xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Toespraak van Francis Persyn, leraar Nederlands in Frans-Vlaanderen, op de Frans-Vlaamse Cultuurdag 24 september te Belle (Bailleul).
Ik heb de pretentie niet André Demedts persoonlijk goed gekend te hebben. Ik ontmoette hem één à drie keer per jaar tijdens deze cultuurdagen of in Hulst of Ekelsbeke, d.w.z bij gelegenheden waar het over het algemeen moeilijk is een lang gesprek met iemand te hebben. Dat neemt niet weg dat elke ontmoeting met André Demedts voor mij een indrukmakende belevenis was.
Wat mij bij André Demedts uiterlijk telkens fascineerde en zelfs intrigeerde, was zijn glimlach, een glimlach die wel niet ontdaan was van een zekere schalksheid, maar die vooral de uiting van zijn belangstelling en van zijn genegenheid voor zijn medemensen was.
Al bij de eerste ontmoeting met André Demedts had je het gevoel dat hij onmiddellijk doorgrond had wat voor een mens je was. Deze behoefte om de andere grondig te leren kennen is ook een leidmotief in zijn literair werk.
Ik citeer uit het verhaal Loon naar werken: Grootvader hoorde graag verhalen. Hij had altijd belangstelling gehad voor de mens, een raadsel waar hij kop noch staart aan kon krijgen. Hij hoopte ooit het mysterie dat hij voor zichzelf was, te kunnen doorgronden langs de aandacht die hij aan anderen besteedde. Hier kunnen wij ons afvragen of de houding van Grootvader Ivo ook niet typerend is voor die van de schrijver, van de kunstenaar überhaupt.
Uit deze bij André Demedts fundamentele houding vloeit zijn liefde voor de mens, de gewone mens voort, d.w.z de mens met zijn sterkten, maar ook met zijn zwakten. Ik citeer uit De levenden en de doden: Onvolmaaktheid is de gewone vorm van menselijkheid.
André Demedts glimlach ondervond ik persoonlijk als uiting van echt gemeende vriendschap. Vriendschap was ook de drijfkracht van zijn sociaal, van zijn cultureel engagement.
In verband met Frans-Vlaanderen schreef hij in het tweede nummer van de vierde jaargang van de KFV-Mededelingen: Als er een Komitee voor Frans-Vlaanderen bestaat, waarin vrijwilligers uit de drie Nederlanden, zonder persoonlijk voordeel en zonder lidkaarten, innig samenwerken is het omdat de vrienschap hen bindt. De vriendschap [is zoals de liefde van Paulus.] Ze kent geen afstand, geen berekening, geen verdeeldheid wegens stand of klasse, kleur of nationaliteit. In dit citaat legt André Demedts ook de nadruk op het belang van verdraagzaamheid, een problematiek van schrijnende actualiteit.
Wat volgens mij André Demedts het meest typeert, is zijn humanisme, een humanisme gebaseerd op christelijke waarden die in praktijk gebracht moeten worden, een humanisme dat wars is van ideologie, doctrine en schijnheiligheid, een humanisme waar de mens in harmonie met zijn omgeving, met de natuur zou leven, zoals de personage van Ivo Capelle in de roman In uw handen: Hij had geen slavenziel en voelde zich meer verwant met aarde en water, lucht en vuur, dan met de mensen die rekenden en telden, naar macht en bezit streefden [en, om hun waanzinnige dromen in vervulling te zien gaan, in een tredmolen van nooit eindigende zorgen en angsten liepen, tot zij er bij vielen]. In dit citaat wordt ook een kenmerk van onze moderne samenleving aangestipt, namelijk onze groeiende vervreemding van onze natuurlijke omgeving.
Daarmee komen we op het terrein van de sociale kritiek, een onderwerp dat eveneens een belangrijke plaats inneemt in het werk van André Demedts.
Naar aanleiding van de viering van zijn 70ste verjaardag in de Kortrijkse schouwburg deed André Demedts een oproep tot de jeugd: bezweer degenen die veel bezitten zich om de minder gegoeden te bekommeren en de machtigen om een maatschappij in te richten waar alle vormen van verdrukking uitgebannen zijn.
Als katholieke schrijver schrikt André Demedts er zelfs niet voor terug de kerk scherp te bekritiseren, bijvoorbeeld wanneer hij Pastoor Bogaerts, de hoofdfiguur van zijn roman In uw handen, volgende woorden in de mond legt: De kerk heeft altijd met de rijken samengespannen en nochtans had Christus niet eens een steen om zijn hoofd ter ruste te leggen. Voor ons, priesters, is het zeer erg als wij in Christus naam veroordeeld worden.
Dames en heren, aangezien de korte tijd die mij toegemeten is, heb ik alleen enkele aspecten van de persoonlijkheid en van het werk van André Demedts kunnen aanstippen. Daaruit blijkt toch dat zijn oeuvre niets van zijn moderniteit verloren heeft en ik kan het maar ten zeerste betreuren dat zijn werken bij de boekhandel moeilijk verkrijgbaar geworden zijn. Vandaag de dag schenkt de uitgeverswereld meer aandacht aan wat trendy is dan aan de vaste waarden van de literatuur.
Dames en heren, ik zou graag willen sluiten met een citaat uit De dag van gisteren, aangehaald door Ward Corsmit in zijn boekje over André Demedts. In dit citaat gaat het over de maand september, de lievelingsmaand van André Demedts en toevallig ook de maand waar deze cultuurdag geregeld plaatsvindt. September wordt er gepersonifieerd als een glimlachende mens die grote gelijkenis heeft met André Demedts zelf en met de herinnering die we aan hem hebben: September! Beeld van de enige mens waar het op aankomt, van de beminde die men niet missen kan en die toch weggaat, maar met een glimlach om ons die achterblijven geen verdriet aan te doen.
Francis Persyn
|