de mijne, en ook de kleinkinderen zal bestendigen !
Om dat te bereiken moet ik U achtereenvolgens onderhouden over vier zaken :
1)de tijd waarin priester Daens geleefd heeft
2)zijn afkomst, de groei, de vorm van zijn persoonlijkheid
3)over zijn werking voor het arme volk
4)over zijn betekenis in onze geschiedenis
Uit de inleiding van de Rede van letterkundige André Demedts, uitgesproken op de akademische zitting de 14-8-1957, in de feestzaal van het stadhuis te Aalst bij de herdenking van het 50-jarig overlijden van wijlen PRIESTER DAENS, oud-volksvertegenwoordiger van Aalst en Brussel. (toespraak van 12 blz. nadien zonder voorafgaande toestemming van de auteur uitgegeven)
Op 8 augustus 2006 zou romancier, dichter, essayist, recensent en redenaar André Demedts (1906-1992) 100 jaar geworden zijn. Ter gelegenheid van die verjaardag belicht Patrick Meuris in de vier nummers van de Gavergids jaargang 2006 telkens een ander aspect van Waregems meest veelzijdige ereburger. Na zijn poëzie, proza en rol als cultuurpromotor komt in december 2006 in het Winternummer de meer persoonlijke kant van André Demedts aan bod.
De familie van André Demedts vestigde zich in 1626 op de hoeve Den Elsbos op de Drogenbroodhoek, langs de Mandel, op de grens van Oostrozebeke, Sint-Baafs-Vijve en Wakken. Strikt genomen lag de hoeve op grondgebied Sint-Baafs-Vijve maar eigenlijk leunde ze meer aan bij Wakken. Over het Teeuwkensbruggetje en langs de Baliekouter (nu een provinciaal domein) stapte de familie langs de herbergen De Drie Koningen, De Prince en De Keizer naar Wakken kerk.
André was de oudste zoon van Maurits en Celesta Vandenhende. Van de dertien kinderen die het echtpaar kreeg, bleven er slechts vier in leven: André (°1906), Gabriëlle (°1909), Paul (°1914) en Michel (°1922). André werd prematuur geboren en was een zwak en ziekelijk kind. Hij weende veel, echte tranen, en was slechts te sussen in moeders armen of door vaders langzame weemoedige lied Souvenirs du jeune âge. Vader Maurits was actief in het Wakkense dorps- en cultuurleven. Hij schreef o.a. artikels in de Mandelbode, een weekblad dat verscheen rond de eeuwwisseling en de voorloper was van de nieuwe Mandelbode, die ontstond in 1943. André Demedts is jarenlang op zoek geweest naar de publicaties van zijn vader maar heeft ze niet meer teruggevonden.
Vanaf 1912 ging André Demedts naar de lagere school in Wakken, aanvankelijk bij de Zusters van de H. Jozef in de Kapellestraat, waar ook zijn moeder zes jaar op pensionaat was geweest. In 1914 stapte hij over naar de Gemeentelijke Jongensschool, bij meester Jules Lobel. Demedts had de beste herinneringen aan de toegewijde meester maar kon minder goed opschieten met zijn leeftijdsgenoten. Door de oorlog en zijn zwakke gezondheid miste André wel een groot deel van zijn lagere school.
Zus Gabriëlle herinnert zich dat André het meest optrok met zijn neef Marcel, met wie hij op verkenning ging in de weiden en bossen van de omgeving. André had een rijke fantasie en verzon verhalen en spelletjes. Maar eenmaal het spel op gang, verloor hij gauw de belangstelling en trok zich dan terug in huis met een boek. Ondanks zijn grote schuchterheid ging er als kind al een zekere kracht van hem uit. Volwassenen waren onder de indruk van zijn anders en méér zijn. Later stimuleerde André zijn zus om de nieuwe Vlaamse literatuur te leren kennen en een boekhandel te beginnen.
Van 1918 tot 1919 volgde Demedts lager secundair onderwijs aan het Sint-Lievenscollege te Gent. In die periode woonde hij bij zijn oom Dr. Leestmans in Gentbrugge. In Gent werd hij Vlaamsgezind, leerde de Frontbeweging kennen, het tijdschrift Ter Waarheid (van de Wakkenaar Joris Van Severen) en het werk van Hugo Verriest (gewezen pastoor te Wakken van 1888 tot 1895). Van 1919 tot 1921 was Demedts leerling aan de handelsafdeling van het Sint-Amandscollege te Kortrijk, waar hij al korte schetsen en toneelstukjes schreef voor het schoolblad De Knotse.
Na 1921 moest hij noodgedwongen thuis blijven, om te helpen op de ouderlijke hoeve. Hij bekwaamde zich dan maar verder door zelfstudie. Na de lange werkdagen vond hij 's avonds en s nachts nog de tijd om verzen en novellen te schrijven. Zijn eerste gedichten verschenen in 1924 in Averbode's Weekblad en Hooger Leven, zijn eerste roman Het leven drijft in 1936.
Op het eind van de jaren 20 werd André Demedts in Wakken lid van het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond, waarmee hij enkele toneelstukken opvoerde in de zaal Den Tap. In Wakken leerde hij ook Luc Verbeke kennen (°1924), met wie hij later in Waregem de letterkundige afdeling van het Kunstverbond en de Frans-Vlaamse Cultuurdagen zou oprichten (zie de Gavergids 2006, nr. 3). Ook in Demedts latere leven is de band met Wakken hecht gebleven. Hij kwam er geregeld terug als spreker voor het plaatselijke Davidsfonds, op 11 juli-vieringen of voor diverse verenigingen.
Echtgenoot en vader
André Demedts was gehuwd met de tien jaar jongere Germaine Ide (°1916), een landbouwersdochter uit Pittem, die nu in een appartementje in Kortrijk woont. Germaine was huishoudkundig regentes maar hield veel van literatuur Op 17 augustus 1938 traden ze in het huwelijksbootje en gingen ze wonen in Waregem, eerst in de Karel van de Woestijnelaan, later in de Guido Gezellestraat (waar in augustus van dit jaar een gedenkplaat werd onthuld). Het echtpaar kreeg vier kinderen: Mieke (°1939), Maurits (°1941), Dirk (°1944) en Hilde (°1947). In 1953 verhuisde het gezin naar de Condédreef in Kortrijk, nadat André Demedts eerst vier jaar gependeld had naar zijn nieuwe werk bij Radio Kortrijk. De individualistische stad was een hele aanpassing voor André en Germaine, die allebei afkomstig waren uit een kleine landelijke gemeente. Ze woonden liever in Waregem, waar er meer contact was met de buren.
André was altijd druk bezig met zijn werk, voordrachten, artikels, essays en literatuur. Hij stond op om 6.30 u., schreef tot 8 u., nam ontbijt en ging werken. Om 7 uur s was hij thuis voor het avondmaal en kon hij zich een beetje bezighouden met de kinderen, als hij niet naar een of andere vergadering moest. Hij stelde veel belang in de opvoeding van de kinderen en hun schoolresultaten. Hij was zeer bezorgd en vroeg Germaine altijd wat er die dag met hen was gebeurd. De kinderen hadden zeer veel eerbied en bewondering voor hun vader. André had weinig vrije tijd maar als hij vrij was op zaterdagnamiddag werkte hij altijd in de tuin. Op zondagmiddag deed het gezin een uitstapje.
Ook tegenover Germaine was André Demedts een zwijgzaam, gesloten man, die zijn gevoelens niet blootgaf. Maar ze vertrouwden elkaar volkomen, en als André echt met iets inzat, sprak hij daar wel over met haar. André sprak nooit veel over wat hij aan het schrijven was. Germaine moest net als iedereen wachten tot het boek af was. Ze hielp hem wel met kopiëren, en met het verbeteren van de drukproeven. Germaine ging ook zelden mee naar voordrachten. In de beginjaren ging André altijd met de fiets, ook bij slecht weer, en dacht dan onderweg nog aan wat hij zou vertellen. Vanaf 1949 ging hij altijd met de auto, ook weer alleen. Toen hij 75 was en niet meer met de auto kon rijden, speelde Germaine wel chauffeur.
Toen André ouder werd, vervaagde stilaan zijn geheugen en bracht hij meer tijd door samen met Germaine. Ze omschrijft André als een zeer sociaal mens, die gehecht was aan zijn streek, goed en trouw was, en zeer bezorgd om zijn volk, dat hij uit de armoede en de sociale achterstelling omhoog wilde tillen.
De kinderen van André en Germaine waren alle vier schitterende studenten. Mieke werd licentiate Germaanse Filologie en lerares. Maurits studeerde voor pneumoloog en werd hoogleraar aan de K.U.Leuven. Dirk werd orthopedisch chirurg en Hilde doctor in de Rechten en master in de Economische Wetenschappen. Als jongste kind heeft Hilde niet zo lang in Waregem gewoond, maar heeft er toch nog heel wat herinneringen aan. De voorkamer van het huis in de Guido Gezellelaan was het bureau van haar vader, met o.a. de boekenkast die nu te bezichtigen is in het André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve. In het kastje rechts van zijn schrijftafel had André altijd chocolade in voorraad voor wanneer de kinderen eens langskwamen in zijn bureau. In de tuin kwam haar vader in het weekend tot rust en vond er inspiratie en creativiteit, een gebruik dat Hilde overgenomen heeft. Volgens Hilde was er eigenlijk geen verschil tussen haar vader thuis en de publieke figuur André Demedts. Ook thuis bleef hij zeer eenvoudig, vriendelijk en respectvol voor iedereen.
Leraar in Waregem
In 1937 werd André Demedts via een bekwaamheidsproef voor de Centrale Examen-commissie leraar aan de Vrije Hogere Technische Handelsschool te Waregem. Hij zou er twaalf jaar blijven, tot in 1949. Demedts genoot toen al enige bekendheid in de Vlaamse literatuur, en directeur-principaal Deweer had hem aangesproken om zijn jonge college nog meer uitstraling te geven. Op het gebied van leerkrachten, gebouwen, uitrusting en keuken ("'t Vettekot") genoot Waregem toen al een goede faam. In zijn Waregemse periode schreef Demedts vier romans, waaronder de eerste twee delen van zijn trilogie Kringloop om het Geluk. Zijn ervaringen op het college leverden stof en inspiratie voor nog eens vier jeugdboeken, onder het pseudoniem Koen Lisarde (zie de Gavergids 2006, nr. 2).
André Demedts heeft zijn periode in het H.-Hartcollege meermaals de gelukkigste periode van zijn leven genoemd. Hij beschouwde het opleiden van de jeugd als een waardevolle ervaring voor zichzelf en een bijdrage tot de toekomst van zijn volk. Hij was ook nauw verbonden met het culturele leven in Waregem, als voorzitter van de literaire kring van het Kultuurverbond, als medewerker van de theatergroepen Pogen en Kunst & Eendracht en natuurlijk als stichter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.
Demedts gaf aan het College Nederlands, aanvankelijk in de lagere cyclus maar het grootste deel van de tijd in de hogere handelscyclus. Vanaf 1940 gaf hij ook Nederlandse Handelscorrespondentie en Economische Geschiedenis in het Graduaat, een tweejarige opleiding hoger onderwijs die later verhuisde naar de Katho-campus in Kortrijk. Volgens oud-leerling en later collega-leraar Oscar Martens maakte André Demedts zowel op de leerkrachten als de leerlingen een bijzondere indruk. Bij bijzondere gelegenheden trad hij op als spreekbuis van het lerarenkorps, bijvoorbeeld door een tafelrede te geven bij de aanstelling van een nieuwe principaal.
De leerlingen keken naar hem op en waren onder de indruk van zijn brede kennis. Zijn naambekendheid, competentie, eenvoud en toewijding maakten dat hij een natuurlijk gezag had en gewaardeerd werd. Demedts gaf rustig les en kon goed vertellen. Zijn lessen waren nooit saai of oppervlakkig maar gedegen, menselijk en fundamenteel. Met discipline had hij geen problemen en straf hoefde hij nooit uit te delen. Bij het vak Economische geschiedenis aan het Graduaat bleek hoe intelligent en belezen André Demedts was. Op eigen kracht had hij de kennis van een licentiaat Geschiedenis en Economie verworven. Blijkbaar volstond het voor hem om iets te lezen of te horen om het te onthouden en te begrijpen. Maar ondanks zijn grote kennis en intelligentie was zijn uitleg altijd eenvoudig en helder, en bleef hij altijd een eenvoudig en nederig mens.
Demedts werk als leraar heeft volgens Oscar Martens nooit geleden onder zijn vele andere activiteiten. Hij kon hard en snel werken, zich goed organiseren en slaagde er in om op één dag veel te presteren. Stipt kwart na acht was hij op het College voor de lessen van 8.30u en was ook altijd zeer stipt in het nazien van de avondtaken. Buiten de lessen was hij steeds beschikbaar en aanspreekbaar voor de leerlingen. Waar hij kon was hij behulpzaam en betrokken.
Voor de laatstejaars organiseerde André Demedts een culturele club, met als doel hen wat meer algemene vorming bij te brengen en te leren het woord te voeren voor een publiek. Demedts zat de bijeenkomst voor en liet de leerlingen volkomen vrij. Meestal gaf een leerling een spreekbeurt over een zelfgekozen onderwerp, gaande van oude Vlaamse volksgebruiken tot de werking van een motor. Soms speelde iemand muziek. Aan het einde nam Demedts het woord en sprak op zijn eenvoudige en gemoedelijke manier telkens weer wijze woorden. Alleen al om dat slotwoord was het volgens Oscar Martens de moeite waard om naar de club te komen.
In december 1949 aanvaardde Demedts op verzoek van directeur-generaal Jan Boon de benoeming tot diensthoofd van de gewestelijke omroep West-Vlaanderen in Kortrijk. Met spijt in het hart verliet hij het College en vier jaar later Waregem. Hij bleef diensthoofd van de BRT-radio West-Vlaanderen tot aan zijn pensioen in 1971. Ook de radio heeft hij altijd gezien als een instrument voor de intellectuele en culturele verheffing van het Vlaamse volk.
In 1983 werd de oude pastorij van Sint-Baafs-Vijve, gelegen aan een oude Leie-arm, omgebouwd tot het André Demedtshuis, met een klein Demedts-museum, ruimte voor tentoonstellingen en lezingen, en een mooie beeldentuin. Ook Waregem is Demedts nooit vergeten en maakte hem in 1986, ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag, tot allereerste ereburger van de stad. André Demedts overleed zes jaar later, op 4 november 1992, in Oudenaarde, na een slepende ziekte. Hij werd op eigen verzoek begraven op het oude kerkhof van zijn geboortedorp. Je vindt zijn graf aan de achterkant van het neo-Romaanse kerkje, vlakbij het Demedtshuis, in een perkje omzoomd met buxus.
Vlaams mag weer, schreef Karl Van den Broeck, Eindelijk (Knack nr. 2).
Misschien is het ook weer toegelaten, dat we een paar bladzijden verder in hetzelfde Knacknummer een weliswaar bescheiden foto vinden van André Demedts n.a.v. een ook al bescheiden aankondiging van een halve eeuw Ons Erfdeel. Opinie-schrijver Karl Van den Broeck ontwaart deze dagen een nieuwe wind door het intellectuele landschap van Vlaanderen. Decennialang was in bepaalde veelal zich progressief noemende kringen- de kreet Wat Vloms is, dom is te horen. Progressief en Vlaams hoorden niet bij elkaar en wie progressief was, las uit principe geen Vlaamse boeken, wel Franse, Amerikaanse, Turkse, Duitse, Afrikaanse of Nederlandse. Ook op politiek vlak zou de aangekondigde kentering naar een volwassen omgang met het Vlaamse verleden verregaande consequenties kunnen hebbenten gunste.
2006 konden we nog het André Demedtsjaar noemen naar aanleiding van het 100e geboortejaar van deze veelzijdige Vlaamse letterkundige en cultuurpoliticus. In 2000 stond hij nog in de lijstjes van de 100 grootste binnenlandse figuren van de 20e eeuw en in 2002 hadden de lezers van een krant hem ook in de top 100 gekozen van de verdienstelijkste Vlamingen aller tijden. Maar dezelfde nu progressieve krant De Standaard, waarvoor hij destijds honderden bijdragen leverde voor hun literaire rubriek Standaard der Letteren, weigerde tijdens het André Demedtsjaar om ook maar enige aandacht aan deze figuur te besteden. Chef Letteren Jeroen Overstijns verkondigde daarover dat de prioriteiten van de krant op andere punten liggen. De Noord-Franse krant La Voix du Nord herdacht André Demedts wel met een publicatie op zijn verjaardag 8 augustus 2006 onder de titel Commémoration au KFV: lannée André Demedts.
Het is nu betekenisvol dat de multiculturele en Belgicistische KVS in Singhet en weset vro complexloos put uit de grote Vlaamse liedjesschat. Mag dit een sein zijn om te breken met het progressief taboe tegen onze grote Vlaamse schrijvers en alles wat Vlaamsgezind is. We kunnen momenteel veel leren van een bescheiden, verdraagzaam, sociaalvoelend maar vooral rechtlijnig wereldburger als André Demedts (1906-1992). Zijn landelijke Christelijke wortels beletten hem niet dat hij een belangrijke steun was voor vrijzinnige auteurs als L.P. Boon, Walschap en anderen, die hem trouwens ook erkentelijk waren. Zijn Vlaamsgezindheid sloot zijn geest niet voor de wereldliteratuur en het wereldgebeuren. Hij had oog en visie voor de sociale noden, de economische toekomst, de culturele verscheidenheid van zijn volk.
De foto in Knack dateert van de hulde van André Demedts op 28 augustus 1966 en toont André Demedts en Jozef Deleu.
We ontvingen vandaag volgende mail van minister Bert Anciaux. In de loop van het André Demedtsjaar hebben we verschillende malen met hem contact gezocht en hem ook uitgenodigd om aandacht te geven aan het André Demedtsjaar. We hebben hem daarbij ook gevraagd om een bijdrage te leveren voor deze webstek André Demedtsjaar 2006. We danken hem omdat hij daar met dit bericht uiteindelijk is op ingegaan.
Mail 10 januari 2007:
Beste vrienden,
Op het einde van het André Demedtsjaar wens ik de organisatoren uitdrukkelijk te feliciteren voor de vele theaterstukken, lezingen en andere projecten die het herdenkingsjaar opluisterden.
Door mijn drukke agenda heb ik hieraan niet actief kunnen deelnemen, maar als Vlaams minister van Cultuur wil ik toch mijn bijzondere waardering uitspreken voor de manier waarop een groot en veelzijdig schrijver en een begenadigde cultuurpoliticus werd herdacht. Wie doorheen de website surft en de vele bijdragen leest, moet erkennen dat Demedts een bezielde woordkunstenaar was met een groot hart voor de Vlaamse letteren en cultuur.
Een dichter en auteur die vandaag misschien minder gelezen wordt, maar die een cruciale bijdrage heeft geleverd aan de ontvoogding van onze taal.
Hij verdient mijn volle respect.
Met vriendelijke groeten
Bert Anciaux,
Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel
Klein broertje heeft gebeden om deze Kerstdag wit te zien, met voetstappen in de verse sneeuw voor het raam, en een roodborstje op een twijg, dat zingt van de verre lente en de bloemen misschien, en als de middagklokken over de vlakte ontwaken, een vage glans van de zon op de bomen en daken en de mensen zo zwart in de sneeuw, zeer groot en eenzaam.
Maar ons hart is zo licht te dragen vandaag, het is of we opnieuw mochten beginnen en alles vergeten wat niet meer is; in ieder oog blinkt een vlam en een traan, er is zo'n blij welwillen in ons, vandaag zullen wij allen met een grote liefde beminnen en niet één zal zijn blik in wantrouwen nederslaan.
Want ieder mens, die een eind weegs met ons gaat, kan Christus zijn, die voor één dag over de wereld gaat en daarom willen wij allen weerhouden: Blijf nog wat, want het wordt nacht, ieder jaar is het maar eenmaal Kerstdag en ons hart heeft zo lang op uw komst gewacht.
Want zoveel moeten we zeggen en vragen, wat ons verheugde, wat leed heeft gedaan en ik kom bedelen ieder jaar weer op deze dag, want mijn armoe en honger eindigen niet.
Als ik vanavond door de sneeuw naar huis zal gaan, Jezus, en gij Moeder, genees mijn verdriet en help ons allen, die over de vlakte het rinkelen van sleebellen horen en die geen meester zijn over het heimwee van ons bloed; help ons allen, die vruchteloos sjouwen onder de mensen en die onze hoop verloren, wij zijn dompelaars en boeven ook, maar over alle sneeuwpaden komen wij U en de sterren tegemoet.
Moeder, voor allen vandaag laat me bidden: voor mijn dode vriend, geef vader en moeder geluk en ook mijn kameraden en wat liefde aan uw dwaas, die het niet verdient en veel trouwe liefde aan Vlaanderen, Moeder, want het werd zo dikwijls verraden.
Ik ben maar een schamel arbeider, die U niets geven kan dan wat scherven van zijn hart, het is zo weinig, het is niets om dat alles te vragen... maar als het niet mag, wees voor allen niet even hard en laat één, die jong is en sterk, het lastigste dragen.
Moeder, klein broertje heeft gebeden opdat uw Kerstdag wit zou zijn, geef aan ons allen over de sneeuw, veel zonneschijn!
Het blijft een raadsel waarom de nationale media dit jaar André Demedts grotendeels over het hoofd hebben gezien. Was hij omstreeks de eeuwwisseling niet genomineerd bij de 100 grootste Belgen van de 20e eeuw en in 2002 bij de 100 meest verdienstelijke Vlamingen aller tijden. Het is op dat vlak kenschetsend waarom de Noord-Franse kranten wel aandacht aan André Demedts gaven en de Belgische niet. Er waren dit Demedtsjaar wel bijdragen in Tertio, Wekelijks Nieuws en regelmatige aandacht in de regionale bladzijden van de dagbladen Het Volk/Nieuwsblad en een paar keer ook in Het Laatste Nieuws. Het bleef echter te veel beperkt tot de regio Waregem-Wielsbeke-Kortrijk-Deerlijk-Wakken enerzijds en Nieuwpoort en Frans-Vlaanderen anderzijds.
Het is een jaar geworden boordevol prachtige activiteiten ter ere van de romanschrijver, dichter, essayist en mentor van de Vlaamse ontvoogding. De activiteiten kwamen al in januari op gang in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve, waar op diverse locaties tal van culturele activiteiten plaatshadden waarvan de literaire avond in de Romaanse Sint-Bavokerk, de onvergetelijke theaterwandeling De levenden en de doden van ES-Battement, de erfgoedhappening en de kerstevocatie van deze week in de hellevuurhoek rechtstreeks verband hielden met de persoon en het werk van André Demedts.
Er waren de publicaties van twee fraai uitgegeven poëziebrochuren naar aanleiding van poëzieavonden in de Sint-Bavokerk te Sint-Baafs-Vijve en het H.Hartcollege in Waregem. Het Davidsfonds gaf zijn vijfdelige boekenbox opnieuw uit . KFV en Marnixring Waregem gaven pentekeningen uit. In de Guido Gezellestraat in Waregem hangt nu een plaket aan de woning, die Demedts het laatst in Waregem heeft bewoond. De heemkundige kringen Juliaan Claerhout Wielsbeke en De Gaverstreke Waregem zorgden voor ruime (100 blz lange) historische of genalogische bijdragen over Demedts in hun jaarboeken.Tentoonstellingen waren er in de bilbiotheken van Kortrijk en Waregem, het Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve en in het H.Hartcollege in Waregem. Daarbij waren er nog sfeervolle Demedts-herdeningen in Sint-Baafs-Vijve (waar omvangrijk jaarprogramma), Waregem (stad, Davidsfonds en H.Hartcollege), de herdenking van KFV in Frans-Vlaamse Belle, Nieuwpoort, e.a.
Tenslotte moet ook nog de feestelijke uitreiking vermeld worden van de jaarlijkse André Demedtsprijs in het stadhuis van Kortrijk.
Eveneens op het stadhuis in Kortrijk werd vandaag ook het 34e jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke overhandigd aan mevrouw Germaine Demedts-Ide, de 90-jarige weduwe van André Demedts, en aan dochter Hilde Demedts. Op de foto zien we Hilde Demedts, voorzitter Guy Algoet, mevrouw Germaine Demedts-Ide en Jo De Mets, de auteur van de genealogische bijdrage.
André Demedts kreeg dit jaar ruime aandacht in KFV-mededelingen, de driemaandelijkse nieuwsbrief van het Komitee voor Frans-Vlaanderen met zetel in Waregem en in 1947 opgericht door André Demedts en Luc Verbeke. In het 36-blz tellende nummer van de december 2006, januari-februari 2007 krijgen we ondermeer de publicatie van de toespraken bij de hulde aan André Demedts op de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag op 24 september 2006 in Belle.
Naar aanleiding van het André Demedtsjaar bracht KFV in Belle hulde of hommage aan André Demedts tijdens de plenaire zitting door drie Frans-Vlaamse laureaten van de André Demedtsprijs. Dit zijn Jacques Fermaut, oud-leraar Nederlands en vast medewerker van het KFV, door Francis Persyn, oud-inspecteur voor het Nederlands in Frankrijk en ondervoorzitter van het KFV, en door Sandrine Demange, directrice van het Huis van het Nederlands (La Maison du Néerlandais) en voorzitster van de jury van de Taalprijsvraag Nederlands van het KFV. In hetzelfde nummer van KFV-mededelingen brengt secretaris Dirk Verbeke ook verslag uit over de proclamatie van de 41e taalprijsvraag Nederlands met 100 deelnemers.
We brachten hier op deze webstek al de inhoud van de toespraken van de drie Frans-Vlaamse Demedtsprijs-winnaars Jacques Fermaut (1983), Francis Persyn (1995) en Sandrine Demange-Delobel (voor André Demedtshuis 2001). Het decembernummer van KFV-mededelingen geeft ook aandacht aan de pentekening van André Demedts door de Frans-Vlaamse kunstenaar Jean-Claude Bottin, die KFV ter gelegenheid van het André Demedtsjaar heeft uitgegeven in beperkte oplage van 50 gesigneerde exemplaren. De pentekening meet 40 cm bij 30 cm en is gedrukt Recto 2 kleuren op Steinbachpapier. Dit werk kan nog besteld worden voor de prijs van 20 euro, verzending inbegrepen, op rekening nr 469-1003761-50 van KFV vzw, Platanendreef 46, 8790 Waregem met vermelding Demedts-Bottin.
Onderaan de tekening staat, naast de handtekening van de kunstenaar, volgende tekst :
André DEMEDTS
(°1906- 1992)
Uitgegeven door het Komitee voor Frans-Vlaanderen (KFV) vzw ter gelegenheid van het André Demedtsjaar 2006. Beperkte oplage van 50 gesigneerde en genummerde exemplaren door de Frans-Vlaamse kunstenaar Jean-Claude Bottin.
Nog in het jongste nummer van KFV-mededelingen onder de rubriek Hulde aan André Demedts Hommage à André Demedts staat de boodschap van Luc Verbeke voor de deelnemers aan de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag van het KFV in Belle. Luc Verbeke was in 1947 met Demedts stichter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, en secretaris en drijvende kracht van het KFV gedurende een halve eeuw, dan voorzitter en erevoorzitter van het KFV, en eerste laureaat van de André Demedtsprijs in 1970.
59 jaar is het dus dat in Waregem de Frans-Vlaamse Cultuurdagen met André Demedts als voorzitter en mezelf als secretaris zijn ontstaan. En 8 augustus 2006 was de 100e verjaardag van mijn dierbare vriend wijlen André Demedts. Net op 8 augustus 2006 overkwam mij een ongeval, met het gevolg dat ik geen enkele herdenking van die geboortedag van André Demedts heb kunnen meemaken. En ook voor de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag in Belle lukt het me nog niet om aanwezig te zijn. Moge deze dag een stimulans zijn om met zn allen voort te werken aan de promotie van de Nederlandse taal en cultuur in Frans-Vlaanderen.
Dirk Verbeke laat ook niet na i.v.m. het André Demedtsjaar de krant De Standaard terecht te wijzen voor zijn negering van de figuur van André Demedts. In de Noord-Franse krant La Voix du Nord verscheen op 8 augustus 2006, precies op de dag dat André Demedts 100 jaar geleden geboren werd, een artikel van journaliste Perrine Diéval met als titel: Commémoration du KFV: l année André Demedts.Ter vergelijking: Jeroen Overstijns, chef Letteren bij de krant De Standaard, wou blijkbaar geen letter vuil maken aan oud-DS-medewerker Demedts. In zn beste Nederlands (sic!) reageerde hij op de suggestie om enige aandacht te besteden aan het André Demedtsjaar: Hartelijk dank om ons dit te signaleren. Helaas gaan we echter hierop niet ingaan omdat onze prioriteiten de volgende maanden op andere punten liggen. Er rest ons enkel plaatsvervangende schaamte
Huis van het Nederlands in het teken van A. Demedts
Toespraak van Sandrine Demange-Delobel, directrice van het Huis van het Nederlands in Belle, bij de hulde aan André Demedts op 24 september tijdens de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag in Belle (met dank aan Mark Verbeke voor foto). (uit KFV-mededelingen, 34e jg, nr 3, dec 2006)
Vandaag sta ik hier om de heer André Demedts te huldigen naar aanleiding van het André Demedtsjaar 2006 omdat het Huis van het Nederlands in 2001 de André Demedtsprijs mocht ontvangen. Ik heb me bereid verklaard om hier de bescheiden vertegenwoordiger van het Huis van het Nederlands in Belle te zijn. Jammer genoeg heb ik André Demedts niet gekend, maar ik heb wel ontdekt wat een buitengewoon auteur hij was, en vooral ook hoe hij zich voor Frans-Vlaanderen en de Nederlandse cultuur ingespannen heeft.
Toch voel ik me niet van dezelfde grootte als Demedts en als de mensen die door de André Demedtsprijs werden geëerd. Ik denk nu bijvoorbeeld aan de heren Luc Verbeke, Jozef Deleu, Francis Persyn, Jacques Fermaut - en ik heb de eer die een beetje beter te kennen. Ik heb het gevoel dat Het Huis van het Nederlands in Belle echt het vervolg is van zijn acties en wat hij graag gewenst had voor Frans-Vlaanderen.
Deze bijzondere man, die soms ook een cultuurpoliticus genoemd werd, zou waarschijnlijk blij zijn geweest om twee mannen te ontmoeten: de heren Delobel, gedeputeerde, en Kooijman, Frans inspecteur voor het onderwijs in Noord-Frankrijk, die samen het idee van het Huis van het Nederlands hebben laten groeien maar ook hun uiterste best hebben gedaan opdat het nu zou bestaan als een informatie- en vormingscentrum voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen dat iedereen kan helpen bij het leren, de vervolmaking of het onderhoud van de Nederlandse taal en om leermiddelen te vinden. Deze twee personen hebben volgens mij veel gemeenschappelijk met de heer Demedts: hun wil, hun inzet, hun visie op de toekomst, iets wat misschien ook te maken heeft met het feit dat ze alle drie in de onderwijswereld hadden gewerkt. Dankzij deze mensen is het mogelijk in Frans-Vlaanderen meer over de Nederlandse taal en cultuur te leren.
Dat het Huis van het Nederlands nu bestaat en groeit is mede te danken aan Meneer Demedts (die, moet ik bekennen, ons veel geholpen heeft dankzij het bedrag dat aan de Demedtsprijs verbonden is) maar vooral ook gerealiseerd dankzij het KFV, en ook wel de Orde van de Prince en vele Vlamingen over de grens die ons de weg getoond hebben en nog steunen. Dank u wel allemaal.
La Maison du Néerlandais sous Ie signe d'André Demedts
Si je suis présente parmi vous aujourd'hui pour vous parier d'André Demedts, c'est parce que le Prix André Demedts 2001 a été décerné a la Maison du Néerlandais, dont j'ai humblement accepté d'être la représentante.Je ne l'ai mal-heureusement pas connu mais j'ai appris alors quel grand homme de lettres il était. J'ai surtout compris qu'il avait beaucoup oeuvre pour la Flandre Francaise et la culture Néerlandaise.
Et si moi-même je ne me sens pas a la hauteur d'un homme tel que lui ou des personnes que son prix ont mis a l'honneur (je pense a Mr Luc Verbeke, Mr Jacques Fermaut, Mr Jozef Deleu, Mr Francis Persyn,que j'ai l'honneur de connaître quelque peu), j'ai cependant Ie sentiment que la Maison du Néerlandais est tout a fait dans la lignée de ses actions et de ce qu'il aurait souhaité pour la Flandre Française.
Cet homme.que l'on décrit parfois comme un politicien de la culture, aurait certainement aimé rencontrer ces deux personnes: Mr Delobel, député et Monsieur Kooijman, inspecteur de l'Education Nationale du Nord/Pas-de-Calais qui sont a l'origine de la Maison du Néerlandais. Ils en ont concu l'idée mais ont aussi su mettre les moyens en oeuvre pour qu'elle existe: un centre d'information et de formation en néerlandais pour la Flandre francaise oü l'on peut apprendre, se per-fectionner ou entretenir son néerlandais, trouver du matériel d'apprentissage. Ces deux hommes ont - il me semble - des points communs avec monsieur Demedts: leur investissement, leur volonté farouche, leur projection dans l'avenir, choses qui ne sont pas étrangères me semble-t-il au fait qu'ils venaient tous trois du milieu éducatif.
Maintenant la Maison du Néerlandais existe et continue de grandir grace a des gens tel que Monsieur Demedts (il faut reconnaître que Ie prixAndré Demedts était accompagné d'une belle somme d'argent qui nous a permis d'investir) mais aussi grace au KFV, a l'Ordre du Prince, et aux nombreux flamands belges qui ont su nous nous montrer la voie et nous soutiennent. Merci a tous.
Sandrine Demange-Delobel
Huis van het Nederlands / La Maison du Néerlandais André Demedtsprijs 2001 / PrixAndré Demedts 2001
Uitgebreide studie over de voorouders van André Demedts
Het zopas verschenen 34e jaarboek van de Waregemse Geschied- en Heemkundige kring De Gaverstreke opent met een uitgebreide studie over André Demedts en zijn voorouders.Auteur Jo De Mets werkt al een tiental jaren aan de familiestamboom en kon op vraag van de kring ter herdenking van het 100e geboortejaar van André Demedts een overzichtelijke kijk bieden in de rijke roots, waar ook de heemkundige André Demedts destijds zelf zo trots naar op zoek was. De exposé is een uniek document voor en over de Vlaamse auteur en begint omstreeks 1592 toen voorouder Joos De Mets (1568-1630) zich vestigde in Waregem, waar hij later officier werd van de heer van Potegem en daar de herberg uitbaatte.
Het is een uitgebreid artikel geworden van meer dan 100 paginas. Hierin worden betekenis en herkomst van de naam Demedts toegelicht. Daarna wordt als ode aan de schrijver één voor één zijn voorvaders van onder het stof gehaald en levendig op het toneel gebracht.
Vooral de eerste twee geslachten na 1600 zouden een belangrijke rol spelen in het publieke en politieke leven in Waregem. Als officier werden zij betrokken bij de twisten tussen de plaatselijke heren. Zodoende bepaalden zij bijna een eeuw lang voor een stuk mede het verloop van de boeiende geschiedenis van Waregem. Dat hun nazaten engeltjes waren durven we niet gezegd hebben. Toch loopt de voornaam Engel als een rode draad door de familiegeschiedenis van André. Het spoor van de veelal welstellende landbouwersfamilie sommige zijn schepen of lid van het armbestuur - liep via Zulte en Dentergem naar St.-Baafs-Vijve.
Ook het leven en werk van de schrijver worden uitvoerig belicht. De auteur zou in Sint-Baafs-Vijve op 8 augustus 1906 geboren worden op de familiehoeve de Elsbos. Na zijn huwelijk met Germaine Ide in 1938 ging hij in Waregem wonen, waar hij 15 jaar verbleef. Hijwist toen niet dat hij ging wonen op een steenworp van waar zijn voorouders elf generaties vroeger ooit hun verblijfplaats hadden en er een belangrijke rol speelden. Was de cirkel rond?Vier kinderen werden geboren. Hilde, de jongste dochter, zou later schepen worden in Kortrijk. Om dichter bij zijn nieuwe job bij de radio te zijn verhuisde André naar de Condédreef te Kortrijk. Hij overleed in 1992 en kreeg een ereplaats naast de kerk van St.-Baafs-Vijve en het André Demedtshuis.
Jo De Mets vertelt ook hoe het schrijverstalent reeds op jonge leeftijd kwam opborrelen, zijn carrière als leraar aan het H. Hartcollege te Waregem, zijn leiderschap als directeur van de Gewestelijke Omroep West-Vlaanderen (B.R.T.), zijn bijdrage voor de Vlaamse cultuur en zijn uitgebreid oeuvre, het komt allemaal aan bod. Tevens smeedde hij het staal van de Vlaamse beweging. Talrijke literaire prijzen vielen hem te beurt, zoals in 1990 de driejaarlijkse Staatsprijs der Nederlandse Letteren. Hij werd ereburger van St.-Baafs-Vijve, Nieuwpoort en Waregem. In 2000, bij de eeuwwisseling, werd hij geselecteerd bij de 100 opmerkelijkste Vlamingen van de 20ste eeuw.
Er wordt ook even stil gestaan bij de mens achter de auteur: eerder gesloten voor zijn eigen diepste gevoelens, liefdevol voor zijn gezin, gedreven voor het Vlaamse volk, rust vindend in de dialoog met de natuur, bescheiden in de roem.
Dat André Demedts een heemkundige schrijver was is alom bekend. Maar dat hij eveneens een familiekundige schrijver was, daar wordt uiteindelijk dieper op ingegaan. De dag voor gisteren is zijn autobiografisch verhaal. Met toespraken als De familiekunde als therapie wilde hij iedereen aanmoedigen om aan stamboomonderzoek te doen. De voorouders zijn voor André van uitzonderlijk belang. Hij gebruikt zijn eigen voorvaders veelvuldig als figuren in zijn romans. Volgens hem zijn we niet alleen door onze genen verbonden met het voorgeslacht. Zelf is hij er ten stelligste van overtuigd dat hij door hen voorbestemd is en dat ze hem beschermen.
Het artikel eindigt met een relaas van de voornaamste activiteiten van het André Demedtsjaar. Misschien is het jaarboek voor velen onder jullie een tip voor onder de kerstboom of een ideaal nieuwjaarscadeau. Want over in totaal 736 blz. worden nog talrijke andere fascinerende verhalen uit de streek u geserveerd in dit 34e jaarboek. . Daarbij hoort zeker de studie van historicus Marcel Delmotte over ambassadeur Baert, de eerste Vlaming die het tot ambassadeur eerste klas bracht. Marc Crabeels maakte een interessante studie over Gaston Deweer, die als directeur André Demedts en de latere ambassadeur Baert binnenloodste als leraar van het H. Hartcollege. Luc Cappon brengt informatie over de bijzondere Vijfse figuur Maryflor (Flor Vanlerberghe) en publiceert hierbij ook zijn gedicht Mijn hart is moe op datum van 8 augustus 1983 opgedragen aan André Demedts. Het jaarboek kost slechts 20 Euro en is te verkrijgen bij alle bestuursleden of door storting op nr. 068-0503010-92 van: Geschied- en Heemkundige Kring - Waregem.
Na de bijzondere theaterwandeling De Levenden en de Doden' in augustus laatstleden, gaat ook de allerlaatste activiteit in het kader van het André Demedtsjaar in samenwerking met het theatergezelschap het ES-battement. Zij presenteren om woensdag 20 december om 20 u in de Sint-Bavokerk een 'Kerst in de Hellevuurhoek' van Bernauw, Bernauw en Borms in een regie van Anton Cogen. Het stuk werd voor het eerst opgevoerd in 1946 door de "zwarten" van het interneringskamp Elselo.
Kerst in de Hellevuurhoek kan als een actueel sprookje worden gezien dat zich ook aansluit op het werk van André Demedts. In zijn roman De Levenden en de Doden lezen we dat de zwarten werden vergaard in kampen om daar te wachten op hun definitieve straf Men trof daar een allegaartje aan van allerlei pseudo-geëngageerden, opportunisten maar soms ook overtuigde flaminganten, misleid door de Nazi-ideologie. Ze probeerden hun leven zo goed en zo kwaad als het ging, in emotionele banen te leiden en daar mocht de viering van Kertstavond niet aan ontbreken. Weinachten. Dat deze scéances van hoogstaande kwaliteit waren, hoeft geen betoog. Wat speelden zij op Kerstavond 1946? Een pamflet tegen de oorlog, tegen alle oorlogen.
Op het einde van de eerste wereldoorlog (14-18), werden de voor altijd geestelijk bschadigden en de onzienlijk verminkten, in speciale instellingen samengebracht, vooral met de bedoeling om hen aan het oog van de ondankbare en beborneerde wereld te ontrekken. Eén ervan was de "Hellfire Corner" in Groot-Brittanië, in de buurt van Dover. De mascotte van een troepje soldaten, een oorlogsweesje met de symbolische naam "Scharpenelle" en de enige overblijvende van dat troepje soldaten, in onkenneljke horrortoestand, vinden elkaar na jaren terug. Een gruwelijke Kerst! Een actueel sprookje.
Het stuk van ES-battement is een aanvulling bij hun indrukwekkende theaterproductie van augustus jongstleden. Ze brengen immers de kerstscène uit het boek De Levenden en de Doden van André Demedts. Deze kerstscène speelt zich af in het werkkamp van Ribaucourt, waar de drie protagonisten opnieuw met elkaar geconfronteerd worden. Dit zijn het hoofdpersonage Hans Dammaert, de priester Steven Van Huysse en de communist en verzetstrijder Peter DHooghe. Voor alle duidelijkheid dient vermeld dat deze scène niet voorkwam in de zomerproductie. Aansluitend is er gelegenheid tot napraatje bij een hapje en een drankje in het CM-gebouw in omgeving van de kerk.
Tickets kosten 8 Euro en reservatie is mogelijk in de Cultuurdienst van Wielsbeke tel. 056 67.32.70of mail cultuur@hernieuwenburg.be
Info voorzitter Antoon Vandendriessche tel. 056 66.93.58
(toespraak van Dr. Karel Platteau bij uitreiking van André Demedtsprijs te Kortrijk)
100 jaar in Vlaanderen overbrugt één eeuw maar overbrugt meteen ook sociale evolutie, wereldoorlogen, een taalbeweging, politieke emancipatie en culturele groei. Met de ogen van 2006 kijken naar de betekenis en de rol van de mens en de auteur André Demedts, is meteen ook rekening houden met de context tijdens die 100 jaar. En het impact dat hij hierop had.
Zijn 74 publicaties in boekvorm zijn onlosmakelijk hiermee verbonden, naast zijn tientallen artikelen (of het nu poëzie, proza of essayistiek betreft) en zijn honderden uiteenzettingen.
Van kindsbeen af was hij vertrouwd met boeken. Zelf heeft de auteur al heel vroeg veel boeken gelezen. Op de boerderij was er immers een bibliotheek, nog van grootvader Ivo en van zijn vader Maurits. Zijn vader was lid van het Davidsfonds en net als vandaag, bestond toen ook het systeem van koopboeken voor de leden. Zo groeide ook de bibliotheek op de hoeve Het Elsbos.Nog voor André 12 jaar was, had hij bijna de hele Hendrik Conscience gelezen. Dat was een bewijs van de vrijheid die hij kreeg om met literatuur kennis te maken, vaak werden de boeken van Conscience achtergehouden, of aan elkaar gelijmd opdat je ze niet zou ontlenen zonder op te vallen
Maar hij las ook de verhalen van de Lovelings en van Jules Verne. Deze auteur heeft hem bijzonder gefascineerd. Hij getuigde vooral van zijn bewondering voor Kapitein Nemo in Twee jaar vakantie : Nemo, die na een lange strijd, alleen en ver van zijn vaderland, stierf aan boord van zijn duikboot, omdat hij nooit had willen buigen voor de macht die het recht onderdrukt had.
Snel leerde hij via zijn vader boeken kennen als De Negerhut van Oom Tom, van Harriet Beecher-Stowe, later ook Cervantes, Shakespeare en Tolstoj.Hij had dus heel vroeg contacten met de literatuur, En doordat hij veel ziek was, zwakke gezondheid, 2 maanden te vroeg geboren, zwaarmoedige knaap, bleef hij vaak thuis en hield van schrijven: Schrijven was een natuurlijke, doodgewone verrichting voor mij, een middel tot ontvluchting aan mijzelf, omdat een onoverwinnelijke schroom, of was het weerzin en angst, mij beletten te spreken ?
Elders : Reeds als kind heb ik altijd gedacht dat ik moest schrijver worden. Dat leek de enige manier waarop ik, aardig van mijn voorgeslacht, mij kon doen gelden.
Maar naast dit prille schrijverschap als vlucht, aanhoorde hij ook de sagen en legenden uit zijn Beneden-Mandelstreek, die hij als kind verteld werd.
Schokkend voor hem was evenwelhet relaas van een neef die in de Eerste Wereldoorlog als Vlaamse soldaat geconfronteerd werd met schandalige wantoestanden in het Belgische leger. Dit getuigenis kreeg voedingsstof door 2 publicaties. Die kreeg hij van een schoolvriendje in het eenzijdig FranstaligeSt.-Lievenscollege te Gent. Het was de brochure Vlaanderens Weezang aan den IJzer en Arm Vlaanderen van pater Stracke. Uiteraard verboden lectuur op dit college, en toch las hij ze en hij getuigde later in zijn autobiografie De dag van gisterenuit 1966, hoe ontsteld hij was als knaap door deze uitgaven.
Zij gingen hand in hand met de geromantiseerde visie op zijn land die hij zich eigengemaakt had door een gedicht van Leonard De Bo Voor Vlaanderen, mijn Vaderland (1855). Daarin verheerlijkt De Bo Vlaanderen in vergelijking met het nochtans mooie Italië of het geografisch gevarieerde Zwitserland, hij beschrijft ook Vlaamse zeden en gewoonten en eindigt het gedicht met een dreiging aan het adres van een eventuele dwingland. Want in dat geval Loop ik mijn bloed ten beste geven / Voor Vlaandren, voor mijn Vaderland.
Alle uiteenzettingen die André Demedts later gaf over Vlaanderen en de noodzaak aan politieke, economische en culturele emancipatie, waren alle doorspekt met emoties. Hij gaf op een merkwaardige manier uiting aan zijn innerlijke bewogenheid: van ergernis tot weemoed. En die merkwaardige vorm van monoloog, met half gesloten ogen, sloeg aan bij het publiek. Er bestond hiervoor respect, het was hoe dan ook toch een vorm van dialoog.
Ooit schreef André Demedts het boek Hugo Verriest, de levenwekker. Eigenlijk had hij dit woord voor zichzelf moeten bewaren. Hij was een bezieler en zelfs in die mate datzijn ene persoon vergeleken werd met een complete actie- en drukkingsgroep (Gaby Gyselen). En Jozef Deleu typeerde hem als een cultuurpoliticus zonder weerga.
Maar zijn engagement voor de Vlaamse Beweging stond niet los van zijn sociaal engagement. Hij brak trouwens zijn relatie met Cyriel Verschaeve af omdat bij die man het nationale en religieuze veel meer belang had dan het sociale. En in zijn vroege dichtwerk (hij was 18 jaar) ziet men hiervan ook een weerspiegeling: hij schrijft een gedicht voor de overleden Lenin ! hij was een zoon van t langverdrukte volk en miljoenen hebben hem gebenedijd
Zelf was André 10 jaren lang actief voor de Katholieke Arbeidersjeugd. Hij was nochtans een echte boerenzoon. En zijn jeugdboeken zoals Alle Vreugd is eindeloos, Ik wil een dapperen kerel zijn beschreven toestanden in arbeidersgezinnen of de moeilijke weg van een jonge textielarbeider. Tal van de KAJ-leden van toen legden getuigenis af over zijn inzet voor hen: Hij deed al wat hij kon om van ons mensen te maken die van veel dingen op de hoogte zouden zijn ( ) We kregen zelfs lessen in wellevendheid opdat we ons behoorlijk zouden kunnen voordoen.
Ook oud-leerlingen uit Waregem getuigden in die zin, maar dan over een taboe-onderwerp, nl. seksuele voorlichting: Hij gaf ons wél voorlichting, de andere leraars durfden dat niet. En dat deed hij niet op een omfloerste, gefrustreerde manier, maar met respect en heel natuurlijk. Hij maakte indruk op ons omdat hij nadruk legde op liefde en tederheid, terwijl wij alleen maar vuile, rauwe grappen kenden en drankzucht vaak veel pijn veroorzaakte in een liefdesrelatie.
Zijn gedichtenbundel Jasmijnen getuigde evenzeer van deze warme medemenselijkheid.Hij was toen 23 jaar oud en een stoet van publicaties moest nog volgen. 4 jaar daarvoor publiceerde André Demedts al in Dietsche Warande en Belfort en hij bleef er aanwezig met creatief én kritisch werk. Precies op het vlak van het essay is de verdienste van deze auteur het sterkst. In 1955 was er bijvoorbeeld een boekje over Streuvels, maar in 1971 kwam het eerste degelijke boek dat ooit over Streuvelsverschenen was : Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk. Welnu, Hedwig Speliers heeft een biografie over Streuvels geschreven, maar hij zegt zelf dat hij zéér schatplichtig is aan Demedts !
Stijn Streuvels had een bijzondere invloed op André Demedts. Het is trouwens door zijn toedoen dat André zon inzet ontwikkeld heeft voor Frans-Vlaanderen ! Met het Komitee voor Frans-Vlaanderen, (waar de op deze bijeenkomst aanwezige heer Luc Verbeke zon grote inzet voor ontwikkelde) maar zeker ook met het tijdschrift Ons Erfdeel. Dat is ontstaan door een oproep van André Demedts om bij hem thuis bijeen te komen en waar hij aan enkele jonge mensen vroeg of ze boven iedere partijpolitiek contact wilden opnemen met Frans-Vlamingen en met Nederlanders. Om de Frans-Vlaamse problematiek bekend te maken in het Nederlandse taalgebied en ook om de samenwerking tussen de Nederlandssprekenden te bevorderen. Uit die aansporing is het tijdschrift Ons Erfdeel ontstaan met o.a. de 20-jarige Jozef Deleu. Het groeide uit tot een hoogstaand en volwaardig algemeen-Nederlands cultureel blad ! En net in Ons Erfdeel publiceerde Demedts in 1966 een vrijmoedig artikel i.v.m. de splitsing van de Leuvense universiteit. De cultuurpoliticus won het op de auteur.
Zijn romans zijn er blijkbaar geweest opdat de schrijver al schrijvend zichzelf heeft willen uitbouwen en verwezenlijken. Hij schreef met een epische kracht zijn eerste verhalen en zocht later voortdurend naar de essentie van het bestaan; op vele bladzijden treft men immers aforismen aan zoals alleen hij ze formuleren kon; Willy Spillebeen drukte het zo uit: Demedts is inderdaad een denker en allicht zou hij, geboren in een ander taalgebied en filosofisch geschoold, een filosofisch essayist geworden zijn.
Men heeft het proza van André Demedts opgedeeld in 3 perioden: van 1933 tot 1944 : het onmogelijke geluk dan een tweede periode van 1944 tot 1951 met een kringloop om het geluk om dan in een derde periode een steeds duidelijker wordende vernauwing te zien naar het eigenlijke onderwerp toe nl. het menselijk geluk proeven.Marcel Janssens vatte het zo samen in 1966 op een huldedag voor de gevierde schrijver : Zijn prozawerk is er niet omwille van de literatuur, maar omwille van het leven.
Ruim 20 jaar had hij zich ook ingezet voor de radio omroep in het gebouw in de Rijselstraat. Daarbij had hij een voorliefde voor het woord, het volksverhaal en de stem van Frans-Vlaanderen. Hij gaf aan ontelbare mensen de kans omhun specifiek engagement kenbaar te makenin goede radioprogrammas.
In 2006 stellen we dus uitzonderlijke kenmerken vast bij een boerenzoon, die zich sociaal engageert en die vanuit een verontwaardiging een cultuurpoliticus wordt om u tegen te zeggen. Zijn inzet was tomeloos. Dat hij een dichter en schrijver wordt omdat hij zijn zoektocht naar zingeving moet uiten, zonder zich te bekommeren om stilistische kwaliteiten.
Dat hij bovendien een uitzonderlijk goede essayist wordt omdat hij belangrijke schrijvers zoals Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach, Abel Coetzee, Ernest Claes, Johan Daisne, Karel Jonckheere en vooral Stijn Streuvels bekendheid wou geven.
Wie een gedrevenheid en eenlevensinzet van dit formaat bezit, die geeft vandaag een boodschap aan iedereen die op zoek is naar zingeving en die aan zijn leven een meerwaarde wil geven.
(met bijzondere dank aan Dr. Karel Platteau voor deze analyse van de figuur van André Demedts)
Gisteren zondag 26 november werd op het stadhuis de 37e André Demedtsprijs uitgereikt. Marnixring Kortrijk Broel kent deze prijs jaarlijks toe aan een persoon of een vereniging die naar de geest en de idealen van André Demedts bijdraagt tot de politieke ontvoogding van ons volk en zijn toekomst als natie, tot de uitstraling van zijn cultuur, tot zijn nauwe verbondenheid met andere leden van de Nederlandse stam of tot de betere bekendheid van Vlaanderen in de wereld. De uitreiking dit jaar stond ook in het teken van het 100e geboortejaar van André Demedts. In samenwerking met het Festival van Vlaanderen werd de zitting opgeluisterd met muziek van Grieg, de lievelingscomponist van André Demedts. Sopraan Inge Van de Kerkhove bracht, met pianobegeleiding van Hein Boterberg, een selectie uit het vocale repertorium van de Noorse componist. Op de feestzitting waren er opgemerkte toespraken van Dr. Karel Platteau over André Demedts als mens en auteur bekeken vanuit 2006 en van advocaat Piet Van Eeckhaut, die het belang van André Demedts schetste vanuit links vrijzinnig standpunt.
De prijs werd dit jaar toegekend aan Hermand De Bode. Hij ontving een eigentijds op André Demedts geïnspireerd kunstwerk van Lieven Demunter. De naam van Herman De Bode is vooral verbonden met het Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen in Europa, dat in het voorjaar 2006 verscheen. Herman De Bode was niet alleen de ondertekenaar van dit manifest, samen met 49 anderen, maar hij behoorde ook tot de kerngroep die meewerkte aan de redactie ervan. Het manifest pleit voor de herstructurering van de Belgische staat en de vorming van twee zelfstandige lidstaten van Europa - Vlaanderen en Wallonië - met een nieuw statuut voor Brussel, dat wel de hoofdstad van Vlaanderen zou blijven en desgewenst van Wallonië zou worden.
Het pleidooi is gebaseerd op een zakelijke, sterk feitelijk onderbouwde, analyse van vooral de sociaal-economische verschillen tussen de twee grote Belgische deelgebieden. Kern van het betoog is dat deze verschillen te groot zijn voor een deugdelijk bestuur en dat in het licht van de grote uitdagingen van deze tijd het noodzakelijk en voor beiden uiteindelijk beter is dat elke regio ten volle zijn verantwoordelijkheid neemt. Scheiding houdt geen afbraak van de solidariteit in, maar de transfers moeten doorzichtig en uitdovend zijn en geleidelijk vervangen worden door de solidariteit in het kader van de Europese Unie.
Dit manifest viel niet in goede aarde bij McKinsey, zodat hij zich verplicht voelde zijn functie als hoofd van het Belgische kantoor op te geven. Hij bleef echter aan McKinsey verbonden als consultant en partner. Op 21 juni jongstleden werd Herman De Bode voorzitter van de Vlaamse Management Associatie. Dat is een netwerk van actieve managers uit het bedrijfsleven en de openbare sector in Vlaanderen en Brussel. Het wil een permanent ontmoetingsplatform zijn voor een betere kennis van managementsproblemen en het vinden van oplossingen voor bedrijfsproblemen.
Hij is sedert 31 januari 2005 ook voorzitter van de Brusselse afdeling van Voka, ook Voka-Comité Brussel genoemd. In die functie wil hij de komende jaren prioriteiten geven aan de ontwikkeling van een economisch toekomstproject voor Brussel en de Vlaamse rand, aan de versterking van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel en aan een promotie van het Nederlands in het Brusselse sociaal-economische leven. Hij is geen Vlaams-nationalist in de politieke betekenis van het woord, maar hij is uitgesproken Vlaamsgezind op grond van economische en sociale redenen. foto van uitreiking door voorzitter Jo Devoldere van Marnixring Broel (midden) en kunstenaar Lieven Demunter (links) aan Herman De Bode (rechts).
Zondag 26 november om 10.30 u. reikt MarnixringKortrijk Broel zijn jaarlijkse André Demedtsprijs uit. Dit gebeurt in de Gotische zaal van het Stadhuis te Kortrijk. Gastprekers dit jaar zijn Dr. Karel Platteau en advocaat Piet Van Eeckhaut. Dit jaar wordt de prijs toegekend aan Herman De Bode. Hij moest eerder dit jaar ontslag nemen als managing partner van McKinsey Benelux, na druk van Franstalige klanten. Deze namen hem zijn lidmaatschap kwalijk aan de denkgroep, die zichzelf "In de Warande" noemt en een manifest publiceerde dat een cijfermatig pleidooi vormde voor Vlaamse zelfstandigheid. Het ontslag leverde de denkgroep bijkomende belangstelling en sympathie op.
De feestelijke uitreiking van de prijs wordt dit jaar muzikaal opgeluisterd met de lievelingsmuziek van André Demedts. Hij hield van de zangstukken van Edvard Grieg en daarom brengt sopraan Inge Van de Kerkhove, met pianobegeleiding van Hein Boterberg, een selectie uit het vocale repertorium van de Noorse componist. Het optreden gaat door in samenwerking met het Festival van Vlaanderen en de Stad Kortrijk.
Na de begroeting door voorzitter Jo Devoldere van Marnixring Kortrijk Broel volgt het juryverslag door secretaris Pol Vieren. Karel Platteau, docent aan Katho Kortrijk, belicht dan de mens en de auteur André Demedts. Advocaat Piet Van Eeckhaut, voorzitter van de Provincieraad van Oost-Vlaanderen, brengt vervolgens een links-vrijdenkend standpunt onder de titel : Is André Demedts nog actueel ?. Hierna wordt de André Demedtsprijs 2006 uitgereikt aan Herman De Bode. De academische zitting wordt besloten met het dankwoord van de laureaat en het volkslied. Het stadsbestuur biedt de laureaat en de genodigden een receptie aan.
De Marnixring-André Demedtsprijs wordt jaarlijks toegekend aan een persoon of een vereniging die naar de geest en de idealen van André Demedts bijzonder veel verdiensten heeft verworven op het gebied van:
- het bevorderen van de algemene kunst- en cultuurverspreiding in Vlaanderen, in Frans-Vlaanderen en in alle gemengde taalgebieden;
- de integratie van het Nederlands taalgebied:
- de culturele kontakten met Zuid-Afrika.
Voor informatie over de uitreiking en de organisatie van Marnixring Kortrijk Broel kunt u terecht bij Kris Seynaeve op mailadres kristian.seynaeve@pandora.be
Hierbij de lijst van de laureaten van de Demedtsprijs:
1970 Luc Verbeke- 1971 Flor Grammens - 1972 Emmanuel Looten - 1973 - Vriendenkring van het Komense - 1974Jozef en Annemie Deleu - 1975Sandor Szondi -1976- IJzerbedevaartkomitee -1977 Jozef Van Overstraeten - 1978Clem De Ridder - 1979 Adriaan Verhulst - 1980 Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen - 1981 André Lammertyn - 1982 Max Wildiers - 1983 Jacques Fermaut - 1984 Arthur Verthé - 1985 Zuster Aleydis - 1986 Gaston Durnez - 1987 Lieven Van Gerven - 1988 Arie W.Willemsen -1989 Redactie Tijdschrift Vlaanderen - 1990 Guido Sweron - 1991 Vlaamse Leergangen Leuven -1992 Lode Campo - 1993 Aloïs Gerlo - 1994Vernon February - 1995 Francis Persyn - 1996 Eric Ponette -1997 Johan Laeremans - 1998 Mark Grammens - 1999 Guido Moons - 2000 Mathias Storme - 2001 Het Huis van het Nederlands Belle- Bailleul - 2002 Ludo Simons - 2003 Hans de Belder - 2004 Luc Deconinck - 2005 Prof. dr. Jozef Devreese - 2006 Herman de Bode.
Na de poëzieavond Mijn Moedertaal op vrijdag 20 oktober 2006in het H.Hartcollege te Waregem ontvingen alle aanwezigen een kunstzinnig in vierkleurendruk uitgegeven bundel met poëzie van André Demedts. Het fraaie bewaarbundel van 20 bladzijden is een blijvende herinnering aan de poëzieavond. Hierin zijn 21 gedichten opgenomen, geïllustreerd met mooie kunstfotos, die tijdens de voordracht van de gedichten werden geprojecteerd op de achtergrond.
Later zullen de aanwezigen en hun volgelingen eraan herinnert worden dat :
De poëzieavond en deze publicatie ontstonden uit de samenwerking van
De Ouderraad van het H.Hartcollege Waregem & de Werkgroep Levend Archief.
Fotokring Focu Geraardsbergen zorgde voor de illustraties.
Het concept is van CDeSIGN.
Met speciale dank aan :
Dirk Adams
Leerkrachten: Fien Bostyn, Marc Crabeels, Thomas Kemseke, Tys Neirynck, Siska Vandenberghe, Emmanuel Vercruysse, Georges Vermaut.
Poëzieavond derde luik in triptiek hulde ereleerkracht André Demedts
In zijn welkomwoord noemde leraar Georges Vermaut de poëzieavond rond André Demedts op 20 oktober in het André Demedtsauditorium van het H. Hartcollege te Waregem het derde luik van een triptiek rond de auteur en de ereleerkracht van het college. Samen met de tentoonstelling Mijn dorp is de wereld en de gespreksnamiddag op 27 april ll. is deze poëzieavond het sluitstuk van de poging van het college tot hulde, tot eerbetoon aan André Demedts.
Het doet de Oudervereniging en de medewerkers (leerkrachten en leerlingen) oprecht plezier u hierop te mogen begroeten.Meer nog : het is voor ons een hart onder de riem (om een typische uitdrukking van dit huis te gebruiken) om u na een drukke werkweek te mogen begroeten. Mag ik heel in het bijzonder een paar mensen welkom heten die (om in hetzelfde collegejargon te blijven) ons heel nauw aan het hart liggen.
Dat bijzonder welkom was bedoeld voor mevrouw André Demedts (de ondertussen 90 jaar geworden Germaine Ide), de jongste dochter mevrouw Hilde Demedts en de heer en mevrouw Rudolf Van De Perre. Opgemerkte aanwezige was ook Demedts-kenner en verzamelaar Lucien Delange, tevens oud-leerling van het college. Door omstandigheden hadden Luc Verbeke en Oscar Martens zich laten verontschuldigen.
We beschouwen het als een voorrecht deze kranige dame (Mevrouw André Demedts) vanavond hier te mogen begroeten.Haar aanwezigheid is één van de mooiste geschenken die we ons konden inbeelden. Mevrouw Hilde Demedts, de jongste dochter van de schrijver, maakte zich vrij ondanks haar drukke agenda als schepen van ondermeer Burgerlijke Stand van de stad Kortrijk. Ze is Waregem en zijn deelgemeenten, alsook het college, bijzonder dankbaar om haar vader op een passende manier te herdenken. Haar thuisstad kan daar misschien iets van leren.
We zijn verheugd, meer nog vereerd, om dhr en mevr Rudolf Van de Perre te mogen begroeten. Dhr. Van de Perre is germanist van vorming, stond in het onderwijs en publiceerde talrijke dichtbundels, essays en monografieën. Hij behoorde tot de redactieleiding van het tijdschrift Vlaanderen, werkte mee aan de Boekengids, Dietsche Warande en Belfort, Ons Erfdeel en Het Teken. Deze bezige bij schreef ook talrijke kritische bijdragen voor tal van andere tijdschriften en periodieken zoals o.a.de Standaard der Letteren, de Vlaamse Gids, Streven, Kultuurleven etc We inviteerden hem hier vooral als dé biograaf van André Demedts.
Inleider Georges Vermaut herinnerde ook aan de getuigenis van Oscar Martens tijdens de bijeenkomst op 27 april in dezelfde zaal. Samen met Mevr. Demedts legde hij hier voor de lerlingen een gesmaakte getuigenis af als oud-leerling en latere collega van André Demedts.Hij accentueerde dat A. Demedts altijd beklemtoonde dat iedereen gelijkwaardig maar niet gelijkaardig is.In het onderwijslandschap van vandaag met de focus op de school als leer- en leefomgeving met het daaraan gepaarde zorgbeleid is dit uitgangspunt van fundamenteel belang.We moeten jongeren durven accepteren in hun eigenheid en eigenaardigheid.Modern vertaald : ondanks en dankzij de troughput (throughput staat voor de inspanningen, de activiteiten die een organisatie pleegt om tot een resultaat te komen. Denk aan lesgeven, stage lopen, oefenen, enz.) van de leerkrachten en opvoeders blijft de input van de leerlingen de basis voor een evenwichtige output. Een bewijs dat de ideeën van André Demedts progressief waren.
1937 betekende voor André Demedts een keerpunt in zijn leven.Hij legde voor de examencommissie van het handeltechnisch onderwijs de bekwaamheidsproef af van gegradueerde in de handelswetenschappen. Meteen daarna werd hij door de visionaire principaal E.H. Gaston Deweer benoemd tot leerkracht Nederlands aan de Vrije Hogere Technische Handelsschool (de toenmalige titulatuur van het college). Tijdens de mobilisatie en in het eerste oorlogsjaar gaf Demedts ook geschiedenis (ter vervanging van een collega in militiare dienst). Demedts vestigde zich in Waregem, eerst in de Karel van de Woestijnestraat, daarna in de Guido Gezellestraat (waar een paar maanden terug nog een herdenkingsplaat bevestigd werd). Met andere woorden : zelfs zijn woonplaatsen refereerden naar boegbeelden uit zijn passie : de literatuur.
Eén van zijn leerlingen, wijlen Georges Leroy (zelf auteur, musicus en beeldhouwer) omschreef de leerkracht Demedts als een katalysator.Hij leerde in onszelf te kijken.Hij had een moeilijk te omschrijven charisma waardoor hij als mens een hogere dimensie kreeg.André Demedts stond als opvoeder heel dicht bij zijn leerlingen.Die leerlingen inspireerden hem.Het bewijs ervan is dat zijn leraarschap hem aanzette tot het schrijven van jeugdboeken onder het pseudoniem Koen Lisarde. Het meest succesvolle was Ik wil een dappere kerel zijn uit 1943.Het boek geeft trouwens een beeld van de collegesfeer in die woelige oorlogsjaren. Meteen een aanrader om dit werk tijdens de donkere wintermaanden te lezen of te herlezen.
Georges Vermaut van de werkgroep Levend Archief had nog woorden van dank voor deOudervereniging van het Heilig Hartcollege,die de werkgroep benaderde met het voorstel om een poëzieavond te organiseren in het André Demedtsauditorium.Deze avond en hun medewerking aan de multimediale projecten zoals Corpus bewijzen dat zij cultuur hoog in hun (wellicht rood-witte) vaandel dragen.Dankzij hun gedrevenheid en in het bijzonder die van penningmeester-cultuurminnaar Dirk Adams kunnen we na een aantal constructieve werkvergaderingen u deze avond aanbieden. De oudervereniging zorgde ook voor een royale financiële injectie om alle aanwezigen een fraaie poëziebundel gratis aan te bieden.Meteen een blijvende herinnering aan een minder bekend facet van André Demedts als poëet.
Dank was er ook voor de directie, die dit initiatief genegen is.Het was trouwens o.a. de huidige directeur dhr. Noreillie die in 1994 letterlijk en figuurlijk vorm gaf aan dit auditorium.De fraaie Matisse-lithos en de hifitoren maken het nog steeds tot één van de paradepaardjes van de rijke college-infrastrucuur. Expliciet en welgemeend dank was er tenslotte ook voor de leerkrachten-medewerkers die tijdens de drukke opstartmaanden toch tijd maakten om met hun radiofone stem of andere creatieve inbreng de poëtische pareltjes van Demedts tot zijn volle recht te laten komen.
Het waren Mevr. Siska Vandenberghe, germanistedie Engels geeft in de handelshumaniora en o.a. ook de gedreven bezielster van de uitwisselingsprojecten op school. Mevr. Fien Bostyn, eveneens germaniste van vorming, die Engels en Nederlands doceert in de humaniora.Fien is ook één van de zuilen van de tweejaarlijkse multimediale projecten zoals Corpus. Dhr. Emannuel Vercruysse, de laatste germanist en leraar Nederlands en Engels. Hij vormt samen met Tijs Neirynck de tandem van eindredacteurs van de schoolperiodiek Hartslag.Straks vertrekt hij met een 10-tal leerlingen op een uitwisselingsproject naar Noorwegen. Vandaar kon hij niet live van de partij zijn tijdens de poëzieavond. Dhr. Tijs Neirynck, leraar Nederlands en Duits en medewerker van WTV en radio Mango.Met die expertise als mediamieke wonderboy was hij de geknipte figuur om in te staan voor de technische omlijsting van deze avond. Tenslotte moeten zeker ook Thomas Kemseke (leraar klassieke talen en cultuurfreak) en Marc Crabeels (leraar teksverwerking en verantwoordelijk voor het schoolarchief) vermeld worden en de stille maar daarom niet minder gewaardeerde werkers in de coulissenvan het college.
Daarbij konden de organisatoren ook rekenen op een aantal muzikale virtuozen, versbakken promovendi van het college.Het zijn Annelies Colpaert, die dit jaar de 6de Latijnse op de school beëindigde en momenteel studente is in de de richting taal- en letterkunde Latijn en Engels aan de UG. Na een volgehouden studie van 9 jaar behaalde Annelies haar eindiploma dwarsfluit aan de Academie van Deinze.In haar vrije tijd speelt Annelies ook dwarsfluit in de harmonie van Zulte, volgt Spaanse les en heeft ook een uitgesproken interesse voor de betere film. PieterVerhamme wasklasgenoot van Annelies en studeert nu voor handelsingenieur aan de Gentse Universiteit. Naast muziek (ook hij behaalde vorig jaar zijn einddiploma dwarsfluit) is sport zijn grote passie.Pieter is volleybalspeler bij Kuros te Zulte. Sylvie Decabouter is momenteel leerlinge in de vijfde latijnse.Sinds acht jaar volgt ze klarinetlessen aan de muziekacademie te Waregem. Sylvie is dan ook lid van een tweetal fanfares.Daarnaast is ze een heel enthousiast lid van de Desselgemse Chirobeweging.
Bij de poëzieavond liepen woord en beeld (verzorgd door de leerkrachten) en muziek (verzorgd door de leerlingen) naadloos over in elkaar. De aanwezigen wisten de nogal ongewone manier van werken te appreciëren.Om de poëtische pareltjes niet teveel geweld aan te doen werd ervoor geopteerd om niet tussen te komen, maar de nodige achtergrondinformatie te brengen in eenpowerpointpresentatie.
Mevrouw Demedts genoot, niettegenstaande haar hoge leeftijd, van dit eerbetoon. Het deed haar zichtbaar deugd om, na al die jaren, nog eens in het college te komen en dan nog wel in het auditorium dat naar haar man werd genoemd. Op het einde van de avond werden een aantal verdienstelijke leerlingen in de bloemetjes gezet. Het Waregemse stadsbestuur en het stadsarchief waren zo vriendelijk om daarvoor een 5-tal fraaie en waardevolle monografieën van Harold Van De Perre over André Demedts te schenken. Marc Crabeels (de stille en veel te bescheiden collega in de coulissen) slaagde erin de exemplaren door de auteur zelf te laten signeren toen Dhr. Van De Perre in Waregem te gast was bij de officiële herdenking van A. Demedts medio augustus op het stadhuis. Anton Van Wilderodeomschreef dit werk terecht als een opus magnum.Dit werk is een ongemeen boeiende, intelligente en indringende studie die het omvangrijke oeuvre van één van onze belangrijkste auteurs eindelijk recht laat wedervaren. Dit lijvige boek is een uitnodiging om echte literatuur die meer is dan geheimschrift of relaas te (her)lezen.
Zo ontvingen Charles Sobry en Kobe Pappijn (allebei uit 2e Latijn) uit de handen van Hilde Demdts dit boek voor de prachtige schilderijen (portretten van André Demedts) die ze tijdens de lessen PO maakten. Verder overhandigde Rudolf Van de Perre een exemplaar van zijn monografie aan Laura Van Hoorelbeke uit 5 IN voor het boekje "Het Leven - kennismaking met leven en werk van André Demedts" dat ze tijdens de lessen tekstverwerking maakte. Er werden ook nog twee gelukkige winnaars uitgeloot uit de deelnemers aan de wedstrijd over André Demedts vorig schooljaar. Het einde van de avond werd bezegeld met een receptie, eveneens aangeboden door het oudercomité.
André Demedtshuis vzw en Festival van Vlaanderen presenteren koffieconcert
Zondag 5 november om 17 u. presenterende vzw André Demedtshuis en het Festival van Vlaanderen Kortrijk wederom een magnifiek en niet te missen topconcert in de Sint-Bavokerk te Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke). De internationaal gerenommeerde Russische topviolist Valery Oistrakh en de befaamde pianist Thomas Dieltjens brengen drie prachtige, romantische composities. Op het programma staan de Vioolsonate nr. 5 in F groot van L. van Beethoven, de Vioolsonate nr. 3 in d klein van J. Brahms en de Vioolsonate nr. 1 in d klein van Camille Saint-Saëns.
De wereldvermaarde Russische violist Valery Oistrakh vertegenwoordigt de derde generatie van de beroemde violisten-familie Oistrakh en genoot zijn eerste vioollessen van zijn grootvader, de legendarische, wereldberoemde violist en altviolist David Oistrakh. Valery Oistrakh gaf zijn eerste concerten reeds op 14-jarige leeftijd. Hij won vele prestigieuze internationale wedstrijden. Oistrakh concerteerde met de voornaamste orkesten ter wereld zoals o.a. het Deutsches Symphonie Orches-ter Berlin, het London Symphonic Orchestra en het Royal Scottisch National Orchestra.
Pianist Thomas Dieltjens werd laureaat van verschillende pianowedstrijden zoals de J.S. Bachwedstrijd, de Wedstrijd Axion Classics, de S. De Jonghewedst rijd, de prijs B. Diongre, de prijs E. Durlet en de Tenuto-wedstrijd. Als solist werkte hij samen met het Collegium Instrumentale Brugense, het Nationaal Orkest van België en het BRTN Filharmonisch Orkest.
Het koffieconcert is het eerste in een nieuwe reeks. Na de concerten wordt U een drankje aangeboden in het André Demedtshuis en is er gelegenheid tot een informele babbel met de artiesten. Tickets aan 8 euro bij de Cultuurdienst Wielsbeke, tel. 056 67 32 70, mail francesca@hernieuwenburg.be
Van vrijdag 6 oktober tot en met 5 november loopt in het André Demedtshuis nog de tentoonstelling van Karl Mechnig.Deze kunstenaar uit Aalst is heel veelzijdig en actief in verschillende kunstdiciplines. Zo is hij schilder, beeldhouwer en bronsgieter. Karl is de zoon van schilder Wilhelm Mechnig en leerde zijn kunst in het atelier van zijn vader. Hij werkt graag in reeksen en hanteert daarbij verschillende stijlen.In het Demedtshuis kan u van Mechnig schilderijen en tekeningen zien.
J. Claerhout-kring herdenkt André Demedts in jaarboek Leiesprokkels
De geschied- en heemkundige kring Juliaan Claerhout uit Ooigem, Wielsbeke en Sint-Baafs-Vijve bracht begin deze maand zijn jaarboek 2005-2006 uit. In de kleurencollectie kan deze uitgave herkend worden aan een zilveren band, dit naar aanleiding van het zilveren jubileum van de kring.Ander herkenningsbeeld is de afwijking dat de traditionele drie beelden uit elke deelgemeente op de kaft, naar aanleiding van het André Demedtsjaar zijn vervangen door driefotos van André Demedts.
In dit Demedtsjaar heeft de Juliaan Claerhoutkring vooral eer willen brengen aan zijn illustere ereburger. Dit jaar is André Demedts de blikvanger dit jaar met bijdragen van Lucien Delange (bibliografie),Rudolf van de Perre (André Demedts als mentor en schrijver), Gabriële Demedts (herinneringen) en Monique Claerhout (Demedtsland in woord en beeld + Legenden, volksgebruiken en verhalen uit de geboortestreek van André Demedts).
Lucien Delange (°1935) uit Sint-Baafs-Vijve, het geboortedorp van André Demeds, leest en verzamelt al van jongs af het werk van André Demedts. Hij publiceert naar aanleiding van dit Demedtsjaar wellicht de meest volledige bibliografie van de boeken van de auteur. Hij komt aan 78 werken van Jasmijnen in 1929 tot Na jaar en dag in 1986. Van de verschillende boeken vermeldt Lucien Delange de verschillende versies en van sommigen zoals Het leven drijft (ook twee in het Duits) en Ik wil een dappere kerel (ook een Franstalige uitgave) komt hij aan zes verschillende uitgaven.
Boeken van André Demedts kwamen uit bij Steenlandt Kortrijk, De Kinkhoren Brugge, Balduin Pick Verlag Köln, Nijgh en Van Ditmar Rotterdam, Manteau Rotterdam-Brussel-Antwerpen, Desclée De Brouwer Brugge-Utrecht-Bussem-Breda, Verlag Die Rabenpresse Berlin, Eenhoorn Mechelen, Davidsfonds/Clauwaert Leuven, Die Poorte Oude God Antwerpen, Verlag Karl Alber München, Wereldbibliotheek Amsterdam, Kunstuitgevereij Pro Arte Diest, Librairie Saint-Charles Brugge, D.A.P. Reinaert-Uitgaven Brussel-Zele, Horizon-Uitgaven Mariakerke-Gent, Hernieuwen-Uitgaven Roeselare, Standaard-Boekhandel Antwerpen-Brussel-Gent, Arbeiderspers Brussel, t Groeit Antwerpen, Paul Pattloch Verlag Aschaffenburg, Orion uitgeverij Waregem, Ons Leekenspel Bussum, Elsevier Brussel-Amsterdam, Sint-Sixtusabdij Westvleteren, Het Spectrum Utrecht-Antwerpen, Sanderus Oudenaarde, B. Gottmer Nijmegem, Manz Verlag München, Biekorf Brugge, Heideland Hasselt, Algemeen Westvlaams Toneel Zwevegem, Belgische Boerenbond Leuven, Henry Fagne Bruxelles, Story-Scientia Gent-Leuven, Vlaamse Toeristenbond Antwerpen, De Rumberg Koekelare, De Nederlandse Boekhandel Antwerpen-Amsterdam, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gent, Orion-Colibrant Brugge, Orbis en Orion Beveren, La Renaissance du Livre Bruxelles, Het Volk-Reinaert Gent, Lannoo Tielt.
André Demedts, mentor en schrijver, de titel van de bijdrage van Rudolf van de Perre, wijst op zijn minst op een dubbelaspect in het leven en het werk van de man. In het geval van André Demedts is er echter geen sprake van twee afzonderlijke werkzaamheden, omdat die twee aspecten een onverbrekelijke eenheid vormen, zoals ook de diversiteit van zijn literair oeuvre uiteindelijk als een sluitend geheel moet geïnterpreteerd worden. Rudolf van de Perre behandelt die aspecten wel even apart, maar op die wijze wordt ook duidelijk hoe sterk ze met elkaar verbonden zijn.
De bijdrage van de Demedts-kenner bij uitstek geeft aan dat André Demedts zich al vroeg geroepen voelde tot het schrijverschap. Hij besteedde al vroeg zijn vrije tijd (en zijn geld) aan lectuur en boeken. In literaire tijdschriften informeerde hij zich ook over de internationale stromingen. Maar al even vroeg openbaarde zich zijn Vlaams-sociale bewogenheid. Hij werd diep ontroerd door Voor Vlaanderen, mijn Vaderland van Leonaert de Bo en Vlaanderen Weezang aan den IJzer en Arm Vlaanderen van pater Stracke sterkten hem definitief in zijn overtuiging, dat ook Vlaanderen hem nodig had.
Rudolf van de Perre belicht in zijn bijdrage verder beide aspecten tijdens de verschillende stadia van zijn leven. Het is geweten dat het centrale thema van zijn omvangrijk prozawerk de onophoudelijke zoektocht is naar het geluk. In de loop der jaren is er wel een opmerkelijke verschuiving in deze thematiek. Uiteindelijk wordt na 1970 dit streven naar geluk verbonden met een historische en sociale dimensie en vindt het zijn bekroning in de monumentale romancyclus De eer van ons volk. Deze vierdelige cyclus is uitgegroeid tot het epos van een volksgemeenschap, waarin hoofdfiguur Karel Gillemijn het geloof belichaamt in een betere wereld, die op basis van evangelische naastenliefde en sociale rechtvaardigheid, geluk voor iedereen zou moeten waarborgen.
André Demedts ontzagwekkende bedrijvigheid als criticus en essayist kan niet onvermeld blijven, omdat het samen met zijn poëzie, proza en een paar toneelstukken, een onlosmakelijk geheel vormt. Als hij slechts deze discipline had beoefend, zou zijn naam al niet meer weg te denken zijn uit het Vlaamse literaire leven. Naast honderden bijdragen in periodieken (ondermeer Dietsche Warande & Belfort) en kranten, schreef hij een hele reeks monografieën, essays en studies.
Met Ik herinner mij put Gabriëlle Demedts, zuster van de auteur, uit herinneringen aan hem die niet terug te vinden zijn in zijn Dag voor gisteren. Zo vertelde hij voor haar reeds op zeer jonge leeftijd boeiende verzonnen verhalen. Gabriëlle herinnert zich ook dat reeds van jongsaf een kracht van hem uitging. Zijn grote schuchterheid belette hem niet dat men onder de indruk kwam van zijn anders en méér zijn, wat een vriend-priester de uitspraak aan zijn grootouders ontlokte dat hij eens een groot missionaris zou worden. Toen hij in 1929 arrondissementeel leider werd van de Christelijke Arbeidersjeugd begonnen al zijn jaren van grote inzet, edelmoedigheid en kameraadschap. Dat betekende dat hij bijna elke avond per fiets door de modder, regen en wind of bitter vriesweer, soms driekwartier ver, op weg was om alles te helpen tot stand te komen. Het was toneel spelen, spreken, les geven, bezoeken brengen, bezoeken ontvangen, vriend zijn.
Monique Claerhout is in dit jaarboek al aan haar tweede bijlage over Demedts-land in woord en beeld.Als men zelf afkomstig is van die streek en in het bijzonder van Sint-Baafs-Vijve, vormt het lezen van zijn werken niet alleen een verkenningstocht, maar zeker ook een herkenningstocht. Niet alleen gebouwen, gehuchten en landschappen uit zijn eigen geboortedorp, maar ook verscheidene locaties in de omstreken zijn in zijn romanoeuvre vervat. Meer bepaald analyseert Monique Claerhout voor dit jaarboek de vierdelige reeks De eer van ons volk (De Belgische Republiek, Hooitijd, Goede Avond en Een houten kroon). De 15-bladzijden bijdrage met ondermeer korte tekstpassages wordt geïllustreerd met fotomateriaal van de kerk van Wakken, de Mandel, café Het Schaak, restaurant Het Bourgondisch Kruis, de omgeving van Ooigembos, het kasteel te Ooigem, hoeve t Goed ter Mote, het provinciaal domein De Baliekouter, beeldje uit de vroegere kapel aan t Blauw Kasteelke, de kapel ven de broeders-recoletten te Tielt, de Poelberg, Kapelletje op de Paanders, de Priesterage aan de Sint-Bavokerk, de kerk en De Posterij te Sint-Eloois-Vijve, kruisbeeld op de Dries te Wielsbeke, de omgeving van de Elsbos.
Van dezelfde Monique Claerhout is de bijdrage over legenden, volksgebruiken en verhalen uit de geboortestreek van André Demedts. We krijgen het verhaal van de Kalle, de vervloekte jager uit Kessenburg, hoe het spokenbos aan zijn naam kwam, het volksgebruik met de meitak, de varende vrouw, de vliegende geit of het spook van de Loverhoek.
Het negende jaarboek is opnieuw een lijvig boek van 366 bladzijden vol historische en volkse verhalen en fotos uit het verleden van de drie gemeenten. Naast genoemde bijdragen bevat het jaarboek bevat bovendien een vijftiental andere bijdragen van archeoloog Johan Hoorne, Griet Claerhout, Rudy Verbrugghe, José Tack, Michaël Delange, Geert Vroman, Bernard Delange, Guy Seyns, Emiliëne Vandenbulcke, Jos Colson, Carlos Verbrugghe, Bert De Smet, Marie-Christine Martens. Inleider is afscheidnement stichter-voorzitter Lode Beck, die 25 jaar heemkundige kring Juliaan Claerhout belicht.
Het jaarboek Leiesprokkels 2005-2006 van de Juliaan Claerhoutkring is te bekomen aan 25 euro bij de bestuursleden of via rekening nr 068-2003593-85 van de Juliaan Claerhoutkring, Wandellaan 53 te 8710 Wielsbeke. Info bij Lucien Delange, tel. 056/603 192.
Toespraak van Francis Persyn, leraar Nederlands in Frans-Vlaanderen, op de Frans-Vlaamse Cultuurdag 24 september te Belle (Bailleul).
Ik heb de pretentie niet André Demedts persoonlijk goed gekend te hebben. Ik ontmoette hem één à drie keer per jaar tijdens deze cultuurdagen of in Hulst of Ekelsbeke, d.w.z bij gelegenheden waar het over het algemeen moeilijk is een lang gesprek met iemand te hebben. Dat neemt niet weg dat elke ontmoeting met André Demedts voor mij een indrukmakende belevenis was.
Wat mij bij André Demedts uiterlijk telkens fascineerde en zelfs intrigeerde, was zijn glimlach, een glimlach die wel niet ontdaan was van een zekere schalksheid, maar die vooral de uiting van zijn belangstelling en van zijn genegenheid voor zijn medemensen was.
Al bij de eerste ontmoeting met André Demedts had je het gevoel dat hij onmiddellijk doorgrond had wat voor een mens je was. Deze behoefte om de andere grondig te leren kennen is ook een leidmotief in zijn literair werk.
Ik citeer uit het verhaal Loon naar werken: Grootvader hoorde graag verhalen. Hij had altijd belangstelling gehad voor de mens, een raadsel waar hij kop noch staart aan kon krijgen. Hij hoopte ooit het mysterie dat hij voor zichzelf was, te kunnen doorgronden langs de aandacht die hij aan anderen besteedde. Hier kunnen wij ons afvragen of de houding van Grootvader Ivo ook niet typerend is voor die van de schrijver, van de kunstenaar überhaupt.
Uit deze bij André Demedts fundamentele houding vloeit zijn liefde voor de mens, de gewone mens voort, d.w.z de mens met zijn sterkten, maar ook met zijn zwakten. Ik citeer uit De levenden en de doden: Onvolmaaktheid is de gewone vorm van menselijkheid.
André Demedts glimlach ondervond ik persoonlijk als uiting van echt gemeendevriendschap. Vriendschap was ook de drijfkracht van zijn sociaal, van zijn cultureel engagement.
In verband met Frans-Vlaanderen schreef hij in het tweede nummer van de vierde jaargang van de KFV-Mededelingen: Als er een Komitee voor Frans-Vlaanderen bestaat, waarin vrijwilligers uit de drie Nederlanden, zonder persoonlijk voordeel en zonder lidkaarten, innig samenwerken is het omdat de vrienschap hen bindt. De vriendschap [is zoals de liefde van Paulus.] Ze kent geen afstand, geen berekening, geen verdeeldheid wegens stand of klasse, kleur of nationaliteit. In dit citaat legt André Demedts ook de nadruk op het belang van verdraagzaamheid, een problematiek van schrijnende actualiteit.
Wat volgens mij André Demedts het meest typeert, is zijn humanisme, een humanisme gebaseerd op christelijke waarden die in praktijk gebracht moeten worden, een humanisme dat wars is van ideologie, doctrine en schijnheiligheid, een humanisme waar de mens in harmonie met zijn omgeving, met de natuur zou leven, zoals de personage van Ivo Capelle in de roman In uw handen: Hij had geen slavenziel en voelde zich meer verwant met aarde en water, lucht en vuur, dan met de mensen die rekenden en telden, naar macht en bezit streefden [en, om hun waanzinnige dromen in vervulling te zien gaan, in een tredmolen van nooit eindigende zorgen en angsten liepen, tot zij er bij vielen]. In dit citaat wordt ook een kenmerk van onze moderne samenleving aangestipt, namelijk onze groeiende vervreemding van onze natuurlijke omgeving.
Daarmee komen we op het terrein van de sociale kritiek, een onderwerp dat eveneens een belangrijke plaats inneemt in het werk van André Demedts.
Naar aanleiding van de viering van zijn 70ste verjaardag in de Kortrijkse schouwburg deed André Demedts een oproep tot de jeugd: bezweer degenen die veel bezitten zich om de minder gegoeden te bekommeren en de machtigen om een maatschappij in te richten waar alle vormen van verdrukking uitgebannen zijn.
Als katholieke schrijver schrikt André Demedts er zelfs niet voor terug de kerk scherp te bekritiseren, bijvoorbeeld wanneer hij Pastoor Bogaerts, de hoofdfiguur van zijn roman In uw handen, volgende woorden in de mond legt: De kerk heeft altijd met de rijken samengespannen en nochtans had Christus niet eens een steen om zijn hoofd ter ruste te leggen. Voor ons, priesters, is het zeer erg als wij in Christus naam veroordeeld worden.
Dames en heren, aangezien de korte tijd die mij toegemeten is, heb ik alleen enkele aspecten van de persoonlijkheid en van het werk van André Demedts kunnen aanstippen. Daaruit blijkt toch dat zijn oeuvre niets van zijn moderniteit verloren heeft en ik kan het maar ten zeerste betreuren dat zijn werken bij de boekhandel moeilijk verkrijgbaar geworden zijn. Vandaag de dag schenkt de uitgeverswereld meer aandacht aan wat trendy is dan aan de vaste waarden van de literatuur.
Dames en heren, ik zou graag willen sluiten met een citaat uit De dag van gisteren, aangehaald door Ward Corsmit in zijn boekje over André Demedts. In dit citaat gaat het over de maand september, de lievelingsmaand van André Demedts en toevallig ook de maand waar deze cultuurdag geregeld plaatsvindt. September wordt er gepersonifieerd als een glimlachende mens die grote gelijkenis heeft met André Demedts zelf en met de herinnering die we aan hem hebben: September! Beeld van de enige mens waar het op aankomt, van de beminde die men niet missen kan en die toch weggaat, maar met een glimlach om ons die achterblijven geen verdriet aan te doen.