Ik ben allom tegenwoordig, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Agaath.
Ik ben een vrouw en woon in sky is the limit () en mijn beroep is mijmeren.
Ik ben geboren op 26/10/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, keramiek, muziek, dieren, mijn dochters, van't leven genieten....
Ik ben vier jaar geleden plots blind geworden. Sinsdien bekijk het leven door een roze bril, ik werk in het zwart en tast in het duister.
Dit is wat ze noemen prettig gestoord.
Ik heb het nooit geweten, tot een paar dagen geleden, maar ik heb een zwakke plek. Andere mensen sukkelen met hun lever, gal, oren of verstand. Ik niet. Alhoewel, dat sukkelen met mijn verstand ... daar willen sommigen nog wel eens aan twijfelen. Nee, mijn zwakke plek zit lager, veel lager. Ik heb wat met voeten. Niet dat die van mij zo anders zijn, helemaal niet. Mijn voeten zijn van normale grootte en met alle tien de tenen eraan hangend. Ze zijn ook heel normaal gevormd, al moet ik toegeven dat mijn teentjes wat klein zijn uitgevallen. Nee, je zou denken dat er helemaal niets mis is met mijn onderdanen. En toch ... Een paar weken geleden vlieg ik door het huis. Mijn bus staat te wachten, ik wil naar de academie. Maar mijn hond moet nog eten krijgen, hij moet nog plassen, de radio moet uit, de koffiezet ook, mijn schoenen staan niet op hun plaats ... Ik kom uit de badkamer op weg naar de keuken, roep mijn hond en ... BAM ... volle kracht bots ik tegen de deurstijl van de gang. Terwijl ik sta te foeteren lopen de tranen over mijn wangen, maar het is mijn eigen schuld. Het is dan wel niet mijn neus die dit keer het slachtoffer is van mijn energie, maar de kleine teen van mijn linkervoet. En ik kan natuurlijk niet even kijken hoeveel schade ik heb aangericht. Dus trek ik mijn laarsjes maar aan en vertrek naar de academie. Die avond vraag ik aan mijn dochter om even te kijken. Mijn linkervoet is een beetje gezwollen, mijn kleine teen ziet donkerblauw en het lijkt of er geen nagel meer aanzit. Tja, volgende keer maar wat rustiger doen misschien?Het lukt me aardig om de rest van de week mijn enthousiasme wat in te tomen. Ik kan ook niet anders. Het eerste wat ze je leren als je blind wordt, is dat een deur ofwel open ofwel dicht moet zijn. Nooit halfopen, dan loop je er namelijk zonder twijfel tegenop. Met je gezicht, of je ribben, of je teen dus. Mijn dochter weet dat en ze let er ook wel op. Meestal gaat het goed. Maar niet altijd. Ik ben aan het wassen. Als een gek wasmachine inladen, opzetten, andere was in de droogautomaat steken, opzetten ... het washok is naast het toilet. Mijn dochter is daar net geweest. Heel lang, boekje lezen. Gewapend met mijn wasmand vertrek ik uit het washok. Mankend. Ik heb een verstuikte linkerteen, of hoe zeg je dat? Als ik mijn draai om naar de keuken te gaan, een beetje hevig, ik geef het toe, smak ik tegen de toiletdeur. Weer niet met mijn gezicht, gelukkig voor mijn neus. Daar had ik namelijk mijn wasmand tegen gedrukt. Nee, ik smak met mijn teen, mijn kleine teen van mijn rechtervoet deze keer. Ik laat de was vallen en begin alle duivels uit de hel te vloeken. Al huppelend ga ik richting woonkamer, scheld nog even tegen mijn dochter en vraag haar dan om even te kijken. Naar mijn rechtervoet. Ze ligt ondertussen helemaal in een deuk, maar doet braafjes wat ik vraag. Niks aan te zien, volgens haar. Maar een paar uur later is de pijn wel erger geworden. Ik beslis een dokter in te schakelen. "Daar is niet veel aan te doen, hoor. Je kan hem zo slecht in de gips leggen, hé" Zegt mijn arts. Een mens met gevoel voor humor. Tja, als er dan toch niet veel aan te doen is, zal ik maar niet zeuren, zeker? Maar hoe moet je manken met twee voeten? En welke schoenen doe ik aan? Ik ga niet thuis blijven, oh nee ... Volgens mijn dochter, altijd even recht door zee, kijken de mensen me vreemd na als ik passeer. Ik heb de gang van een blinde gans, zegt ze ... Van je familie moet je het hebben ...Maar dan gaat het weer fout. Na enkele dagen heb ik een manier gevonden om vrouwelijk en elegant te bewegen. Tenminste, dat vertel ik mezelf. Maar het is alweer even geleden dat er werd opgeruimd. Mijn brailleboeken liggen her en der verspreid. Kleding over de stoelen, schoenen onder tafel ... Hoge tijd om weer in gang te schieten. Na een paar uur is alles weer spic en span, ik wordt hier zo goed in. Mijn boeken liggen op de trap, die neem ik wel mee als ik ga slapen. dat doet elk normaal mens toch? De volgende ochtend. Slaapdronken waggel ik naar beneden. Halfweg de trap voel ik iets glads. Maar ik ben moe, slaap nog. Geen interesse voor dat gladde ding. Had ik beter wel gehad besef ik nu ... schwietch ... daar ga ik ... helemaal tot beneden, net Bobejaanland. Ik voel niks, ook geen pijn. Ik moet lachen ... hoe dom kan je zijn ... Ik zit te gieren van de pret, mijn boeken als een waaier van bolletjespapier om me heen. En dan sta ik recht. Of ik probeer het. Mijn kleine teen van mijn linkervoet is verstuikt, maar aan de beterhand. De kleine teen van mijn rechtervoet is gebroken, nog altijd. En de middelste teen van mijn linkervoet is nu hevig aan het kloppen. Mijn voet zwelt als een ballon, mijn teen lijkt wel een worstje van Van den Boeynants, in zijn betere jaren. Ik heb maar twee voeten, harder manken kan ik niet meer. Mijn dochter geeft me haar oude birkenstocks met voetbed en verstelbare gespen en nu waggel ik weer. Dan eens naar links, dan weer naar rechts. Soms voel ik eens aan mijn tenen of ze al ontzwollen zijn en ik filosofeer. Over de zin van het leven, de zin van tenen en deurstijlen, trappen en brailleboeken ... Ja, ik heb iets met tenen, het lot heeft het beslist...