30 jaar na zijn overlijden stond André Demedts centraal tijdens provinciale Heemdag, die vorige zaterdag doorging in Wielsbeke. Juliaan Claerhoutkring heeft de jaarlijkse studie- en ontmoetingsdag voor leden van de West-Vlaamse heemkringen opgebouwd rond het thema van Het Land van André Demedts. Het voormiddagprogramma in Eventhal van OC Leieland Ooigem omvatte onder meer een lezing door Frans Destoop over het leven en werk van André Demedts en een film over de André Demedtsroute en het Land van Demedts. ’s Namiddags ging de poëzie-wandeling met start aan de kerk in Sint-Baafs-Vijve onder meer langs de graf van André Demedts, het André Demedtshuis en het vlasbedrijf Declercq . Linda Dujardin droeg voor uit het werk van André Demedts. Voor de gelegenheid was ook de familie Demedts te gast in Wielsbeke.
Wielsbeke is ereburger André Demedts nog niet vergeten. Zijn werken als schrijver-dichter en zijn invloed als cultuurpromotor kunnen de heemkundigen zeker nog boeien. In het werk van Demedts vinden ze een betrouwbare beschrijving van het landelijke leven in Vlaanderen van een eeuw en langer geleden. Ter illustratie dat in het werk van André Demedts ook stof ligt voor heemkundige en historische navorsers, vond ik op mijn zoektocht naar het fenomeen scheepstrekkers langs de Leie en kanaal zelf verschillende vermeldingen in het werk van Demedts ( http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=719581 ).
In een tweede lezing had Brecht Demasure het over ‘Vlas als motor, Socio-economische geschiedenis van Z.-W.-Vlaanderen en Wielsbeke in het bijzonder (1850-2022). André Demedts zou daar boeiend naar geluisterd hebben, want zijn interesse voor zelfde thema bleek veelvuldig bij zijn vele optredens en programmatie van radio Kortrijk, waar hij zijn beroepsloopbaan eindigde.
De Kalle
De heemdag begon verrassend met een video-onderbreking, waarbij Focus-WTV-anker Caroline Verstraete ons naar een drenkeling in Wielsbeke bracht. Het bleek een montage te zijn van de Kallegasten, destijds op voorzet van André Demedts zo genoemd naar zijn verhaal over Kalle, die met haar zoetgevooisde stem jongelingen aantrok. Het verhaal speelde zich af in het rimpeloze water van de Kalle-bak-mij-een-wafel-put, waarin een watermin sedert twee eeuwen bruiloft vierde met een jonge paardengeleider, die zij bij zich gelokt had… (uit De dag voor gisteren, p.11).
Frans Destoop is goed vertrouwd met het werk en het land van André Demedts. Het literaire werk van André Demedt was trouwens ook het thema van zijn thesiswerk als germanist. Zelf bracht Fans Destoop zijn jeugd door in Sint-Eloois-Vijve, aan de andere kant van de Leie. In zijn lezing belichte Destoop de figuur van de schrijver-dichter-cultuurpromotor-bekende Vlaming en ging daarbij de twistpunten niet uit de weg. “Hij is steeds te voorzichtig gebleven over de figuur van Cyriel Verschaeve. Het was wel Verschaeve, die hem als dichter opmerkte. Op tweede kerstdag, de enige dag waarop niet gewerkt werd op de boerderij, bracht Demedts een bezoek aan de kapelaan van Alveringem.”
André was de oudste zoon van Maurits Demedts. Uit dertien bevallingen hield moeder Celesta Vandenhende slechts vier kinderen over: drie zonen en één dochter, de latere dichteres Gabriëlle. Vader Maurits was een ontwikkelde boer met literaire interesse. André had een eerder zwakke gezondheid en werd gepest in de lagere school in Wakken. Op voorstel van zijn oom Dr Leestmans volgde lager secundair onderwijs aan het Sint-Lievenscollege te Gent, waar hij knap student was (laureaat) maar niet aarde en nog handelsafdeling volgde aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk. Grieks-Latijnse was te duur voor de familie. “De familie Demedts was rap aan het verarmen, omdat Maurits geen commerçant was.” Op het college te Kortrijk was hij bevriend met Jozef Devroe, de latere Vlaams-nationalistische volksvertegenwoordiger en Brugs oorlogsburgemeester. In het studentenleesblad ‘Die Cnodse' zag hij in bekend geworden gedichten als ‘Lof van mijn land’ en vooral ‘Vlaanderen' al zijn roeping om zich geheel in te zetten voor de Vlaamse zaak.
socio-culturele roeping
In huis was er veel interesse voor cultuur. Demedts las tijdschriften als Ter Waarheid (1921-1924 van Joris Van Severen uit Wakken), Europe, Nouvel Litérature, De Standaard, Dietsche Warande en Belfort, … Op 18-jarige leeftijd verschijnt zijn eerste gepubliceerd gedicht in het tijdschrift “Pogen" van Wies Moens : Gebed voor Lenin". Het is een verdedigingsgedicht, een gebed voor het zieleheil van “een zoon van 't langverdrukte volk" (Pogen, 2e Jg. nr. 3, maart 1924). Van nature neemt Demedts het op voor de verdrukten. In zijn jeugd was hij kajotterleider, voorzitter van het verbond Tielt. De kajotters waren zowat de enige beweging waar aan cultuur werd gedaan. Hij was gevoelsmatig Vlaams gezind. Het zat in hem, maar heeft zich niet politiek geëngageerd. Hoewel steeds voorzichtig in zijn optreden, was zijn streven naar Vlaamse zelfstandigheid steeds duidelijk aanwezig. Zijn dochter Hilde werd wel CVP-schepen in Kortrijk, trouwens als collega toen van Frans Destoop. Naar verluidt was Hilde Demedts als schepen van financiën niet altijd bereidwillig met fondsen voor de projecten van Frans…
Na 17 jaar als ongelukkige boer op de ouderlijke hoeve De Elsbos kon André Demedts in 1937 als selfmade leraar Nederlands aan de slag aan het Vrij Hogere Handelsschool H. Hart te Waregem. De directies hadden toen meer vrijheid en na een bekwaamheidsproef voor een examencommissie kon hij les geven als gegradueerde handelswetenschappen. Ook Berten Declerck werd op die manier leraar. Demedts werd een zeer gewaardeerd leraar met veel gezag. Hij was een bezielend mens en kon goed spreken in het beschaafd nederlands van zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve. Op speciaal verzoek van directeur-generaal Jan Boon aanvaardde Demedts in december 1949 de benoeming tot diensthoofd van de gewestelijke omroep West-Vlaanderen van de toenmalige NIR, later BRT. In 1938 huwde hij met de tien jaar jongere regentes en landbouwersdochter Germaine Ide. Ze kregen vier kinderen: Mieke (°1939), Maurits (°1941), Dirk (°1944) en Hilde (°1947- †2011).
Hij richtte onder meer het Komitee voor Frans-Vlaanderen op (1947), stond aan de wieg van Ons Erfdeel (1957), Kunsttijdschrift Vlaanderen (1952) en het Festival van Vlaanderen (1972).Demedts ijverde voor de culturele integratie van Vlamingen, Nederlanders, Frans-Vlamingen en Zuid-Afrikanen. Hij gaf honderden voordrachten over het ganse land voor Davidsfonds en andere organisaties. Hij sprak daarbij met bezieling, peinzend-improviserend.
André Demedts publiceerde 75 serieuze werken, pitbulls. De lijst telt 8 poëziebundels, 28 proza, 22 essays-monografieën, 5 jeugdboeken, 2 toneelwerken, 3 bloemlezingen, … Er kan nauwelijks aan getwijfeld worden dat ‘De Levenden en de Doden’(1959) van al zijn romans inhoudelijk het zwaarst weegt. Nederlandse lezers van Demedts werken hebben kritiek op beheersing van het Nederlands en gebrek aan stilistisch vermogen. Maar André Demedts wil vertellen en de taal is minder zijn zorg, veeleer de inhoud.
Het meest frisse boek blijft in de ogen van Frans Destoop ‘Nog Lange Tijd’ (1961. Hetzelfde verhaal wordt afwisselend vanuit meerdere personages verteld en dat spreekt nog altijd aan. Het is volgens Frans ook het boek dat in het soepelste Nederlands geschreven is van al zijn romans. Het is goed gecomponeerd, aangenaam geschreven, mooi en waarachtig.
Bijdrage 2006 Frans Destoop http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=107
Demedts als romanschrijver http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=85
Heemdag https://photos.app.goo.gl/Lo3pJi12vseEWevh6
|